Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Thematische Woordenschat Journalistiek
› 4 2. Denken; zich voorstellen; willen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Thematische Woordenschat Journalistiek
4 2. Denken; zich voorstellen; willen
Jaar 6 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
vouloir = willen tu veux bien qu'on aille au cinéma? = wil je graag dat we naar de film gaan? la volonté = de wil demander = vragen, verzoeken souhaiter faire qc = wensen iets te doen, iets graag willen doen désirer faire qc = wensen iets te doen, iets graag willen doen le désir = de wens, het verlangen préférer (faire) qc = de voorkeur geven aan iets, de voorkeur eraan geven iets te (doen), iets liever willen (doen) je préfère ne pas la rencontrer = ik wil haar liever niet ontmoeten avoir envie de qc = zin hebben in iets j'ai envie d'une glace = in heb zin in een ijsje il vaut mieux = het is beter il vaut mieux ne pas le déranger = het is beter om hem niet te storen il vaut mieux qu'on s'en aille = het is beter om weg te gaan s'imaginer (faire) qc = zich voorstellen/verbeelden les jeunes s'imaginent avoir toujours raison = jongeren denken dat ze altijd gelijk hebben l'imagination (f) = de verbeelding, de fantasie supposer = vermoeden, veronderstellen je suppose que tu es en colère contre lui = ik veronderstel dat je woedend op hem bent rêver (de) = dromen (van) un rêve = een droom conclure = besluiten, afleiden, concluderen une conclusion = een conslusie j'en tire les conclusions qui s'imposent = ik trek daar de voor de hand liggende conclusies uit juger qn/qc = over iemand/iets oordelen juger qn sur ses actes = iemand op zijn/haar daden beoordelen le jugement = het oordeel un préjugé = een vooroordeel les préjugés ont la vie dure = vooroordelen zijn hardnekkig croire qn/qc = iemand/iets geloven un avis = een mening à mon avis, tu devrais t'excuser = naar mijn mening zou je je excuses moeten aanbieden être d'avis que = menen dat un point de vue = een standpunt, een gezichtspunt, een mening partager le point de vue de qn = iemands mening delen une impression = een indruk j'ai l'impression que tu te moques de moi = ik heb de indruk dat je me belachelijk maakt proposer qc à qn/à qn de faire qc = iets aan iemand voorstellen/iemand voorstellen iets te doen la proposition = het voorstel le sens = het verstand; het gevoel; de zin; het zintuig le bon sens = het gezond verstand le non-sens = de onzin logique = logisch la logique = de logica une opinion = de mening; de opinie se faire une opinion sur qc = zich een mening over iets vormen vrai; vraie = waar; echt la vérité de waarheid une erreur = een vergissing; een fout vous avez commis une erreur = u hebt een vergissing begaan l'erreur est humaine = vergissen is menselijk se tromper = zich vergissen savoir = weten; kennen; kunnen le savoir = het weten; de kennis; het kunnen connaître = kennen; leren kennen connaître un poème par cœur = een gedicht uit het hoofd kennen la connaissance = de kennis les connaissances en français = kennis van het Frans théorique = theoretisch une théorie = een theorie deviner = raden une devinette = een raadsel poser une devinette à qn = iemand een raadsel opgeven prévoir = voorspellen; voorzien c'était à prévoir = dat was te voorzien une prévision = een voorspelling les prévisions météorologiques = de weersvoorspelling; het weerbericht constater qc = iets vaststellen; iets constateren une constatation = een vaststelling; een constatering retenir qc = iets onthouden je n'arrive jamais à retenir votre nom = ik kan uw naam maar niet onthouden se rappeler qn/qc = zich iemand/iets herinneren se souvenir de = zich herinneren je ne me souviens plus de ton adresse = ik kan me je adres niet meer herinneren oublier qc/de faire qc = iets vergeten/vergeten iets te doen penser à = denken aan elle pense souvent à lui = ze denkt vaak aan hem la pensée = de gedachte; het denken une idée = een idee; een gedachte; een inval changer d'idée = van mening veranderen réfléchir à/sur qc = over iets nadenken j'ai réfléchi à/sur votre argument = ik heb nagedacht over uw argument une réflexion = een overdenking; een overpeinzing la raison = het verstand; de rede perdre la raison = het verstand verliezen intelligent; intelligente = intelligent; verstandelijk l'intelligence = de intelligentie; het verstand intellectuel; intellectuelle = intellectueel; verstandelijk comprendre = begrijpen je n'y comprends rien = ik begrijp er niets van la compréhension = het begrip(svermogen) la mémoire = het geheugen avoir la mémoire courte = kort van memorie douter de qc/que = aan iets twijfelen; betwijfelen of/dat je doute de sa sincérité = ik twijfel aan zijn oprechtheid on doute qu'il dise la vérité = we twijfelen eraan of hij de waarheid spreekt un doute = een twijfel confondre avec = verwarren/verwisselen met je l'ai confondue avec sa sœur = ik heb haar verwisseld met haar zus confus; confuse = verward; confuus la confusion = de verwarring; de verwisseling analyser = analyseren comparer qn/qc à qn/qc = iemand/iets met iemand/iets vergelijken distinguer de = onderscheiden van distinguer le bien du mal = goed van kwaad onderscheiden reconnaître = herkennen se rendre compte de qc = zich rekenschap geven/zich bewust worden van iets elle ne s'est pas rendu compte de son erreur = ze was zich niet bewust van haar vergissing volontaire = vrijwillig; opzettelijk involontaire = onvrijwillig; onopzettelijk un homicide involontaire = doodslag imposer qc à qn = iem iets opleggen exiger qc = iets eisen; iets verlangen j'exige tes excuses = ik eis dat jij je excuses aanbiedt être exigeant; exigeante = veeleisend zijn il est très exigeant envers = hij stelt hoge eisen aan zichzelf une exigence = een eis; verlangen arbitraire = willekeurig une décision arbitraire = een willekeurige beslissing résolu; résolue = vastbesloten je suis bien résolu à lui dire ses quatre vérités = ik ben vastbesloten om haar eens goed de waarheid te zeggen la résolution = het besluit; de beslissing un objectif; un but = een doel poursuivre un but/un objectif précis = een duidelijk doel nastreven un projet = een project; een plan faire des projets pour les vacances = vakantieplannen maken un plan = een plan tirer des plans = plannen maken; plannen smeden une intention = intentie; bedoeling ma mère est pleine de bonnes intentions = mijn moeder zit vol goede bedoelingen avoir l'intention de faire qc = de bedoeling hebben om iets te doen envisager (de faire) qc = iets van plan zijn songer à = denken aan; mijmeren over elle songe à émigrer = ze denkt erover om te gaan emigreren tenir à ce que {+ subj} = erop staan dat je tiens à ce que tu fasses tes devoirs = ik sta erop dat jij je huiswerk maakt accepter = accepteren Refuser qc = weigeren refuser (de faire) qc = weigeren om iets te doen elle refuse de nous aider = ze weigert om ons te helpen elle refuse qu'on lui vienne en aide = ze slaat onze hulp af renoncer à faire qc = afzien van iets; iets opgeven nous renonçons à lui faire comprendre notre point de vue = we geven het op haar ons standpunt duidelijk te maken s'opposer à = zich verzetten tegen éviter de faire qc = vermijden iets te doen empêcher qn de faire qc = iem beletten iets te doen son père veut l'empêcher de se marier = zijn vader wil hem beletten te trouwen
Ingezonden op 27-10-2012 - 1788x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!