Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Lingua Latina

18 Woordjes H18 en de woordjes uit de tekst t/m regel 19

Jaar 3 (Gymnasium)

acer, acris = scherp, streng, hard
patres = senatoren, patriciërs {mv}
agere = doen, handelen, onderhandelen
celer, celeris = snel
opus est = ... is nodig {+abl.}
discordia = tweedracht, onenigheid
lex, legis = wet {v}
crudelis, -is = wreed, meedogenloos
iudicium = rechtbank, vonnis
iratus = boos, woedend
fabula = verhaal, fabel
brevis, -is = kort
eques, equitis = ruiter, ridder
pars, partis = deel {v}
omnis, -is = ieder, elk, geheel, alle
mortalis, -is = sterfelijk, vergankelijk, sterveling, mens
duo = twee
ingens, -entis = reusachtig, enorm
civis, civis = burger, medeburger
utilis, -is = nuttig, geschikt
salus, salutis = gezondheid, welzijn {v}
communis, -is = gemeenschappelijk, algemeen
consulere = beraadslagen, overleggen, overwegen, zorgen voor (+dat.), om raad vragen (+acc.), raadplegen (+acc.) {pf: consului, consultus}
convenire = samenkomen, tegenkomen, ontmoeten, overeenkomen
legatus = gezant
ius, iuris = recht, rechtsregel {o}
describere = overschrijven {pf: descripsi, descriptus}
quattuor = vier
quinque = vijf
post = later, daarna {bijw.}
prudens, -entis = verstandig, wijs
corrigere = verbeteren, corrigeren {pf: correxi, corrrectus}
preficere, -io = afmaken, voltooien {pf: perfeci, perfectus}
tabula = plank, plaat, wetstafel
exponere = uitstallen, uiteenzetten, te vondeling leggen, tentoonstellen
qua de causa = waarom, daarom
duodecim = twaalf

Cum(+ abl met, samen met) = toen, als, wanneer
ex (+abl) = uit, van
auxilium = hulp
nam = namelijk, want
plebs = volk
finis, -is = grens, einde, doel 
facere = maken, doen
nisi = als niet, behalve
legere = lezen
quid = wat?
si = als
iniustus = onrechtvaardig
iterum = weer, opnieuw
urbs, -is = stad
cedere (+abl) = weggaan (uit), verlaten
iam = al, reeds, spoedig, weldra
dicere = zeggen, spreken, noemen, bedoelen
qui = die, dat
animus = geest, ziel, hart
homo, hominis = mens
movere = bewegen, ontroeren, beïnvloeden, opwekken
tempus, temporis = tijd
hostis, -is = vijand
venire = komen
a(b) (+abl) = van (af)
a(b) (+abl bij pass) = door
magnus = groot, belangrijk
populus = volk
relinquere = achterlaten, verlaten
diripere = plunderen, verwoesten
princeps, principis = leider
apud (+acc) = bij
clamare = roepen, schreeuwen
etiam = ook
imperium = rijk, macht, heerschappij, gebod, bevel
enim = namelijk, immers
imminere = dreigen, bedreigen
seditio, seditionis = opstand, oproer
quae = die , dat
perdere = te gronde richten, vernietigen, verliezen
cavere = oppassen, uitkijken, op zijn hoede zijn voor
concedere = toestaan, afstaan, geven
inter (+acc) = tussen, onder, temidden van, tijdens
de (+abl) = van, van… af, over
statim = meteen, onmiddellijk
tres = drie
ibi = daar
clarus = beroemd, duidelijk, helder, luid

Ingezonden op 29-10-2012 - 930x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Voor het klasje 3D

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Lingua Latina

18 Woordjes H18 en de woordjes uit de tekst t/m regel 19