Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiswoordenschat Nederlands-Deens
› 8 Vrije tijd
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiswoordenschat Nederlands-Deens
, deel 1
8 Vrije tijd
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
vrije tijd = en fritid vrij = fri vrij nemen = at tage fri tog taget vrije dag = en fridag -e vrij, onbezet = ledig, fri Is die plaats vrij? = Er der ledig, fri her? bezet = optaget niets doen = at lave ingenting -ede uitslapen = at sove længe sov sovet zich verslapen = at sove over sig uitrusten = at hivle ud -ede/-te rust = en ro, fred rustig = rolig, fredelig onrustig = urolig rusteloos = rastløs zich ontspannen = at slappe af -ede ontspanning = en afslapning ontspannend = afslappende genieten van = at nyde nød nydt zich amuseren, zich vermaken = at more sig -ede amusement, vermaak = en morskab leuk, grappig (3) = morsom, sjov, skæg grappig, raar = underlig, mærkelig afwisselend = afvekslende eentonig = ensforming saai, vervelend = kedelig, træls zich vervelen = at kede sig -ede uitgaan, gaan stappen = at gå i byen gik gået café = en café/cafe -er naar een café gaan = at gå på café terrasje = en terrasse -r bar = en bar -er aan de bar zitten = at sidde i baren sad siddet barman = en bartender -e uitsmijter = en udsmider -e nachtclub = en natklub -ber discotheek = et diskotek -er dj, discjockey = en dj -'s dansen = at danse -ede dans = en dans -e dansvloer = et dansegulv -e plaats bespreken, reserveren = at bestille plads -te, at reservere plads -ede bespreekbureau = et billetkontor -er plaats = en plads -er stoel = et sæde -r plaatskaartje = et pladsbillet -ter programma = et program -mer rij (in theater) = en række -r in de rij staan = at stå i kø stod stået loket = en billetluge -r garderobe = en garderobe -r toeschouwer = en tilskuer -e publiek = et publikum -mer kijken naar = at se på så set begin = en begyndelse -r beginnen = at begynde -te pauze = en pause -r pauzeren = at holde en pause holdt holdt einde = en (af)slutning -er eindigen = at slutte -ede applaus = en klapsalve -r, et bifald applaudiseren, klappen = at klappe -ede cultuur = en kultur -er cultureel = kulturel voorstelling = en forestilling -er optreden = at optræde -trådte -trådt optreden = en optræden -er rol = en rolle -r acteren, toneelspelen = at spille teater -ede acteur, toneelspeler = en skuespiller -e actrice, toneelspeelster = en skuespillerinde -r toneel, bühne = en scene -r een stuk opvoeren = at opføre -te opvoering = en opførelse -r toneelstuk = et skuespil stuk = et teaterstykke -r bedrijf (in toneelstuk) = en akt -er cabaret = en kabaret -er musical = en musical -er/-s revue = en revy -er schouwburg, theater = en teater teatre naar de schouwburg gaan = at gå i teatret ballet = en ballet -ter balletdanseres = en balletdanserinde -r balletdanser = en balletdanser -e opera = en opera -er operagebouw = et operahus -e zingen = at synge sang sunget zanger = en sanger -e zangeres = en sangerinde -r koor = et kor lied, liedje (2) = en sang -e, en vise -r concertgebouw = et koncerthus -e concert = en koncert -er orkest = en orkester orkestre dirigent = en dirigent -er musiceren, muziek maken = at spille musik -ede musicus = en musiker -e muziek = en musik klassieke muziek = en klassisk musik popmuziek = en popmusik band, groep = et band -s, en gruppe -r muzikaal = musikalsk muziekinstrument = et musikinstrument -er piano = et piano -er pianist = en pianist -er fluit = en fløjte -r fluitist = en fløjtenist -er viool = en violin -er violist = en violinist -er gitaar = en guitar -er gitarist = en guitarist -er bas = en bas -ser bassist = en bassist -er drums, drumstel = trommer, et trommesæt drummer = en trommeslager -e componeren = at komponere -ede componist = en komponist -er compositie = en komposition -er bioscoop = en biograf -er film = en film ondertiteld zijn = at være tekstet ondertiteling = en tekstning -er naar de film gaan = at gå i biografen filmster = en filmstjerne -r filmen = at filme -ede kunst = en kunst kunstenaar = en kunstner -e kunstenares = en kunstnerinde -r kunstwerk = et kunstværk -er artistiek = kunstnerisk atelier = et atelier -er galerie = et galleri -er museum = et museum museer tentoonstellen = at udstille -ede tentoonstelling = en udstilling -er schilderen = at male -ede schilder = en maler -e schilderes = en malerinde -r schilderij = et maleri -er penseel = en pensel pensler kwast = en kost -e verf = en maling -er verven = at male -ede beeldhouwer = en billedhugger -e beeldhouwwerk, beeld = en skulptur -er tekenen = at tegne -ede tekenaar = en tegner -e tekening = en tegning -er tekenfilm = en tegnefilm populair = populær beroemd = berømt bekend persoon, BN'er = en kendt -e, kendis -ser bekend = kendt onbekend = ukendt omroep = en radio-/tv-station -er televisie, tv = et fjernsyn, tv-'er de tv aanzetten = at tænde (for) tv'et -te tv kijken = at se tv zappen naar = at zappe over på -ede afstandsbediening = en fjernbetjening -er voor de buis = foran fjerneren de tv uitdoen = at slukke (for) tv'et -ede tv-zender = en tv-kanal -er tv-programma = et tv-program -mer uitzending = en udsendelse -r live-uitzending = en liveudsendelse -r herhaling = en reprise -r radio = en radio -er luisteren naar = at høre på -te, at lytte til -ede luisteraar = en lytter -e nieuws = nyheder documentaire = en dokumentar -er amusementsprogramma = et underholdningsprogram -mer sportprogramma = et sportsprogram -mer quiz = en quiz -zer soap = en dokusoap -s aflevering = en episode -r antenne = en antenne -r opname = en optagelse -r opnemen = at optage -tog -taget afspelen = at (af)spille -ede video = en video -er dvd = en dvd -'er dvd-/cd-speler = en dvd-/cd-afspiller -e cd = en cd 'er lp = en lp 'er muziekwinkel = en musikforretning -er platenzaak = en pladeforretning -er geluid = en lyd -e geluidloos = lydløs hard (v. geluid) = høj zacht (v. geluid) = lav lawaai, herrie = en larm lawaai maken = at larme -ede lawaaierig = larmende geluidsoverlast = en støjforurening stil = stille stilte = en stilhed lezen = at læse -te lezer = en læser -e bibliotheek = en bibliotek -er openbare bilbiotheek = et offentligt bibliotek -er naar de bieb gaan = at gå på biblioteet gik gået bibliotheekkaart = et lånerkort lenen = at låne -te boek = en bog bøger audioboek = en lydbog bøger boekhandel = en boghandel -handler strip(verhaal) = en tegneserie -r weekblad = et ugeblad -e tijdschrift = et tidsskrift -er krant = en avis -er artikel = en artikel artikler interview = et interview -s recensie (2) = en anmeldelse -r, en kritik -ker abonnement = et abonnement -er geabonneerd zijn op = at abonnere på -ede hobby = en hobby -er verzamelen = at samle (på) -ede verzamelaar = en samler -e verzameling = en samling -er vissen = at fiske -ede visser = en fisker -e visakte, visvergunning = et fiskekort hengel = en fiskestang -stænger spelen (voetbal, piano) = at spille -ede speler = en spiller -e spel, spelletje (2) = et spil, en leg -e spelen (v. een kind) = at lege -ede speelgoed = et legetøj kaartspel = et kortspil kaart = et kort kaarten = at spille kort -ede schaken = at spille skak -ede kruiswoordpuzzel maken = at løse en krydsogtværs -te handwerk = et håndarbejde -r naaien = at sy -ede naaimachine = en symaskine -r naald = en nål -e naaigaren = en tråd -e schaar = en saks -e borduren = at brodere -ede breien = at strikke -ede breiwerk = et strikketøj breinaald = en strikkepind -e breiwol = at strikkegarn patroon = et mønster mønstre knutselen = at pusle -ede gereedschap = et værktøj -er gebruiken = at bruge -te hamer = en hammer hamre zaag = en sav -e nijptang = en knibtang -tænger spijker = et søm schroef = en skrue -r vereniging = en forening -er club = en klub -ber lid zijn van = at være medlem af lid = et medlem -mer lidmaatschap = et medlemskab -er activiteit = en aktivitet -er actief = aktiv sport = en sport sportschool = et fitnesscenter -centre aan sport doen = at dyrke sport -ede op handbal zitten = at gå til håndbold joggen = at jogge -ede sportief = sporty sporthal = en idrætshal -ler sportveld = en sportsplads -er stadion = et stadion -er trainen = at træne -ede trainer = en træner -e training = en træning -er krachttraining = en styrketræning race, wedstrijd = et løb wedstrijd = en kamp -e een doelpunt maken, scoren = at lave mål -ede, at score mål -ede doelpunt = et mål doel = et mål keeper, doelman = en målmand -mænd team = et hold scheidsrechter = en dommer -e winnen = at vinde vandt vundet winnaar, kampioen = en vinder -e wereldkampioen = en verdensmester -mestre WK = et VM -'er EK = et EM - 'er Europees kampioen = en europamester -mestre overwinnen = at besejre -ede overwinning = en sejr -e op het podium = på podiet verliezen = at tabe -te verliezer = en taber -e verlies = et nederlag wedden op, inzetten op = at satse på, spille på -ede weddenschap = et væddemål Ik wed dat ... = Jeg vil vædde på at ... voetballen = at spille fodbold -ede voetballer = en fodboldspiller -e voetbalelftal = et fodboldhold nationaal elftal/team = et landshold voetbalwedstrijd = en fodboldkamp -e voetbalveld = en fodboldbane -r bal = en bold -e handballen = at spille håndbold -ede zeilen = at sejle -ede zeiler = en sejler -e zeilboot = en sejlbåd -e zeil = et sejl surfplank = et surfbræt -ter windsurfen (ww.) = at windsurfe -ede windsurfen (zelfst. nw.) = en windsurfing roeien = at ro -ede roeier = en roer -e roeiboot = en robåd -e schaatsen = at løbe på skøjter løb løbet schaatser = en skøjteløber -e schaats = en skøjte -r schaatswedstrijd = et skøjteløb ijsbaan = en isbane -r skiën = at løbe på ski skiër = en skiløber -e ski = en ski skiwedstrijd = et skiløb ijshockeyen = at spille ishockey -ede tennissen = at spille tennis -ede zwemmen = at svømme -ede gaan zwemmen = at bade -ede het water ingaan = at gå i vandet zwembad(complex) = en svømmehal -ler zwembad = et svømmebassin -er wandelen (2) = at spadsere -ede, at gå gik gået wandelaar = en spadserende wandeling (2) = en spadsetur -e, en gåtur -e een voettocht maken = at vandre en tur -ede golfen = at spille golf -ede golfbaan = en golfbane -r
Ingezonden op 08-04-2012 - 1971x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!