Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Engels Stedelijk Gymnasium Breda
› 11121314 SGB eigen methode Engels units 11, 12, 13 en 14!
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Engels Stedelijk Gymnasium Breda
11121314 SGB eigen methode Engels units 11, 12, 13 en 14!
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
unit 11 verslaafde = addict verslavend = addictive adverteren = advertise advertentie = advertisement Amerikaanse indiaan = American Indians uit de oudheid; antiek = ancient poolcirkel = Arctic Circle verbieden = ban banaan = banana baard = beard fles = bottle aktentas = briefcase blikje = can lading = cargo kettingroken = chain-smoke chef; meesterkok = chef kauwen = chew kauwgom = chewing gum commercieel = commercially katoen = cotton roepen = cry dood = death een restaurant waar je met de auto binnen- of langsrijdt en in je wagen wordt bediend = drive-in restaurant leeg = empty uitvoeren = export weefsel; stof = fabric fabriek = factory voeden = feed opfrissen = freshen inhoudsmaat (4,546 liter); inhoudsmaat; inhoudsmaat 4,546 liter = gallon genie = genius gras = grass kwetsen; pijn doen = harm oogst = harvest huren = hire geschiedenis = history honing = honey (slechte) bijwerking; bijwerking; slechte bijwerking = ill-effect industrieel = industrial industrie = industry inhaleren = inhale uitvinden = invent afblijven = keep off bladeren = leaves leugen = lie lift = lift lung cancer = longkanker luxe = luxury wedstrijd = match autosnelweg = motorway mond = mouth buiten gebruik = out of order in het buitenland = overseas pakje = packet partner = partner passagier = passenger ananas = pineapple plantage = plantation populariteit = popularity produceren = produce product = product beloven = promise hoeveelheid = quantity rij = queue zeldzaam = rare verfijnen = refine revolutie = revolution rijst = rice zeeman; matroos = sailor geheim = secret zaad = seed dienen; bedienen = serve aan een snelweg: halte met rust- en eetgelegenheden = services verschepen = ship zijde = silk skelet = skeleton slaaf = slave slavernij = slavery vies; stinkend = smelly grond; aarde = soil zuidwaarts = southbound ruimte = space effectenbeurs = stock exchange suikerriet = sugar cane zoeten = sweeten technologie = technology tabak = tobacco ultra geheim = top secret spoorweg = train track boomsap = tree sap waarheid = truth zonder toezicht = unattended oorlog = war inpakken = wrap dierentuin = zoo unit 12 duidelijk (zichtbaar); duidelijk; duidelijk zichtbaar = apparent hersenscan-afdeling = brain scan department hersentumor = brain tumour parkiet = budgie kapje; muts; pet = cap in Groot-Brittaniƫ: een ziekenhuisarts die gespecialiseerd is in een bepalde tak van de geneeskunde = consultant gang = corridor misdadiger; crimineel = criminal duizelig = dizzy jurk = dress verliefd worden = fall in love (een formulier) invullen; invullen; een formulier invullen = fill in (a form); fill in; fill in a form vastberaden = firmly geest; spook = ghost spokenjager; spokenuitdrijver = ghostbuster (iemand) een lift geven; iemand een lift geven; een lift geven = give (sb) a lift; give sb a lift; give a lift grijs = grey vol geesten; vol spoken = haunted zich haasten = hurry up in de weg = in my way onzichtbaar = invisible (iemand) er uit gooien; iemand er uit gooien; er uit gooien = kick (sb) out; kick sb out; kick out (iemand) gerust laten; iemand gerust laten; gerust laten; alleen laten = leave (sb) alone; leave sb alone; leave alone uitkijken naar = look forward to let op!; kijk uit! = look out! de trein missen = miss the train smerig = nasty operatie; ingreep = operation paleis = palace een boodschap doorgeven = pass on a message portret = portrait prinses = princess doven; uitdoen = put out (huis)bediende; huisbediende; bediende = servant winkeldiefstal = shoplifting maatschappelijk werker = social worker oplossen = sort out geest = spirit; ghost kiespijn = toothache doorzichtig = transparent kwellen; verontrusten = trouble typisch = typical uniform = uniform onaangenaam = unpleasant dominee = vicar slachtoffer = victim stemmen = voices portefeuille; portemonnee = wallet huwelijk = wedding unit 13 aanvallen = attack gezaghebbend = authoritative vat bier = barrel of beer ruilen = barter strand = beach strandjutter = beachcomber rustig; kalm = calm kassa = checkout till doorverbinden; doorgeven = connect hert = deer zijn brood verdienen = earn a living juist; exact = exactly halen = fetch cineast; filmregisseur = filmmaker vlot = fluently ballonvaren = fly a hot air balloon (iets) gewoon worden; iets gewoon worden; gewoon worden = get used to (sth); get used to sth; get used to nat worden = get wet verkering hebben met (iemand); verkering hebben met iemand; verkering hebben met = go out with (sb); go out with sb; go out with hemel = heaven zwaar = heavy aan de lijn blijven = hold on; wait dakloos = homeless eerlijk = honest inkomen = income binnenshuis = indoors landen = land levendig = lively overwegend; hoofdzakelijk = mainly filmregisseur = movie director verrassingstocht = mystery tour passie = passion pensioen = pension pastei; taart = pie slecht zicht = poor visibility beroepshalve = professionally (iemand) afkerig maken van; iemand afkerig maken van; afkerig maken van = put (sb) off; put sb off; put off beseffen = realize vaste baan = regular job antwoord geven = reply rolschaatsen = roller skates routine = routines in alle ernst; ernstig = seriously schaatsen = skate zonsondergang = sunset conservenblik = tin verspilling = waste wind = wind unit 14 nadien = afterwards vrijgezel = bachelor; single zich gedragen = behave karakter = character muntstuk = coin wreed = cruel verrukt; opgetogen = delighted wanhopig = desperate struikelen = fall over fictie = fiction voor altijd = forever vergeven = forgive razend; woedend = furious contact opnemen = get in touch kop of munt = heads or tails wanordelijk; een puinhoop = in a mess klop = knock een testament opstellen = make a will bijleggen; goedmaken = make up huwelijk = marriage op voorwaarde (dat); op voorwaarde dat; op voorwaarde = on condition loon = pay politicus = politician ruzie = quarrel ruziƫn = quarrel hertrouwen = remarry wraak = revenge vuilnisbak = rubbish bin schaduw = shadow silhouet = silhouette zonde = sin soft (noise); soft noise = rustig advocaat; rechtskundig adviseur = solicitor reiskoffer = suitcase zwaaien = sway een munt opgooien; tossen = toss oneerlijk = unfair ongehuwd = unmarried hevig = violent
Ingezonden op 16-04-2012 - 1960x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Veel succes met leren!
hopelijk lukt(e) het een beetje
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!