Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Economie Teun
› 12 Begrippen.
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Economie Teun
, deel 1
12 Begrippen.
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
manier waarop middelen worden ingezet. = aanwendingsrichting. feit dat dezelfde middelen ingezet kunnen worden voor de bevrediging van verschillende behoeften = alternatief aanwendbaar. baten = opbrengsten. wens die men vervuld zou willen zien. = behoefte. bestedingsruimte. = budget. lijn van alle mogelijke productcombinaties die maximaal kunnen worden gekocht met het gegeven budget. = budgetlijn. geldwaarde van het gebruik of verbruik van productiefactoren. = kosten. product dat of dienst die in een behoefte kan voorzien. = middel opbrengsten = baten. spanningsveld tussen onbegrensde bohoeften en beperkte middelen. = schaarste. productiefactor die het menselijk handelen tijdens het productieproces omvat. = arbeid. opdelen van een productieproces in afzonderlijke deeltaken. = arbeidsdeling. productie per arbeidskracht per tijdseenheid. = arbeidsproductiviteit. situatie waarin er niet wordt geruild. = autarkie. iemand die goederen en/of diensten koopt om daarmee in zijn behoeften te voorzien. = consument. kopen van goederen met als doel het bevredigen van behoeften. = consumptie. persoon of organisatie die producten of diensten produceert. = producent. transformatie van inputs naar goederen of diensten. = productie. uitwisseling van middelen = ruil de waarde van een middel uitgedrukt in eenheden van een ander middel. = ruilverhouding. toelegging op een afgebakend onderdeel van het productieproces. = specialisatie. kosten van het ruilverkeer, zoals onderhandelingskosten, informatiekosten en het vinden van een onderhandelingspartner. = transactiekosten. munten en bankbiljetten in handen van gezinnen en bedrijven. = chartaal geld. centrale bank van nederland. = de nederlandsche bank. centrale bank van alle eurolanden. = europese centrale bank. de waarde die op het chartale geld gedrukt staat. = extrinsieke waarde. geld dat zijn waarde uitsluitend ontleent aan het vertrouwen dat mensen erin hebben. = fiduciair geld. middel dat geruild kan worden tegen alle andere middelen. = geld. het maken van geld met als doel het in omloop te brengen. = geldschepping. papier waarop staat hoeveel geld de houder aan de bank in beheer heeft gegeven. = geldwissel. direct opvraagbare tegoeden van gezinnen of bedrijven op bank en/of girorekeningen. = giraal geld. koopkracht van het geld = interne waarde. waarde van het materiaal waarvan het geld gemaakt is. = intrinsieke waarde. totale hoeveelheid chartaal en giraal geld dat in omloop is. = maatschappelijke geldhoeveelheid. waarde die op het chartale geld gedrukt staat. = nominale waarde. functie van geld die het gemakkelijker maakt de aanwending van middelen uit te stellen. = oppotmiddel. ruilverhouding van middelen tot het middel geld = prijs. functie van geld die het gemakkelijker maakt de waarde van verschillende middelen met elkaar te vergelijken. = rekenmiddel. functie van geld die het gemakkelijker maakt goederen en diensten te ruilen. Ervaringsgegeven dat zegt dat geld met een relatief hoge intrinsieke waarde uit de omloop raakt. = wet van gresham.
Ingezonden op 09-10-2012 - 1826x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!