Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

EcoMO Onderbouw(d)

1 begrippen die IK voor s.o moest weten (basis begrippen voor economie)

Jaar 3 (havo)

primaire en secundaire behoeftes = primaire is hoognodige behoeftes zoals eten en een huis en secundaire is luxe
primaire en secundaire goederen= primaire bijvoorbeeld eten , secundair bijvoorbeeld tv
stoffelijke en onstoffelijke goederen = stoffelijk kan je aanraken ,en onstoffelijk is een dienst
middelen en schaarste= vraag en aanbod , meer vraag dan aanbod is schaarste 
keuzes en prioriteiten = kiezen tussen 2 dingen en soms moeten kunnen zeggen dat 1 ding dan niet kan 
vraag aanbod en prijs= vraag en aanbod maakt veel verschil in prijs , veel vraag is hogere prijs
consumeren produceren = consumeren is kopen en produceren is vervaardigen van goederen en diensten
producten = goederen en diensten
duurzame en niet duurzame consumptie goederen = duurzame is voor een langere tijd mee , niet duurzame na een keer is het klaar
gebruiks en verbruiksgoederen = gebruiks gaat langeretijd mee en verbruiks maar 1 keer
inflatie en koop kracht=inflatie is minder waard worden van je geld , in bangkok is 1 euro veel meer waard , koopkracht hoeveel je kan kopen met je geld
welvaart en welzijn= welvaart , toestand waarin de mens of land bekeert in economie , mate waarin behoeftes bevredigd worden
nationaal inkomen =totaal verdiend inkomen van een land in een jaar
geld en ruil in natura =producten tegen producten ruilen
directe en indirecte ruil =directe is goederen tegen goederen worden geruild en indirecte ruil is tegen geld
chartaal en giraal geld= chartaal is los geld , giraal is op betaal rekening
lopende rekening en spaarrekening = 
debet en creditsaldo bankrekeningen= 
functies van geld =reken spaar en ruilmiddel 
betaalvormen= internetbankieren,acceptgirokaart,overboeking,automatisch incasso,overschrijvingkaart,telefonish
inkomen uit arbeid en bezit= geld dat jij krijgt omdat je werkt of over dingen bezit
productie factoren en hun beloning=dingen die gebruikt worden om te produceren : arbeid, natuur,kapitaal goederen,ondernemer schap , beloningen zijn loon,huur/pacht, rente,winst
soorten uitgaven= vast , dagelijks en inticentieel , vast is b.v verzekeringen , dagelijks is eten en incentieel is oververwachts
reserveringsuitgaven= voor onverwachtse gebeurtenissen moet je geld reserveren 
economische of technische levensduur = duur dat iets economisch of technisch kan worden gebruikt

Ingezonden op 08-10-2012 - 5030x bekeken.
Waardering 6 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

veel spel fouten maar moet je maar eigen maken , dit heb ik van mijn leraar gekregen dus waarschijnlijk heb je er niet speciaal veel aan maar dit zijn wel de basis begrippen economie

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

EcoMO Onderbouw(d)

1 begrippen die IK voor s.o moest weten (basis begrippen voor economie)