Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Thematische Woordenschat Journalistiek
› 11 4. Bezienswaardigheden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Thematische Woordenschat Journalistiek
11 4. Bezienswaardigheden
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Visiter qc = iets bezoeken Une visite guidée = rondleiding Une curiosité = een bezienswaardigheid Un site = een landschap; een plek Une attraction = een trekpleiser La tour Eiffel est une attraction pour les touristes = de Eiffeltoren is een toeristische trekpleiser Pittoresque = pittoresk Un monument historique = een historisch monument Un château = een kasteel Un château fort = een burcht Ce château a été classé monument historique = dat kasteel valt onder monumentenzorg Des ruines = een ruïne Une église en ruine = een vervallen kerk Des murs = de muren Un palais = een paleis Un palais ancien = een oud paleis Une forteresse = een vestiging Des remparts = een stadswal Un spectacle son et lumière = een klank-en-lichtspel Assister à un son et lumière = een klank-en-lichtspel bijwonen Une église = een kerk Une cathédrale = een kathedraal Une cathédrale romane = een romaanse kathedraal Une cathédrale gothique = een gotische kathedraal Un musée = een museum Un musée d’art moderne = een museum voor moderne kunsten Un écomusée = een natuurmuseum Une chapelle = een kapel Une basilique = een basiliek Un arc = een boog L’Arc de Triomphe = de Triomfboog Une colonne = een zuil Un quartier = een stadswijk Une place = een plein Un marché = een markt Un marché aux puces = een vlooienmarkt Une tour = een toren On a une vue splendide du haut de la tour = vanaf de toren heb je een prachtig uitzicht Un pont = een brug Un parc = een park Une fontaine = een fontein Un jet d’eau = een fontein met opspuitende waterstraal Un plan = een plattegrond Un dépliant = een folder Un tour de la ville = een stadstour Un circuit touristique = een toeristische route L’entrée = de toegang L’entrée au musée est gratuite pour les enfants = kinderen hebben gratis toeging tot het museum Les heures d’ouverture = de openingstijden La fermeture hebdomadaire = de wekelijkse sluiting Un coffre = een kluis Le lac = het meer La localisation = de locatie Le bac = de pont
Ingezonden op 28-10-2012 - 1505x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!