Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

6 VWO

123456789 E-D Hoofdtuk 1t/m9

Jaar 4 (vwo)

spouse = echtgenote/echtgenoot
offspring = kroost kinderen
sibling = broer, zus
infant = kind onder de 7
youth = jongen jongeren
eldery = bejaarden
ancestor = voorouder
posterity = nageslacht
hereditary = erfelijk
humanity = mensheid
to descend from = afstammen van
tribe = stam
ally = bondgenoot
associate = relatie
guardian = voogd
to rear = opvoeden / grootbrengen
to shake up = samenwonen
to fancy = verliefd zijn op
to recuperate = herstellen
to inoculate = inenten
to benefit = goed doen
to alleviate = verlichten
agony = ondraaglijke pijn
cardiac arrest = hartstilstand
obesity = zwaarlijvigheid
paralysis = verlamming
contagious = besmettelijk
to neglect = verwaarlozen
to monitor = controleren
disabled = invalide
deformed = mismaakt
retarded = zwakbegaafd
pathological = ziekelijk, abnormaal
to shiver = hijgen
to vomit = overgeven
to pant = hijgen
to digest = verteren
to moan = kreunen
to suffocate = stikken
intoxicated = onder invloed
to go into rehab = afkicken
ward = ziekenhuis zaal
feeble = zwak
kidney = nier
germ = bacterie
sedative = kalmeringsmiddel
to soothe = verzachten
prescription = recept
to administer = toe dienen
numb = verstijfd verdoofd
lethal = dodelijk, zeer gevaarlijk
malignant = kwaadaardig
contaminated = besmet
morbid = ziekelijk
incurable = ongeneeslijk 
to subject to = onderwerpen aan
guinea pig = proefkonijn
to regain = terugkrijgen
sane = geestelijk gezond
strain = druk
Gp = huisarts
to consult = raadplegen
first aid = eerste hulp
health insurance = ziektekosten verzekering
to faint = flauwvallen
to collapse = in elkaar zakken
to fall ill = ziek worden
to cough = hoesten
to sprain = verstuiken
disease = ziekte
injury = wond
to recover = herstellen
to slim = lijnen
secondary education = voortgezetonderwijs
form = klas
certificate = diploma
headmaster = rector
deputy = conrector
timetable = rooster
lecture = lezing
diary = agenda
knowledge = kennis
skilled = geschoold
to play truant = spijbelen
mark = cijfer
average = gemiddelde
to fail = onvoldoende halen
progress = vooruitgang
tedious = saai
survey = overzicht
to grasp = begrijpen 
to comprehend = begrijpen 
aptitude = aanleg
innovation = vernieuwing
comprehension = begrip
preception = waarneming
to overlook = over het hoofd zien
to mark = nakijken
to be in detention = nablijven 
truant = spijbelaar
to submit = inleveren
attentive = oplettend
to excel = uitblinken
to assess = beoordelen
illiterate = analfabeet
to advance = vorderen
term = trimester
scholar = geleerde 
proficient = vaardig
to multiply = vermenigvuldigen
eloquent = welsprekend 
pronunciation = uitspraak 
fluency = spreekvaardigheid
punctual = op tijd aanwezig
attendance = aanwezigheid
obligatory = verplicht
compulsory = verplicht
careers adviser = decaan
grant = studiebeurs
tution fee = schoolgeld
curriculum = vakkenpakket
to graduate = afstuderen
GCSE = examen algemeen voortgezet onderwijs
boarding school = kostschool
comprehensive school = scholengemeenschap
grammar school = gymnasium
public school = particuliere kostschool
to be eager = heel graag willen
keen = enthousiast
overwhelmed = overweldigend
bliss = geluk , genot
seductive = verleidelijk
to long = sterk verlangen
gratitude = dankaarheid
allegiance = trouw (aan land, idee)
hilarious = zeer grappig
hostile = vijandig
to appal = verbijsteren 
appalling = vreselijk
indignant = verontwaardigd
outrage = verontwaardiging
disdain = minachting
to despise = minachten
resentment = haat wrok
biased = bevooroordeeld
furious = woedend
anxious = ongerust 
concerned = bezorgd
exasperated = erg geïrriteerd
anguish = enorme bezorgdheid / angst
agonizing = zeer pijnlijk
dejected = neerslachtig
to daunt = ontmoedigen 
to sense = voelen 
commitment = grote inzet
tendency = neiging 
blunt = bot
patronising = neerbuigend
condescending = neerbuigend
suspicious = verdacht
malicious = kwaadaardig , boos
to envy = benijden 
to grieve = treuren , rouwen 
to mourn = treuren over , rouwen over 
to dedicate to = wijden aan
to come to terms with = accepteren 
to implore = smeken
attitude = houding
prejudice = vooroordeel
to ignore = negeren 
to annoy = ergeren 
to refuse = weigeren
reject = afwijzen 
reluctantly = met tegen zin
to suffer = lijden 
disgusting = walgelijk
reassuring = geruststellend
frankly = eerlijk gezegd
embarrassing = gênant 
upset = van streek
desperate = wanhopig
rage = woede
thorough = grondig
profound = grondig , vergaand
entire = heel
brief = kort
substantial = flink , aanzienlijk
elaborate = uitgebreid
comprehensive = uitgebreid
abundance = overvloed
lavish = overdadaig, buitensporig
numerous = talrijk
huge = enorm
vast = enorm
untold = ongekend , onmetelijk
merely = alleen, slechts
negligible = verwaarloosbaar
narrow = smal
gorgeous = prachtig
bleak = troosteloos
trivial = onbelangrijk
superficial = oppervlakkig
moderate = matig
superfluous = overbodig
incoherent = onsamenhangend
plausible = aannemelijk
appropriate = gepast, geschikt 
outrageous = schandalig
atrocious = vreselijk, zeer slecht
hideous = afgrijselijk 
harsh = streng
poignant = schrijnend, droevig
virtually = vrijwel praktisch
rapid = snel
swift = snel
to surpass = overtreffen
increasingly = steeds meer
invariably = altijd
potential = mogelijk
consistently = consequent , steeds
genuine = echt
distinct = verschillend 
inevitable = onvermijdelijk
common = veelvoorkomend
extensive = uitgebreid
considerable = aanzienlijk
fascinating = boeiend
exceptional =uitzonderlijk
just = terecht
little = weinig (enkelvoud)
few = weinig (meervoud)
majority = meerderheid
minority = minderheid
suitable = geschikt
properly = zoals het hoort
severe = streng
rewarding = dankbaar
species = (dier)soort
gender = geslacht
mammal = zoogdier
paw = poot, klauw
bug = insect
cockroach = kakkerlak
caterpillar = rups
fur = bont
breed = ras
progeny = nageslacht
vermin = ongedierte
plain = vlakte
glacier = gletsjer
stem = stengel
maple = esdoorn
shamrock = klaverblad
fragrance = geur
subconscious = onder bewustzijn
to mutilate = verminken
mortality = sterfte(cijfer)
famine = hongersnood
predator = roofdier
savage = woest
vulture = gier
to breed = fokken
fertile = vruchtbaar
to nurture = opvoeden, verzorgen
soil = aarde
rural = landelijk
endangered = bedreigd
extinct = uitgestorven
captivity = gevangenschap
to exterminate = uitroeien
to take shelter = schuilen
prey = prooi
to devour = verslinden
to wander = (rond) zwerven
to stroke = aaien
to sligh = zuchten
to puke = overgeven
creature = schepsel
to survive = overleven
vet = dierenarts
homeless = dakloos
corpse = lijk
physical = lichamelijk
sense = zintuig
to swallow = slikken
conscious = bewust
to put on, to gain = aankomen
to spoil = bederven
to grow = verbouwen
harvest = oogst
harmfull = schadelijk
harmless = ongevaarlijk
junction = kruispunt
traffic jam = verkeersopstopping
speed ramp = verkeersdrempel
verge = berm
congestions = opstopping
pace = snelheid
altitude = hoogte
right of way = voorrang
rush hour = de spits
to exceed = overschrijden
prohibited = verboden
convertible = cabriolet
casualty = slachtoffer
collision = botsing
to skid = slippen
bend = bocht
to avert = voorkomen
cautious = voorzichtig
to commute = forenzen
destination = bestemming
itinerary = reisplan
to be due = moeten aankomen
carriage = wagon
aviation = luchtvaart
vehicle = onderhoud
maintenance = onderhoud
cargo = lading
to dazzle = verblinden
valid = geldig
to stroll = slenteren
to roam = zwerven
to come across = toevallig tegenkomen
coach = touringcar
fare = tarief
leaflet = folder
to assemble = zich verzamelen
to abandon = verlaten
to disembark = van boord gaan
pit stop = tussenstop
hitchhiker = lifter
pavement = stoep
pedestrian = voetganger
crossroads = kruispunt
to crash into = botsen tegen 
to overtake = inhalen
to be fined = een boete krijgen
petrol station = benzinestation
fuel = brandstof
platform = perron
delay = vertraging
tailback = file
to cancel = annuleren
tourist information centre = VVV
to inquire about = informeren naar
sight = bezienswaardigheid
contest = wedstrijd
contestant = deelnemer
to compete = deelnemen
competetitive = prestatiegericht
impartial = onpartijdig
substitute = invaller
pitch = veld
grandstand = tribune
tournament = toernooi
martial arts = oosterse vechtsporten
event = gebeurtenis
challenge = uitdaging
pursuit = bezigheid
to subscribe to = abonneren op
suspense = spanning
jigsaw = puzzel
dice = dobbelstenen
stakes = inzet
achievement = prestatie
equipment = uitrusting
attempt = poging
stamina = uithoudingsvermogen
endurance = uithoudingsvermogen
strenght = kracht
to strive for = streven naar
adept = bekwaam
leading part = hoofdrol
unparalleled = ongeëvenaard
invincible = onoverwinnelijk
victory = overwinning
defeat = nederlaag
effort = inspanning
draw = gelijkspel
to award = toekennen
premier league = eredivisie
runner-up = tweede
trainers = sportschoenen
tracjsyut = trainingspak
to dash = rennen
gear = uitrusting
opponent = tegenstander
referee = scheidsrechter
semi-final = halve finale
to defeat = verslaan
spectator = toeschouwer
to play a sport = aan sport doen
pastime = vrijetijdsbesteding
work out = fitnessen
voluntary = vrijwillig
to preform = presteren
member = lid
injury = blessure
to cheat = valsspelen
admission charge = toegangsprijs
award = prijs
to announce = aankondigen
to convey = meedelen
to propose = voorstellen
to endorse = goedkeuren
to preach = preken
tabloid = roddelblad
headlines = koppen
topic = onderwerp
slip of the tongue = verspreking
issue = kwestie
ratings = kijkcijfers
to highlight = benadrukken
newsagent = kiosk
editor = redacteur
latter = laatstgenoemde
data = gegevens
abbreviation = afkorting
to browse = bladeren
survey = onderzoek
poll = opiniepeiling
to indicate = te kennen geven
to define = omschrijven
to derive from = afleiden van
to imply = laten doorschemeren
assertion = bewering
to decline = weigeren
to evade = ontwijken
regardless of = ongeacht
significance = belang
imcomprehensible = onbegrijpelijk
oral = mondeling
verbal = mondeling
to emphasize = benadrukken
to contradict = tegenspreken
in italics = cursief
to persuade = overhalen
to assure = verzekeren
to acknowledge = erkennen
pledge = plechtige belofte
gesture = gebaar 
to exaggerate = overdrijven
to admit = toegeven
to claim = beweren
to publish = uitgeven
to broadcast = uitzenden
to get the message across = de boodschap overbrengen
commercial = reclamespotje
viewer = kijker
means = middel
to text message = sms'en
to keep in touch = contact houden
to inform = meedelen
to refer = verwijzen
to convince = overtuigen
rumour = gerucht

Ingezonden op 20-05-2012 - 3947x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

er kunnen misschien wat foutjes in zitten sorry!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Engels Examenidioom Voor 4/5 Havo en 4/5/6 VWO

123456789 E-D Hoofdtuk 1t/m9