Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Taaltuin HLZ
› 4 Vocabulario - En la oficina de turismo
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Taaltuin HLZ
, deel C
4 Vocabulario - En la oficina de turismo
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ir en tren = gaan met de trein ir en metro = gaan met de metro ir en coche = gaan met de auto ir en autobús = gaan met de bus ir en taxi = gaan met de taxi ir en tranvía = gaan met de tram ir a pie / andando = lopend voy a pie / voy andando = ik ga lopend (te voet) voy en tren = ik ga met de trein el transporte público = het openbaar vervoer la Oficina de Turismo = het VVV-kantoor el mapa / el plano = de plattegrond el museo = het museum el parque = het park correos = het postkantoor la iglesia = de kerk el camino, la ruta = de route la estación = het station la parada (de autobús) = het (bus)hokje el billete = metrokaartje; buskaartje el centro = het centrum (van de stad) el barrio = de wijk los alrededores = de omgeving la plaza = het plein la calle = de straat el semáforo = het stoplicht la dirección = de richting comprar = kopen vender = verkopen estar perdido, estar perdida = verdwaald zijn preguntar algo a una persona = iemand iets vragen seguir todo recto = rechtdoor lopen, rijden torcer / girar a la izquierda / a la derecha = links / rechts afslaan ¿Hay un(a) ... aquí cerca? = Is hier een ... dichtbij? indicar / enseñar = aanwijzen ¿Me puede indicar en el mapa dónde estoy? = Kunt u me op de kaart aanwijzen waar ik ben? al lado de = naast enfrente de = tegenover delante de = voor detrás de = achter entre = tussen en la esquina = op de hoek a mano izquierda = aan de linkerhand (links ...) a mano derecha = aan de rechterhand (rechts ...) al final de la calle = aan het eind van de straat al principio de la calle = aan het begin van de straat a la izquierda / a la derecha = links / rechts Toma / coge la segunda calle a la izquierda. = Neem de tweede straat links. sigue los señales = volg de borden a diez minutos andando / en coche = op 10 minuten afstand lopen / met de auto ¿A cuántos (kiló)metros / minutos está ...? = Hoe ver is het naar ...? lejos = ver cerca = dichtbij más cercano, más cercana = dichtstbijzijnd(e) aquí mismo = hier heel dichtbij ¿Para ir a ...? / ¿Cómo puedo llegar a ...? = Hoe kom ik bij ...? ¿Sabe usted dónde está(n) ...? = Weet u waar ... is/zijn? Perdone ¿la estación, por favor? = Pardon, waar is het station? ¿Lo mas rápido para ir a ...? = Hoe kom ik het snelste bij ...? Mejor, toma el metro. = Je kan beter de metro nemen. Por favor, ¿me puede decir a qué hora sale el metro? = Kunt u me alstublieft zeggen hoe laat de metro vertrekt? ¿Hay un(a) ... por aquí? / ¿hay un(a) ... aquí cerca? = Is hier ergens in de buurt een ...?
Ingezonden op 03-04-2012 - 1718x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
16-12-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!