Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Progetto Italiano nuovo
› 10
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Progetto Italiano nuovo
hoofdstuk 10
Jaar 1 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
rivolgersi (p.pr. si è rivolto) = zich wenden tot occuparsi (di) = zich bezig houden met difendersi (p.pr. si è difeso) = zich verdedigen caro = duur il golf = trui congiuntivo = conjunctief dettagliatamente (avv.) = gedetailleerd pazienza = geduld vita da studente = studentenleven chiaro = duidelijk esagerare = overdrijven docenti, (sg. il docente) = docenten soggetto = onderwerp trasformare = veranderen, omzetten ottimista (zelfst. + bijv. nw) = optimist, optimistich amicizie = vriendschappen inutile = niet nuttig, nutteloos specificare = specificeren contesto = context la comprensione = begrip opportune = geschikt, juist, opportuun sciarpa = sjaal lana = wol a righe = met strepen righe = strepen rivestiti di pelliccia = bekleed met bont rivestiti (inf. rivestire) = bekleed pelliccia = bont maglia = trui a maniche lunghe = met lange mouwen maniche = mouwen rivelare = prijsgeven centri commerciali (sg. Il centro commerciale) = winkelcentrum relativamente (avv.) = relatief disponibilità = beschikbaarheid avere intenzione (di) = van plan zijn om l’ intenzione (f) = plan, bedoeling raffinatezza = verfijndheid, raffinement sviluppati (inf. sviluppare) = ontwikkeld le esportazioni = export (mv) l’ esportazione = export permettersi = zich veroorloven capi firmati (sg. il capo firmato) = design kleding, design stukken la maggior parte = het grootste gedeelte maggiore = grootst, groter alta qualità = hoge kwaliteit a prezzi più bassi = tegen lagere prijzen sfilate = (mode)shows case di moda = modehuizen imperi (sg. l’imperio) = imperia tutto suo = helemaal van hem negozi propri (sg. il negozio proprio) = eigen winkels stelle di Hollywood = sterren van Hollywood completi (sg. il completo) = kostuums il tailleur = mantelpakje lusso = luxe alta società = high society società = maatschappij produrre (p.pr. ha prodotto) = produceren gli articoli = de artikelen l’articolo = het artikel fra l’altro = onder andere dirigere (p.pr. ha diretto) = leiding geven aan dallo stile = met een stijl profumi, i (sg. il profumo) = geuren vivaci (sg. vivace) = levendig multicolori (sg. multicolore) = meerkleurig firmare = ondertekenen di lusso = luxueus è arrivato a costruire = is ertoe gekomen om te bouwen pian piano = langzaamaan piano (avv.) = langzaam, rustig un vero e proprio = een echt en eigen basato su = gebaseerd op colorati (inf. colorare) = gekleurd clientela = klantenkring giovanile = jong tramite = door middel van, middels franchising = franchige provocatorie = provocerend suscitare = opwekken polemiche = polemieken, twistgesprekken significare = betekenen il produttore = producent firme = grote namen italiane e non = italiaans en niet altrettanto = evengoed, net zo i gioielli = de sieraden il gioiello = het sieraad oro lavorato = bewerkt goud senza limiti = grenzenloos, ongelimiteerd i limiti = de grenzen il limite = de grens deve molto (inf. dovere) = heeft veel te danken aan ereditare = erven azienda = bedrijf eleganza = elegantie finezza = verfijndheid potente = machtig l’organizzazione (f) = organisatie informarsi = inlichten vragen over extralarge = extra large riquadro = hokje pettinarsi = zich kammen in forma = in vorm fatti = feiten muoversi = zich bewegen decidersi = besluiten stancarsi = zich vermoeien avvicinarsi = dichterbij komen facilità = gemak laurearsi = afstuderen ritrovarsi = zich (ineens) bevinden farsi la barba = zich scheren barba = baard farsi male = zich pijn doen alla grande = op grote voet il vigile urbano = verkeersagent a prima vista = op het eerste gezicht vista = gezicht, uitzicht i cartoni animati = de tekenfilms il cartone animato = de tekenfilm facilmente (avv.) = makkelijk mettersi = aantrekken, dragen, gaan zitten/liggen perdersi = verdwalen offendersi = zich beledigd voelen, elkaar beledigen considerarsi = beschouwen i pensieri = de gedachten il pensiero = de gedachte abituarsi (a) = gewend raken/zijn aan iscriversi = zich inschrijven mettersi d’accordo = het eens worden met chiedersi = zich afvragen accorgersi = bemerken presentarsi = zich voorstellen liberarsi = zich bevrijden rumorosa = lawaaierig annoiarsi = zich vervelen dimenticarsi (di) = vergeten dormita = slaap riposato (inf. riposare) = uitgerust infelice = ongelukkig malata = ziek piscina = zwembad i misteri = mysteries il mistero = het mysterie londinese = uit Londen i cappelli = de hoeden il cappello = de hoed da vista = correctiebril voor in de verte da presbite = leesbril, bril voor dichtbij le lenti = de lenzen la lente = de lens miopia = bijziendheid montatura = montuur metallo = metaal calcolare = berekenen valutare = schatten, beoordelen stressante = gestresst i programmi televisivi = tv programma’s il programma = het programma soap opera = soap quiz = quiz talk show = talk show, praatprogramma la trasmissione = uitzending tematico = hematisch sociali (sg. sociale) = sociaal il conduttore = leider, presentator zapping = zappen in gamba = flink, pienter, knap, bijdehand i telespettatori = tv kijkers il telespettatore = de televisiekijker, toeschouwer solamente (avv.) = alleen sfruttare = uitbuiten in diretta = rechtstreeks, life cerco di farti capire = ik probeer je te laten begrijpen/duidelijk te maken sottocultura = subcultuur mi interessa = het interesseert me interessare = interesseren altissimo = heel hoog il giorno dopo = de dag daarna mi dà fastidio (inf. dare) = het ergert me fastidio = afkeer, walging, hekel stupidi (sg. stupido) = stom fa il filosofo = hij speelt de filosoof, hij filosofeert filosofo = filosoof insegnare = leren, les geven indiretti (sg. indiretto) = indirect, als meewerkend voorwerp sciare = skiën prestare = lenen, uitlenen ricostruire = opnieuw samenstellen, reconstrueren i documentari = documentaires il documentario = documentaire logico = logisch tutto ciò = dat alles cinese = Chinees portare fortuna = geluk brengen più volte = vaak, meerdere keren prendere in giro = in de maling nemen, voor de gek houden costiera = kuststreek inviare = zenden, sturen il telegramma = telegram le congratulazioni = felicitaties la congratulazione = felicitatie, gelukwens frequentare = bijwonen, omgaan met, bezoeken concorso = wedstrijd, concours opportunità = gelegenheid fotografie = foto’s ad essere sincero = om eerlijk te zijn sincero = eerlijk, oprecht, openhartig, echt in prestito = te leen prestito = lening cassetta = doosje ti pare ...? = vind je dat ...? lijkt het je…? parere = mening, oordeel il dispiacere = verdriet, spijt non mi va = ik heb geen zin lamentarsi = klagen, jammeren spostare = verplaatsen non ci riesco (inf. riuscire a) = het lukt me niet,ik slaag er niet in stereo = hifi, muziekinstallatie fare gli auguri = feliciteren auguri, gli (sg. l’augurio) = gelukwensen (zelfst. nw) esso = dat, het la conversazione = gesprek, dialoog Cesare = Caesar Cleopatra = Cleopatra la radiotelevisione = radio en televisie legionario = legioensoldaat Romolo = Romulus Remo = Remus Cartagine = Carthago la finale = finale reality = reality ruota = rad attualità = actualiteit(en) ricevere = ontvangen anno zero = jaar nul mi è antipatico = ik vind hem onsympathiek, onaardig puntata = aflevering forza = leve, hup slogan = slagzin non la perdo mai = die mis ik nooit tarda serata = laat in de avond il continente = werelddeel oltre = over Mar Mediterraneo = Middellandse Zee fa schifo! = is walgelijk! schifo = vuiligheid, smerigheid digitale = digitaal fan = fan, bewonderaar satellitare = satelliet-, per satelliet commentare = uitleggen, verklaren confrontare = vergelijken automobilismo =automobilisme G.P. (Gran Premio) = Grand Prix, Grote Prijs il telefilm = televisiefilm, serie notiziario = nieuwsbericht(en) lo show = show, muziek- en dansspektakel spot = (reclame)spot episodio = aflevering la rete = het net varietà = variété, muziek- en dansspektakel da 50 pollici = 50 inch-scherm i pollici = duimen, inches il pollice = de duim, inch servizi, i (sg. il servizio) = reportages telecomando = afstandbediening antenna = antenne parabolica = parabool a disposizione = ter beschikking la disposizione = schikking, aanleg, regeling presentatrice, la = presentatrice andare in onda = uitgezonden worden, de lucht ingaan uguale = gelijk magica = magisch fiaba = fabel, sprookje sano = gezond battute = kwinkslagen gli intervalli = de pauzes l’intervallo = de pauze pubblicitari (sg. pubblicitario) = reclamearticolo = artikel stufo = zat imperativo = gebiedende wijs alla rinfusa = door elkaar sogni (sg. il sogno) = dromen partecipare = deelnemen mi serve = ik heb het (hem, dat, dit) nodig altrimenti = anders non la finisce più = dan houdt hij niet meer op urlare = schreeuwen negativo = ontkennend spiritoso = grappig, bijdehand, geestig fiducia = vertrouwen tradire (p.p. tradisco) = verraden, bedriegen prendilo pure! = neem dat maar!, neem dat gerust! pure = maar, wel il mal di golal = keelpijn gola = keel coccolare = knuffelen vacanze studio = studievakantie strappare = scheuren, verscheuren la redazione = redactie girami quella e-mail = stuur me die e-mail door statistica = statistiek i quotidiani = dagbladen il quotidiano = het dagblad al più presto = zo snel mogelijk lasciami dormire = laat me maar slapen macché = welnee domattina = morgenochtend raddoppiare = verdubbelen fa eccezione = uitgezonderd is sempre dritto = steeds rechtdoor dritto = recht centinaio, il (pl. le centinaia) = honderdtal i metri = meters il metro = de meter fila = rij traversa = zijstraat incrocio = kruispunt sulla tua destra = aan jouw rechterkant le indicazioni = wegwijzers l’indicazione = wegwijzer l’ altare (m) = altaar patria = vaderland pro = voor (niet tegen) contro = tegen caratteristiche =kartakteristieken, eigenaardigheden i mass media = moderne communicatiesystemen i lati = kanten il lato = de kant positivi (sg. positivo) = positief i passatempi = bezigheden, manieren van tijdverblijf il passatempo = bezigheid, manier van tijdverdrijf in media = gemiddeld media = gemiddeld getal dividere (p.pr. ha diviso) = verdelen categorie = categorieën, groepen statali (sg. statale) = van de staat, staats ovvero = d.w.z., oftewel la amministrazione = administratie, beheer, bestuur consiglio = raad governo = regering finanziati (inf. finanziare) = gefinancierd il canone di abbonamento = kijk- en luistergeld disporre (di) = beschikken (over) i messaggi = berichten il messaggio = het bericht lo sponsor = sponsor interrompere = onderbreken terrestre = door de ether, via de kabel gli abbonati = abonnees l’abbonato = de abonnee il decodificatore = decoder decine = tientallen televendite = televerkoop la diffusione = verspreiding gratuitamente (avv.) =kosteloos dedicare = wijden, toewijden soddisfare = bevredigen, tevreden stellen esigenti (sg. esigente) = veeleisend Formula 1 (uno) = Formule 1 malgrado = ondanks testate = koppen copie = exemplaren fondato = gesticht, opgericht il settimanale = het weekblad proprietà = eigendom ha sede = is gevestigd sede = zetel, vestiging la nazione = natie, land gli organi = de organen l’organo = het orgaan ufficiali (sg. ufficiale) = officieel partiti, i (sg. il partito) = partijen le migliaia = duizenden (het duizendtal) il migliaio = duizend (het duizendtal) gli inserti = de bijlagen l’inserto = de bijlage in bianco e nero = in zwart-wit cronaca = misdaadrubriek apparecchio = toestel, apparaat fascicolo = bijlage l’ incidente (m) = ongeluk stradale = verkeers i miracoli, = wonderen il miracolo = het wonder d’oro = van goud, gouden scusarsi = zich excuseren, zich verontschuldigen biglietto di auguri = wenskaart volere bene (a) = houden van il parrucchiere = kapper ministro = minister esporre (p.pr. ho esposto) = tentoonstellen assaggiare = proeven I poliziotti = politieagenten il poliziotto = de politieagent i commenti = verklaringen, commentaren il commento = de verklaring, commentaar in privato = privé ridare = teruggeven pochino = een heel klein beetje la febbre = de koorts silenzio = de stilte riposarsi = uitrusten andare d’accordo = het eens zijn stare ferma = stil staan Marocco = Marokko servizio da caffè = koffieservies visto che = aangezien linguaggio = taal il costume = gewoonte suggerire = voorzeggen, ingeven il mensile = het maandblad per quanto riguarda = voor wat betreft riguardare = betreffen i sorrisi = de glimlachen il sorriso = de glimlach arredamento = inrichting distrattamente (avv.) = verstrooid il lettore = lezer costretti (inf. costringere) = gedwongen elencati = opgenoemd locandina = affiche terzo mondo = derde wereld seguito = het vervolg andare a ruba = als warme broodjes over de toonbank gaan matta = gek andare matto (per) = gek zijn op troppo (avv.) = te veel mandare a quel paese = iemand naar de maan laten lopen pure = ook senso = zin che ne so? = weet ik veel! reagire (reagisco) = reageren in mente = in gedachten (hebben), van plan zijn la mente = geest, verstand tentativo = poging condizionale = voorwaardelijke wijs al posto tuo = in jouw plaats proposta = voorstel irregolarità = onregelmatigheden realizzabile = uitvoerbaar dare un’occhiata = een blik op iets werpen occhiata = blik autostrada = snelweg, tolweg per paura del traffico = uit angst voor het verkeer circostanze = omstandigheden la biro = de balpen le biro = balpennen passante = voorbijgangerr ad alta voce = hardop, met harde stem la voce = de stem premere = drukken il pulsante = de knop i sacchetti = de zakjes il sacchetto = het zakje per piacere = alsjeblieft dimagrire (dimagrisco) = afvallen stare a dieta = aan de lijn doen, een dieet volgen in palestra = in/bij een sportschool aerobica = aerobic ortopedico = orthopedisch nuoto = zwemmen dietologo = diëtist frequentare = regelmatig bezoeken regolarmente (avv.) = regelmatig altrui = andermans confermata (inf. confermare) = bevestigd testimoni, i (sg. il testimone) = getuigen sui trent’anni = ongeveer 30 jaar oud coinvolgere (p.pr. ha coinvolto) = erbij betrekken scandalo = scandaal i ministri = ministers il ministro = de minister il presidente = president la patente = rijbewijs da un momento all’altro = ieder moment, ogenblik orgoglioso = trots peggio (avv.) = ergste risolvere (p.pr. ha risolto) = oplossen rompere (p.pr. ha rotto) = breken, kapot maken esagerato = overdreven offeso (inf. offendere) = beledigd che fine hanno fatto = waar zijn ze gebleven per la rabbia = uit woede sfortunati (sg. sfortunato) = ongelukkig, pechvogels sveglia = wekker previsto (inf. prevedere) = voorzien meravigliosa = prachtig, schitterend post-laurea = postdoctoraal microfono = microfoon batteria = drums cuffie = koptelefoon chitarra = gitaar tastiera = keyboard, toetsenbord comporre = componeren il pianoforte = piano volare = vliegen autore = auteur, maker l’ indagine (f) = onderzoek importanza = belang dal vivo = live tenersi = plaats vinden la collezione = verzameling raccolta = verzameling assistere (p.pr. ha assistito) = bijwonen musica lirica = operamuziek cantare = zingen musica leggera = lichte muziek, pop muziek Belpaese = Belpaese (bijnaam van Italië) cantautori = zanger en liedjessschrijvers il cantautore = zanger costituire = bouwen, opbouwen versi (sg. il verso) = dichtregels poesie = gedichten raramente (avv.) = zelden banali (sg. banale) = banaal amatissimo = zeer geliefd gli spettatori = toeschouwers lo spettatore = toeschouwer spericolata = roekeloos alba = zonsopgang classifiche = ranglijsten, hitlijsten riconosciuto = erkend influenzato (inf. influenzare) = beïnvloed evidenti (sg. evidente) = duidelijk influenze = invloeden etnica = etnisch ombelico = navel serenata = serenade la solitudine = eenzaamheid poiché = omdat prestigioso = prestigieus idolo = idool ritmiche = ritmisch melodiche = melodisch appassionare = in vervoering brengen numerosissimi (sg. numerosissimo) = talrijk i romanzi = romans il romanzo = de roman il tenore = tenoor non vedente = blind palcoscenico = podium trasformarsi = zich veranderen, transformeren spettacolare = spectaculair premiare = een prijs toekennen esponente = vertegenwoordiger i musicisti = de muzikanten il musicista = de muzikant fare quattro passi = een wandelingetje maken i passi = de stappen il passo = de stap toscana = uit Toscane gli strumenti = de instrumenten lo strumento = het instrument Colosseo = Colosseum inizialmente (avv.) = in, aan het begin convivere = samenwonen perdonare = vergeven i familiari = familieleden il familiare = familielid coraggio = moed, lef vivo = levend separarsi = scheiden giungla = jungle italo-americana = italoamericaan in ginocchio da te = op mijn knieën bij jou (musica) da discoteca = discomuziek contare = tellen sentimentale = sentimenteel, romantisch prova ad ascoltare = probeer te luisteren de gustibus non est disputandum = over smaak valt niet te twisten (latijn) pirateria = piraterij coloro = degenen scaricare = downloaden i consumatori = consumeneten il consumatore = de consument responsabili (sg. responsabile) = verantwoordelijk coprirsi = zich bedekken pericolose = gevaarlijk mostrare = tonen battesimo = doop letteratura = literatuur tecnico = computerdeskundige, monteur, technicus aria condizionata = airconditioning singola = afzonderlijk le rovine = de ruïnes la rovina =de ruïne le terme = thermen, baden ingresso = ingang mettersi in testa (di) = zich in het hoofd zetten om oneste (f. pl.) = eerlijk, fatsoenlijk portineria = portiershokje analfabeta = analfabeet difetto = gebrek capaci (sg. capace) = capabel, in staat tot cesto = mand galline = kippen adattato = geschikt archeologia = archeolgie mettere piede = betreden, voet zetten op
Ingezonden op 06-12-2012 - 1125x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!