Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Noorderpoort Anatomie en fysiologie
› 13 MT Hormoonstelsel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Noorderpoort Anatomie en fysiologie
, deel 1
13 MT Hormoonstelsel
Jaar 4 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
adrenaline = bijniermerghormoon met een sympathicuswerking adrenocorticotroop hormoon (ACTH) = hypofysehormoon dat de werking van de bijnierschors beïnvloedt androgeen hormoon = mannelijk geslachtshormoon antidiuretisch hormoon (ADH) = hypofysehormoon dat inwerkt op de urineproductie calcitonine = schildklierhormoon met effect op de calciumhuishoudign: antagonist van het parathormoon cortex = schors endocriene klieren = klieren met interne secretie: afscheiding in het lichaam glandula parathyroidea = bijschildklier glandula suprarenalis = bijnier glandula thyroidea = schildklier glucagon = alvleesklierhormoon met effect op de glucosehuishouding; antagonist van insuline glucocorticoïden = bijnierschorshormonen met een remmende werking op allerlei lichaamsreacties gonadotroop hormoon = hypofysehormoon dat de werking van de vrouwelijke geslachtsklieren beïnvloedt hormoon = een in het lichaam gevormde stof die via de bloedbaan bepaalde processen in werking zet hypofyse = hormoonproducerende klier onder aan de hersenen hypothalamus = centrum in de hersenstam die o.a. de werking van de hypofyse beïnvloedt insuline = alvleesklierhormoon dat de suikerspiegel in bloed en weefselvocht doet dalen interne secretie = inwendige afscheiding van hormonen medulla = merg mineralocorticoïden = bijnierschors met werking op de terugresorptie van water uit de voorurine ovaria = eierstokken oxytocine = hypofysehormoon dat de uterus kan doen samentrekken pancreas = alvleesklier parathormoon = bijschildklierhormoon met effect op de calciumhuishouding; antagonist van calcitonine prolactine = hypofysehormoon dat de borstontwikkeling en de moedermelkproductie stimuleert sella turcica = uitholling in de schedelbasis waarin ich de hypofyse bevindt thyroïdstimulerend hormoon (TSH) = hypofysehormoon dat de werking van de schildklier beïnvloedt thyroxine = schildklierhormoon met effect op de calciumhuishoudign: antagonist van het parathormoon uterus = baarmoeder
Ingezonden op 10-06-2012 - 2508x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
01-07-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!