Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
A. Learn It!
› 3 kapitel 6 Duits Wörterliste Algemeen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
A. Learn It!
, deel A, B, or C
3 kapitel 6 Duits Wörterliste Algemeen
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
KAPITEL 6 5 WIE SAG' ICH ES? Was ist das Tagesmenü? = Wat is het menu van de dag? Herr Ober, ich möchte bitte zahlen. = Ober, ik wil graag betalen. Darf ich bitte die Rechnung haben? = Mag ik de rekening hebben? Eine Cola bitte. = Een cola alstublieft. Wie viel kostet ein hotdog? = Hoeveel kost een hotdog? Herr Ober, ich habe noch kein bestek. = Ober, ik heb nog geen bestek. Wo sind der Löffel, die Gabel und das Messe? = Waar zijn de lepel, de vork en het mes? Einmal Currywurst bitte. = Eenmaal curryworst alstublieft. Haben Sie auch Bratwurst? = Hebt u ook braadworst? Ich möchte Huhn. = Ik zou graag kip willen. Willst du auch Senf? = Wil je ook mosterd? Mit oder ohne Spruddel? = Met of zonder prik? QUASSELECKE graag willen = möchten op 13 augustus = am 13. (dreizehnten) August Het beste, de beste wensen! = Alles Gute! uitnodigen = einladen de uitnodiging = die Einladung zich verheugen = sich freuen meenemen = mitnehmen het feestje (echt Duits) = die Freier het feestje (lijkt Frans) = die Fete het feestje = das Fest het feestje (lijkt Engels) = die Party begint (beginnen) = fängt an (anfangen) de dvd = die DVD (nu plus) de klasgenoot = der Klassenkamerad afgelopen zijn = zu Ende sein middernacht = Mitternacht morgen (toestemming hebben) = dürfen het opruimen = das Aufräumen TEXT: EIN MOFA! WAS IST DENN DAS? das Wort = het woord der motor = de motor(fiets) meist = meest das Land, die Länder = het land, de landen benötigen = nodig hebben genannt (nennen) = genaamd, genoemd (noemen) das Versicherungskennzeich = het verzekeringsplaatje gestohlen (stehlen) = gestolen (stelen) das Alter = de leeftijd das Minderstalter = de minimumleeftijd der Fahrer = de berijder, bestuurder die Prüfung = het examen die Fahrstunde = de rijles besonders = bijzonder, erg die Höchstgeschwindgkeit = de maximumsnelheid (nu plus) die Versicherung = de verzekering versichern = verzekeren das Kennzeich = het kenteken die Prüfbescheinigung = het keuringsbewijs, het certificaat
Ingezonden op 21-05-2012 - 464x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!