Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

ZienderOgen Kunst

679101216 Alle begrippen hoofdstukken 6, 7, 9, 10, 12, 16 (alfabetische volgorde)

Jaar 2 (Gymnasium)

Afsnijding = Manier van ruimtesuggestie. Het kader overlapt de vormen: De beschouwer maakt de vormen in gedachten af
Assembleren = Verzamelen, samenvoegen. Voorwerpen met meestal een nuttige functie worden uit hun oorspronkelijke verband genomen en op een vaak nieuwe, originele manier samengevoegd tot een nieuw geheel
Asymmetrisch = Symmetrie ontbreekt
Atmosferisch perspectief = Ruimtesuggestie doordat kleur en vorm dichter bij de horizon vervagen
beeldaspect = één van de onderdelen waaruit een beeld is opgebouwd. een beeldaspect kan alleen in combinatie met andere beeldaspecten worden gebruikt
beeldende middelen = alle middelen die men gebruikt om een twee- of driedimensionale te maken.niet alleen de beeldaspecten, maar ook het materiaal, het gereedschap en de techniek
Clair-obscurcontrast = Tegenstelling met behulp van lichte en donkere kleuren. Deze tegenstelling wordt toegepast om een dramatisch effect te bereiken.
Collage = techniek waarbij materiaal zoals papier of textiel op een ondergrond bevestigd worden.
Constructies =Een aantal losse onderdelen die zijn samengevoegd tot een stevig geheel. De onderdelen blijven zichtbaar
Doordringend in de ruimte = Een driedimensionale vorm die de omringende ruimte in steekt
Dynamisch = Beweeglijk, of de suggestie wekkend dat te zijn. Tegenstelling van statisch
een onderzoek naar het gebruik van de beeldende middelen en de inhoud van een beeld
Eigen schaduw = De schaduw op het voorwerp zelf. Het gedeelte dat niet rechtsreeks belicht wordt.
Formeren = Voorwerpen rangschikken die verplaatsbaar zijn, zonder verbindingen te gebruiken. De onderdelen samen vormen een nieuw geheel
Gedetailleerd - vaag = Manier van ruimtesuggestie: vooraan zijn de dingen met details getekend, verder weg worden ze steeds vager van vorm
Gesloten = (driedimensionale) vorm waarvan het oppervlak massief is of masiief aandoet
Glimlicht = Een 'witte' vlek op een voorwerp. Het licht wordt op die plaats zo sterk weerkaatst dat de lokale kleur niet meer te zien is. 
groot-klein = Manier van ruimtesuggestie: de dingen op de voorgrond zijn groot, verder weg zijn ze kleiner
Hoog-Relief = De voorstelling is voor meer dan de helft vrijstaand
Horizon = In werkelijkheid: De schijnbare grens tussen aarde (of water) en hemel. In een tekening of schilderij: Een horizontale lijn op ooghoogte
Installatie = Kunstwerk dat een gehele ruimte beslaat. Er onstaat een nieuwe omgeving, waarbij gebruik gemaakt van allerlei materiaal. De sfeer kan verschillend zijn, bijvoorbeeld realistisch, komisch, dreigend
Kader = De begrenzing van het beeldvlak (bijvoorbeeld een rechthoek) waarbinnen getekend of geschilderd is
kunstbeschouwing = het aandachtig bekijken en onderzoeken van beelden die men tot de kunst rekent.
Laag-Relief = De voorstelling steekt nauwelijks of zeer weinig uit de achtergrond
licht-donkercontrast = Tegenstelling gevormd door lichte en donkere kleuren. zwart en wit vormen het grootste licht-donkercontrast.
Lijnperspectief = Ruimtesuggestie volgens een wiskundige methode, met behulp van lijnen die naar een of meer vluchtpunten op de horizon lopen
Meelicht = Wanneer de beschouwer in de richting kijkt waarin ook het licht schijnt. {Bij meelicht is er geen uitgesproken eigen schaduw}
ordening = de manier waarop de belangrijkste, kleurigste en grootste vormen in (een) bepaalde richting(en) geplaatst worden
Overlapping = Manier van ruimtesuggestie: Gedeelten van vormen zijn niet te zien omdat er andere vormen vóór staan
Realistisch = manier van werken waarbij de werkelijkheid zo nauwkeurig en onoverbloemd mogelijk wordt weergegeven; altijd figuratief
Relief = Driedimensionaal beeld waarbij de voorstelling slechts weinig uit de achtergrond steekt
Repoussoir = Bijzondere combinatie van overlapping en afsnijding ter versterking van ruimtesuggestie. Meestal door behulp van een silhouet, bijvoorbeeld een donker gekleurde boom op de voorgrond. Het repoussoir geeft de beschouwer het gevoel deel uit te maken van de voorstelling
Rubbing = Techniek waarbij het oppervlak van een voorwerp op papier wordt afgewreven. Op het oppervlak ligt het papier; met krijt of potlood wordt over het papier gewreven
Ruimtesuggestie = De indruk van diepte op een plat vlak
Silhouet = Schaduw die ontstaat bij tegenlicht. De beschouwer ziet eigenlijk alleen de eigen schaduw. Een silhouet is altijd een donkere, egaal gekleurde vorm.
Slagschaduw = De schaduw van het voorwerp op de grond of op een ander voorwerp.
Standpunt = 1) Gezichtspunt: De plaats vanwaar iets is bekeken en in beeld gebracht. 2) De mening van de maker, zoals die door de vormgeving aan de beschouwer wordt overgebracht
Statisch = Niet bewegend, zonder de suggestie van beweging. Tegenstelling van dynamisch
Strijklicht = Een belichting waarbij de lichtbron zich bijna achter het voorwerp bevindt.
Suggestie = Wanneer er op een plat vlak zo geschilderd of getekend is dat men de indruk krijgt dat de voorstelling echt aanwezig is.
Surrealisme = alledaagse voorwerpen worden op een niet-alledaagse manier met elkaar verbonden. Er is een zeer nauwkeurige en gedetailleerde hanteringswijze.
Symmetrisch = Wanneer het beeld in twee helften verdeeld kan worden die precies elkaars spiegelbeeld zijn
Tegenlicht = Tegenlicht ontstaat wanneer de lichtbron zich recht voor de beschouwer bevind en tegen de kijkrichting in schijnt. 
Vluchtpunt = Het punt op de horizon waar twee lijnen, die in werkelijkheid evenwijdig en horizontaal zijn, bij elkaar (lijken te) komen
Vrijstaand = Driedimensionaal, losstaand in de ruimte. Je kunt er omheen lopen
Zijlicht = Er is sprake van zijlicht wanneer de lichtbron zich naast het voorwerp bevindt. Eigen schaduw en slagschaduw zijn dan duidelijk te zien.

Ingezonden op 19-06-2012 - 3409x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

ZienderOgen Kunst

679101216 Alle begrippen hoofdstukken 6, 7, 9, 10, 12, 16 (alfabetische volgorde)