Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
XAnders
› 1 Alle woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
XAnders
1 Alle woordjes
Jaar 3 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
wieder sehen = weerzien Können Sie das vielleicht noch mal erklären? = Kunt u dat misschien nog eens uitleggen? Wie sagt man das auf Deutsch? = Hoe zeg je dat in het Duits? Haben Sie ein Wörterbuch für mich? = Heeft u een woordenboek voor mij? Dann können wir die Arbeit nicht schreiben, weil... = Dan kunnen we het proefwerk niet maken, want... Wo bist du gewesen? = Waar ben jij geweest? furchtbar = vreselijk furchtbar = toll trotzdem = toch zelten, gezeltet = kamperen, gekampeerd Ich habe mich versteckt = Ik heb me verstopt Im Wald = In het bos übernachten, übernachtet = overnachten, overnacht tun, getan = doen, gedaan in einem Jugendhotel = in een jeugdhotel spät = laat sparen, gespart = sparen, gespaard schon = al der Stundenplan = het lesrooster das Wetter = het weer Die Sonne scheint = De zon schijnt regnen, geregnet = regenen, geregend der Norden = der Süden der Westen = der Osten heiter = zonnig der Schauer = de regenbui das Gewitter = het onweer schwimmen, geschwommen = zwemmen, gezwommen haben, gehabt = hebben, gehad Ich vermisse dich! = Ik mis je! am Strand = aan het strand vorgestern = eergisteren der Kuss = de kus funken, gefunkt = vonken, gevonkt die Herbstferien = de herfstvakantie fliegen, geflogen = vliegen, gevlogen Cherry, angenehm = Cherry, aangenaam in den Niederlanden = in Nederland die Stadt = de stad Bist du umgezogen? = Ben jij verhuisd? Seid ihr zusammen? = Gaan jullie met elkaar? Woher kommst du? = Waar kom jij vandaan? Meine Mutter arbeitet in Rotterdam = Mijn moeder werkt in Rotterdam Warum sprichst du Deutsch? = Waarom spreek jij Duits? fast = bijna Niederländisch = Nederlands kennen lernen = leren kennen zeigen = laten zien suchen, gesucht = zoeken, gezocht finden, gefunden = vinden, gevonden in den Sommerferien = in de zomervakantie der Kontakt = het contact Liebe Grüße aus Amsterdam! = Groetjes uit Amsterdam! bald = snel Alles Liebe = groetjes der Vorname = de voornaam der Nachname = de achternaam die Postleitzahl = de postcode der Ort = de plaats das Alter = de leeftijd die E-Mail-Adresse = het e-mailadres trennen, getrennt = uit elkaar gaan
Ingezonden op 11-09-2012 - 1748x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!