Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Go for it!, deel 1

1 ALLE UNITS VAN HS 1

Jaar 1 (havo/vwo)

to server = serveren
busy = druk
to hurry up = zich haasten
corner shop = buurtwinkel
to be thirsty = dorst hebben
customer = klant
to enjoy = genieten van
across = aan de overkant van
road = weg
post office = postkantoor
almost = bijna
neighbours = buren
to introduce = voorstellen
local = platselijk
close to = dichtbij
gym = fitnisruimte
see you = tot ziens
bye = tot ziens
to be in a rush = haast hebben
out of sight = verdwenen
Are you all right? = Gaat het goed?
I'm fine. = Het gaat goed met mij.
Are you enjoying the festival? = Hebben jullie het naar je zin op het festival?
Do you live around here? = Wonen jullie hier de buurt?
Let me introduce my famly to you. = Ik zal mijn familie aan jullie voorstellen.
I'm Mr Ford and this is my wife Helen. = Ik ben meneer Ford en dit is mijn vrouw Helen.
These are our new neighbours. = Dit zijn onze nieuwe buren.
Nice to meet u. = Aangenaam kennis te maken.
I can't believe it. = ik ka het niet geloven.
How are things here? = Hoe gaat het hier?
I have to go. = Ik moet gaan.
Let mee see. = Laat me eens kijken.
large = groot
family = familie
less = minder
to find out = ontdekken
to uderstand = begrijpen
jealous = jaloers
age gap = leeftijdsverschil
eldest = oudste
youngest = jongste
married = getrouwd
to move out = uit huis gaan
boring = saai
job = taak
the same = dezelfde ; hetelfde
attention = aandacht
to agree = het eens zijn
downside = nadeel
to comare to = vergelijken met
to bug = dwars zitten
buzz = gezellige drukte
noise = lawaai
only child = enig kind
the more the marrier = hoe meer zielen, hoe meer vreugd.
what it is like = hoe het is
the one with the itchy feet = de reislustige
conflict = onenigheid
to raise money = geld bij elkaar krijgen
community centre = buurthuis
nearly = bijna
next = de volgende
to try = proberen
to knock = aankloppen
to finish = afmaken
shopping = winkelen
soap = zeep
mistake = fout
whose = wiens
small = klein
curtain = gordijn
traffic light = verkeerslicht
dangerous = gevaarlijk
still = nog steeds
horse riding = paardrijden
muddy = modderig
field = weiland
brush = borstel
sponge = spons
until = tot
to decide = bepalen
That isn't expensive at all! = Dat is helemaal niet duur!
That's fantastic! = Dat is fantastisch!
It's the blue car across the road. = Het is de blauwe auto aan de overkant van de weg.
It's one of those tiny Smart cars. = Het is zo'n kleine Smart.
This is easy! = Dit is makkelijk
My car is over there. = Mijn auto staat daar.
Don't worry. = Maak je geen zorgen.
It's completely covered in mud. = Hij zit helemaal onder de modder.
What a nightmare! = Wat een nachtmerrie!
I know. = Ik weet het.
twin brother = tweelingbroer
impressive = indrukwekken
building = gebouw
dirty = vies
traffic = verkeer
neighbourhood = buurt
serious = ernstig
crime = criminaliteit
to lock = op slot doen
homeless = dakloos
violent = gewelddadig
lake = meer
library = bibliotheek
quiet = stil
still = toch
weather = weer
suburb = voorstad
area = gebied
divorced = gescheiden
coast = kust
shed = schuurtje
factory = fabriek
smell = stank
pollution = vervuiling
unfortunately = helaas

Ingezonden op 03-11-2012 - 3046x bekeken.
Waardering 5.6 (aantal stemmen: 5)

voting system
1
2
3
4
5

Verbeter me als er een fout is

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Go for it!, deel 1

1 ALLE UNITS VAN HS 1