Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Stamtijden Lingua Latina
› 30 Stamtijden les 1-30 met betekenis
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Stamtijden Lingua Latina
, deel 1
30 Stamtijden les 1-30 met betekenis
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
esse = fui, zijn abesse = afui, afwezig zijn, ontbreken adesse = adfui, aanwezig zijn, er zijn deese = defui, afwezig zijn ,weg zijn posse = potui, kunnen adiuvare = adiuvi, adiutus, helpen circumdare = circumdedi, circumdatus, omgeven, omsingelen dare = dedi, datus, geven condere = condidi, conditus, stichten, bouwen dedere = dedidi, deditus = overgeven, uitleveren perdere = perdidi, perditus, vernietigen, verliezen prodere = prodidi, proditus, verraden reddere = reddidi, redditus, teruggeven tradere = tradidi, traditus, overgeven, overdragen iuvat = (iuvit), het is leuk, het is prettig sonare = sonui, klinken stare = steti, statum, staan, blijven staan constare = constiti, bestaan, vaststaan, bekend zijn praestare = praestiti, praestitus, overtreffen vocare = vocavi, vocatus, roepen, noemen ardère = arsi, branden, gloeien augère = auxi, auctus, vermeerderen, vergroten cavère = cavi, cautum, oppassen, op zijn hoede zijn delère = delevi, deletus, verwoesten, vernietigen explère = explevi, expletus, vervullen, uitvoeren favère = favi, fautum, begunstigen flère = flevi, fletus, huilen iubère = iussi, iussus, bevelen manère = mansi, mansum, blijven, wachten miscère = miscui, mixtus, mengen, verwarren movère = movi, motus, bewegen, ontroeren commovère = commovi, commotus, bewegen, ertoe brengen permovère = permovi, permotus, heftig bewegen, verontrusten removère = removi, remotus, verwijderen respondère = respondi, responsus, antwoorden ridère = risi, risus, lachen irridère = irrisi, irrisus, uitlachen, bespotten sedère = sedi, sessum ,zitten considere = consedi, gaan zitten, plaatsnemen obsidère = obsedi, obsessus, belegeren ,bezetten spondère = spopondi, sponsus, beloven, toezeggen tacère = tacui, tacitus, zwijgen valère = valui, gezond zijn, gelden vidère = vidi, visus, zien invidère = invidi, invisum = benijden, misgunnen vovère = vovi, votus, beloven, wijden aperire = aperui, apertus, openen audire = audivi, auditus, horen ire = ii, itum, gaan obire = obii, obitus, tegemoet gaan, bezoeken subire = subii, subitus, op zich nemen, doorstaan sentire = sneis, sensus, merken, voelen venire = veni, ventum, komen convenire = conveni, conventum, samenkomen invenire = inveni, inventus, vinden, ontdekken vincire = vinxi, vinctus, binden, boeien accidit = accidit, het gebeurt agere = egi, actus, doen cogere = coegi, coactus, verzamelen, dwingen peragere = peregi, peractus, volbrengen, voltooien conscendere = conscendi, conscensus, bestijgen, beklimmen descendere = descendi, descensum, afdalen cadere = cecidi, vallen occidere = occidi, ondergaan, omkomen caedere = cecìdi, caesus, vellen, doden occìdere = occìdi, occìsus, doden, doodslaan capere = cepi, captus, grijpen, innemen accipere = accepi, acceptus, aannemen, krijgen decipere = decepi, deceptus, bedriegen recipere = recepi, receptus, opnemen, ontvangen capessere = capessivi, capessitus, grijpen, pakken carpere = carpsi, carptus, plukken, vreten cedere = cessi, cessum, gaan, weggaan accedere = accessi, accessum, gaan naar, naderen concedere = concessi, concessus, toestaan, afstaan, geven discedere = discessi, discessum, weggaan credere = credidi, creditus, geloven, vertrouwen claudere = clausi, clausus, sluiten, opsluiten comprehendere = comprehendi, comprehensus, grijpen, begrijpen conspicere = conspexi, conspectus, zien, bekijken respicere = respexi, respectus, omkijken, zorgen voor consulere = consului, consultus, raadplegen contemnere = contempsi, contemptus, verachten, minachten contendere = contendi, contentus, zich inspannen, zich haasten contingere = contigi, contactus, aanraken corrigere = correxi, correctus, verbeteren, corrigeren cupere = cupivi, cupitus, begeren, verlangen, wensen currere = cucurri, cursum ,rennen, hardlopen accurrere = accurri, accursum, rennen naar, komen aanrennen decernere = decrevi, decretus, besluiten deserere = deserui, desertus, verlaten, in de steek laten dicere = dixi, dictus, zeggen discere = didici, leren ducere = duxi, ductus, leiden brengen abducere = abduxi, abductus, wegvoeren, ontvoeren adducere = adduxi, adductus, brengen naar deducere = deduxi, deductus, wegvoeren, wegleiden emere = emi, emptus, kopen evadere = evasi, evasum, ontkomen, ontsnappen exstruere = exstruxi, exstructus, oprichten facere = feci, factus, maken, doen conficere, confeci, confectus, afmaken, voltooien interficere = interfeci, interfectus, doden, ombrengen perficere = perfeci, perfectus, afmaken, voltooien fallere = fefelli, bedriegen, misleiden fingere = finxi, fictus, vormen, bedenken flectere = flexi, flectus, buigen, wenden fugere = fugi, vluchten, ontkomen confugere = confugi, vluchten, zijn toevlucht nemen effugere = effugi, ontvluchten, ontsnappen gignere = genui, genitus, baren, verwekken iacere = ieci, iactus = werpen, gooien abicere = abieci, abiectus, wegwerpen, neerwerpen proicere = proieci, proiectus , werpen voor, prijsgeven traicere = traieci, traiectus, overzetten, oversteken lacessere = lacessivi, lacessitus, prikkelen, uitdagen laedere = laesi, laesus, beledigen, kwetsen legere = legi, lectus, lezen ludere = lusi, lusum, spelen mittere = misi, missus, zenden, sturen amittere = amisi, amissus, verliezen committere = commisi, commissus, tot stand brengen promittere = promisi, promissus, beloven agnoscere = agnovi, agnitus, kennen, leren kennen cognoscere = cognovi, cognitus, merken, herkennen parcere = perperci, sparen pellere = pepuli, pulsus, verdrijven ,verslaan petere = petivi, petitus, vragen, aanvallen, gaan naar repetere = repetivi, repetitus, terugeisen, opeisen expetere = expetivi, expetitus, wensen, verlangen plaudere = plausi, plausus, klappen, applaudisseren ponere = posui, positus, plaatsen, leggen, zetten disponere = disposui, dispositus, verdelen, ordenen exponere = exposui, expositus, uitstallen, te vondeling leggen poscere = poposci, verlagen, eisen premere = pressi, pressus, drukken, in het nauw brengen opprimere = oppressi, oppressus, onderdrukken, overweldigen protegere = protexi, protectus, beschermen quaerere = quaesivi, quaesitus, zoeken, vragen rapere = rapui, raptus, grijpen, pakken, roven diripere = diripui, direptus, plunderen, verwoesten regere = rexi, rectus, regeren, besturen relinquere = reliqui, relictus, achterlaten, verlaten resistere = restiti, weerstand bieden, zich verzetten scribere = scripsi, scriptus, schrijven describere = descripsi, descriptus, overschrijven sepelire = sepelivi, sepultus begraven sinere = sivi, situs, laten, toelaten, toestaan solvere = solvi, solutus, losmaken, bevrijden spernere = sprevi, spretus, versmaden, afwijzen statuere = statui, statutus, plaatsen, bouwen, besluiten constituere = constitui, constitutus,vaststellen, besluiten sumere = sumspi, sumptus, nemen absumere = absumpsi, absumptus, verbruiken, vernietigen tegere = texi, tectus, bedekken detegere = detexi, detectus, onthullen, blootleggen tollere = sustuli, sublatus, opheffen, wegnemen trahere = traxi, tractus, trekken, slepen tribuere = tribui, tributus, verlenen, geven vincere = vici, victus, overwinnen, verslaan vivere, vixi, victum, leven volvere = volvi, volutus, wentelen, rollen
Ingezonden op 11-12-2012 - 1346x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!