Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Deutsch im Unterricht
› 1 Sommer
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Deutsch im Unterricht
, deel 3
1 Sommer
Jaar 3 (vmbo-kgt)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Reise = de reis der Vorname = de voornaam die Straße = de straat die Straßen = de straten der Ort = de woonplaats die E-Mail-Adresse = het e-mailadres Deutsch = duits Niederländisch = nederlands keine = geen alt = oud älter = ouder jung = jong jünger = jonger groß = groot größer = groter der Bruder = de broer die Brüder = de broers Tschüs = doei Wie heißen Sie? = Hoe heet u? kommen = komen gekommen = gekommen Woher kommst du? = Waar kom jij vandaan? aus Holland = uit Nederland Wo wohnt er? = Waar woont hij? in der Schweiz = in Zwitserland in Österreich = in Oostenrijk Wer ist das? = Wie is dat? ich bin 15 = ik ben 15 Wie viel Geschwister hast du? = Hoeveel broers en zussen heb jij? Welche Nummer hat sie? = Welk nummer heeft zij? das Handy = het mobieltje die Handys = de mobieltjes warum = waarom warten = wachten gewartet = gewacht null = 0 eins = 1 zwei = 2 drei = 3 vier = 4 fünf = 5 sechs = 6 sieben = 7 acht = 8 neun = 9 zehn = 10 elf = 11 zwölf = 12 arbeiten-gearbeitet = werken-gewerkt Er arbeitet als Kellner = hij werkt als kelner finden-gefunden = vinden-gevonden Wie findest du Englisch? = Hoe vind je engels? Ich habe keine Zeit gehabt = ik heb er geen tijd voor gehad Wo bist du gewesen? = waar ben jij geweest? Wie geht es dir ? = hoe gaat het met jou? es geht mir gut = het gaat goed met mij Wann bist du geboren? = wanneer ben jij geboren? Ich bin 1993 geboren = ik ben in 1993 geboren Nächste Woche werde ich 16 = Volgende week word ik 16 Was ist deine Nummer? = was is jouw nummer? das Kind (die Kinder) = het kind (de kinderen) der Freund (die Freunde) = de vriend (de vrienden) die Freundin (die Freundin) = de vriendin (de vriendinnen) schon lang = al lang in der Nähe von = in de buurt van die Sommerferien = de zomervakantie heute = vandaag Können Sie das vielleicht nochmal erklären? = Kunt u dat mischien nog een keer uitleggen? Was sollen wir für die nächste Stunde machen? = wat moeten wij voor de volgende les doen Ich habe keine Ahnung! = ik heb geen idee! Ich bin schon fertig! = ik ben al klaar! Was bedeutet das? = Wat betekent dat? Wie sagt man das auf Deutsch? = Hoe zegt je dat in het duits?
Ingezonden op 18-09-2012 - 1053x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!