Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Taaltuin HLZ
› 3 Fiche d'identité et se presenter - E - Parler
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Taaltuin HLZ
, deel E
3 Fiche d'identité et se presenter - E - Parler
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Tu t'appelles comment? = Hoe heet je? Je m'appelle ... = Ik heet ... Tu as quel âge? = Hoe oud ben je? J'ai ... {quinze; quatorze} ans. = Ik ben ... {vijftien; veertien} jaar. Tu as quelle nationalité? = Wat is je nationaliteit? Je suis ... {Néerlandaise}. = Ik ben {Nederlands}. Tu habites où? = Waar woon je? J'habite à {Amsterdam}. = Ik woon in {Amsterdam}. Tu peux me donner une description de ta famille? = Kun je me je familie beschrijven? J'habite seule avec mes parents. Je n'ai même pas des animales domestiques. = Ik woon alleen met mijn ouders. Ik heb zelfs geen huisdieren. Tu as un petit ami? ; Tu as une petite amie? = Heb je een vriendje? ; Heb je een vriendinnetje? Non, je n'en ai pas. = Nee, die heb ik niet. Tu as des hobbies? = Heb je hobby's? Oui, j'aime ... ; Non. = Ja, ik hou van ... ; Nee. Tu fais du sport? = Doe je aan sport? Non, je n'aime pas le sport. ; Oui, j'aime le sport. = Nee, ik houd niet van sport. ; Ja, ik houd van sport. Quel sport? = Welke sport? Pas applicable. = Niet van toepassing. Tu connais bien la France? = Ken je Frankrijk goed? Non, j'y étais ... = Nee, ik ben ... geweest. Quelles villes as-tu vues? = Welke steden heb je gezien? J'ai vu {Paris}. = Ik heb {Parijs} gezien. Comment es-ce que tu trouves les Français? = Hoe vind je de Fransen? Je les trouve très arrogants. = Ik vind ze erg arrogant. Quelles sont les différences entre les Hollandais et les Français? = Wat zijn de verschillen tussen Nederlanders en Fransen? Les Hollandais parlent plus compréhensible. = Nederlanders spreken duidelijker. Tu parles d'autres langues? Lesquelles? = Spreek je andere talen? Welke? Oui, je parle Anglais, Allemand, Néerlandais, Français, Latin et Espagnol. = Ja, ik spreek Engels, Duits, Nederlands, Frans, Latijn en Spaans. Quels pais est-ce que tu as vus pendant tes vacances? = Welke landen heb je in je vakantie gezien? Cet été j'ai vu ... = Deze zomer heb ik ... gezien. Tu veux te marier plus tard? = Wil je later trouwen? Non, je veux cohabiter. = Nee, ik wil samenwonen. Tu aimerais avoir des enfants plus tard? = Zou je later graag kinderen willen hebben? Oui, mais pas trop. = Ja, maar niet te veel. Tu aimes ton collège? = Hou je van je school? ; Vind je je school leuk? Pas mal... = Gaat wel... Comment sont tes professeurs? = Hoe zijn je leraren? Je les trouve très irritants. = Ik vind ze erg irritant. Tu aimes ta classe? = Vind je je klas leuk? Non, sauf mes amies. = Nee, behalve mijn vriendinnen.
Ingezonden op 14-04-2012 - 719x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!