Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
eigen werk
› 5 all right!
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
eigen werk
5 all right!
Jaar 2 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
plan = plattegrond might = zou kunnen stuff = dingen,spul exhibit=iets wat is tentoongesteld gravity=zwaartekracht communication=communicatie satellite=satelliet timekeeping=het bijhouden van de tijd instructions=aanwijzingen,instructies human being=mens(elijk wezen) say=erin staan,beschrijven not yet=nog niet mean=gemeen mate=vriend,kerel What is it supposed to be?=Wat moet het voorstellen? artificial=kunst(matig) space suit=ruimtepak denken=think-thought-thought zich afvragen= wonder elektriciteit=electricity ruimtevaart=space travel technologie=technology menselijk lichaam=human body geschiedenis=history klok=clock afschuwelijk=horrible kunstenaar=artist tekening=drawing wetenschap=science uitvinding=invention knop, knoop=button samen=together motor(fiets)=motorbike vliegen=fly-flew-flown verongelukken, botsen=crash lift=elevator raket=rocket opwindend, spannend=exciting verbazingwekkend=amazing inventor=uitvinder explorer=ontdekkingsreiziger mankind=mensheid century=eeuw bra=bh beg=smeken operate=bedienen disk=schijf sincerely=met vriendelijke groeten robber=rover,dief emperor=keizer nickname=bijnaam (geven) only=pas of his days=uit zijn tijd onmogelijk=impossible stofzuiger=vacuum cleaner rits=zipper pleister=band-aid klagen=complain verdienen=deserve oefening=practice spiegel=mirror beschrijven=describe leugen=lie ontdekking=discovery verzamelen=collect noemen naar=call after, name after je zult alle eer krijgen=you will get full credit zal ik je een handje helpen?=shall I give you a hand? Je zult krijgen wat je verdient=you’ll get what you deserve. Je zult je ogen niet geloven!=You won’t believe your eyes! Ik ga vanavond werken=I am going to work tonight. Zij zijn niet van plan ons te helpen=They aren’t going to help us. Gaat ze dit alleen doen?=Is she going to do this on her own? Wij hebben het geneesmiddel vorig jaar getest.=We tested the drug last year. Wanneer hebben ze de experimenten uitgevoerd?/Wanneer voerden ze de experimenten uit?=When did they do the experiments? Ze wonen hier nu al twee jaar.=They have lived her for two years. Vincent is nooit in Rusland geweest.=Vincent has never been to Russia. Kijk, ik heb de auto van mijn vader gewassen.=Look, i have washed my dad’s car. Ze heeft alle koekjes opgegeten=She has eaten all the biscuits. Hij heeft zojuist de kamer verlaten=He has just left the room. Heb je hem vandaag gezien?=Have you seen him today Hij werkte altijd van 8 tot 5.=He always worked from 8 to 5. Ik verloor mijn evenwicht en liet een hamer vallen.=I lost my balance and dropped a hammer. Werkte hij aan de auto van meneer Williams?=Was he working on Mr Wiliam’s car? Wij waren de auto aan het testen, toen het licht uitging=We were testing the car when the lights went out. throughout the years = door de jaren heen groundbreaking = baanbrekend collection = verzameling, collectie object = voorwerp passagier = passenger compete = strijden family doctor = huisarts within = binnen scientist = wetenschapper lap = ronde speed = snelheid range = bereik clarity = helderheid magical = magisch disappointed = teleurgesteld cap = dop savings account = spaarrekening shelf = plank constant, voortdurend=all the time verleden=past heden=present rondleiding=tour wedstrijd=competition per uur=an hour afmaken, voltooien=complete accepteren=accept belangrijkste=main, major meedoen aan=take part in bereiken=reach verbeteren=improve telefoontoestel=telephone set reis=journey (mee) brengen=bring=brought=brought bestaan=excist opslaan, bewaren=store vertellen=tell-told-told beginnen=begin-began-begun ik ging vanmorgen om half 8 naar school.=I went to school at 7.30 this morning. Ik zal je om 9 uur bij het museum ontmoeten.=I’ll meet you at the museum atnine o’clock. In 2004 zijn we naar Parijs gegaan. In 2005 zijn we thuisgebleven.=In 2004 we went to Paris. In 2005, we stayed at home. list = een overzicht geven others = anderen queue = rij on my way = op weg zijn naar evil = kwaadaardig, slecht gadget = apparaatje, ding weapon = wapen blow up = ontploffen fit = passen crack a code = een code kraken nice-looking = goed uitziend tijdens=during pagina=page ontmoeten, afspreken=meet-met-met zoals gewoonlijk=as usual auto=car kauwen=chew binnen=inside foto nemen/maken=take a picture send back=terugsturen vertalen=translate bijna=nearly vergeten=forget-forgot-forgotten Zullen we gaan voetballen? = Shall we play some football? We zouden thuis kunnen blijven en tv-kijken. = We could stay at home and watch TV. Waarom gaan we niet naar de nieuwste Bond-film? = Why not go and see the latest Bond film? Laten we gaan zwemmen. = Let's go for a swim. Wat dacht je van een potje tennis? = How about a game of tennis? Dat klinkt als een geweldig idee. = That sounds like a great idea. Zeker, dat zou gezellig zijn. = Sure, that would be fun. Ja, dat is goed. = Yes, all right. Sorry, ik blijf liever thuis. = Sorry, I'd rather stay at home. Ik zou graag willen, maar ik heb geen tijd. = I'd like to, but I don't have time. Hoe laat begint de film? = What time does the film starts? Hoe laat sta jij 's ochtends op? = What time do you get up in the morning? Hoe lang duurt het om deze test te maken? = How long will it take to finish this test? Kun je hier binnen twintig minuten zijn? = Can you be here in twenty minutes? Weet jij/u hoe laat het is? = Do you know what time it is? De film begint om half negen. = The film starts at half past eight. Ik sta meestal om kwart over zeven op. = I usually get up at a quarter past seven. Het duurt minstens een uur. = It will take at least one hour. Het is kwart voor een. = It's a quarter to one. Het is half acht. = It's half past seven
Ingezonden op 24-05-2012 - 1652x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!