Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Woord na woord, deel 1

1 Woord na Woord les 23, 25, 26, 27, 29, 30

Jaar 3 (vmbo-t/havo/vwo)

Les 23

Heffing = Verplicht te betalen bedrag
Heft = Handvat	
lemmet = Snijgedeelte
Heilzaam = Geneeskrachtig	
Hermetisch = Volkomen dicht
Hervormen = Veranderen
Homeopaat = Dokter die als geneesmiddel juist die stof gebruikt die de ziekte veroorzaakt
Homogene = Van gelijke samenstelling
Heterogene = Van ongelijke samenstelling
Honorarium = Loon
Hooghartig = Onvriendelijk; trots
Horecabedrijven = Hotel-, restaurant- en cafébedrijven
Horoscoop = Voorspelling van de levensloop uit de stand de sterren
Hospita = Kamerverhuurster
Hostess = Betaalde gastvrouw
Houweel = Hakwerktuig; bijl
Hovenier = Tuinman
Huidig = Tegenwoordig
Humanitaire = Menslievend
Hydraulische = Werkend door water of oliedruk
Hygiënische = Goed voor je gezondheid
Hygrometer = Apparaat dat de vochtigheidsgraad meet
Hype = Iets wat overdreven veel aandacht krijgt
Hyperventilatie = Hartkloppingen; angst gevoelens als gevolg van te snel en te diep ademhalen
Les 25
Hypocriet = Schijnheilig
Hypotheek = Geldlening met je huis als onderpand
Hysterisch = Gemaakt overspannen
Identiteitsbewijs = Persoonsbewijs
Idyllisch = Lieflijk; landelijk
IJken = Gewichten en meetapparatuur keuren en afstellen op de eisen
IJl = Dun; met weinig zuurstof
Illegaal = Onwettig; verboden
Illusie = Droombeeld
Illustraties = Afbeelding
Imam = Geestelijke leider en leraar van de islam
Immens = Zeer groot
Immigranten = Iemand die een land binnenkomt om er te gaan wonen
Immuun = Niet vatbaar
Impact = Invloed; gevolg
Imponeren = Indruk maken
Importeren = Invoeren
Imposant = Indrukwekkend
Improviseren = Zich behelpen me de op dat moment aanwezige mogelijkheden
Impuls = Aansporing; prikkel
Inboedel = Alle spullen in huis
Incasseren = Opvangen
Les 26
Incident = Storend voorval
Incidenteel = Niet vaak
Incognito = Onder een andere naam
Inconsequent = Onlogisch; zichzelf tegensprekend
Index = Inhoudsopgave
Indicatie = Aanwijzing
Individueel = Alleen; persoonlijk
Industriële vormgeving = Het vernieuwen en ontwikkelen van producten die praktisch zijn en er fraai uitzien
Infiltreren = Stiekem binnendringen
Infuus = Via een naald langzaam toedienen van een vloeistof met voeding of geneesmiddel
Ingenieur = Afgestuurde aan een technische of landbouwuniversiteit
Ingrediënt = Bestanddeel van een gerecht
Inheems = Van of uit het land zelf afkomstig
Inkleden = Op een bepaalde manier brengen
Innen = Ontvangen; betaling eisen
Inscriptie = Inschrift in een harde stof
Inspiratie = ingeving
Installeren = Plaatsen; aansluiten
Instant = Kant-en-klaar
Instinct = Aangeboren gevoel
Instituut = Instelling
Instructie = Aanwijzing hoe je iets moet doen
Les 27
Interactieve = Waarbij je via een computer reacties op vragen en antwoorden krijgt
Interieur = Binnenkant
Internist = Arts voor inwendige ziektes
Intimideren = Bang maken
Intonatie = Toon waarop je een woord of zin wordt uitgesproken
Introducé = Iemand die voor een keer met een ander mag meekomen
Intuïtief = Zonder nadenken; vanzelf
Invasie = Een massa tegelijkertijd
Inventaris = Aanwezige voorwerpen
Inventief = Vindingrijk
Investeren = Ergens geld en energie insteken
Iris = Regenboogvlies van het oog
Ironisch = Licht spottend
Irrigatie = Bevloeiing
Isolatie = Afscherming
issue = Veel besproken hedendaags onderwerp
Item = onderwerp
Jaloezieën = Zonwering van horizontale stroken kunststof of hout
Jerrycan = Draagbaar vat om vloeistof in te bewaren
Jetlag = Vermoeidheidsverschijnselen na een lange vlucht waarbij snel een aantal tijdzones worden gepasseerd
Jobstijding = Rampbericht
Joviaal = Hartelijk; gul
Les 29
Joyriding = Iemands auto stelen om er voor de lol in te rijden
Jubileum = Herdenkingsfeest
Jungle = Wildernis
Junkfood = Ongezond voedsel zonder voedingswaarde
Jurist = Iemand die de wetten kent; rechtsgeleerde
Justitie = Rechtelijke macht
Kabinet = De gezamenlijke ministers
Kadaster = Dienst die beschrijft welk stuk grond van iemand is
Te kampen = Hadden last van
Kansel = Preekstoel
Kapitaal = Groot bedrag aan geld
Zestien karaats goud = Voor 16/24 deel zuiver goud
Kardinalen = Belangrijkste rooms-katholieke geestelijken na de paus 
Karikatuur = Spotprent
Karpet = Losliggend vloerkleed
Katheder = Schuin blad op een voetstuk waarop een spreker zijn tekst kan neerleggen; spreektafel
Kathedraal = Grote kerk; hoofdkerk
Katrol = Deel van een hijstoestel
Kavel = Deel van een in stukken verdeeld land; perceel
Kentekenbewijs = Officieel papier met de belangrijkste gegevens van een motorvoertuig
Keramiek = Aardewerk
Kieskeurig = Lastig; kritisch wat smaak betreft
Les 30
Kingsize = Erg grote
Klassiek = Van vroeger; niet modern
Kleptomaan = Iemand die het stelen niet kan laten
Klauteren = Met handen en voeten klimmen
Kleinschalig = Klein; niet uitgebreid
Klier = Onderdeeltje van je lichaam dat vocht afscheidt
Klieven = Er doorheen gaan; splijten
In koelen bloede = Op een harde, gevoelloze manier
Koerier = Bezorger
Kolossaal = Reusachtig
Konvooi = Groep achter elkaar rijdende (vracht)wagens
Koppel = Paar; tweetal
Kosmonaut = Ruimtevaarder
Krediet = Bedrag dat je kunt lenen
Krenken = Beledigen
Kwartet, kwintet, sextet = Groep van vier, vijf of zes personen
Label = Adreskaartje
Labiel = Onevenwichtig
Labyrint = Doolhof
Laconiek = Doodkalm; leuk
Lambrisering = (Houten) wandbedekking aan de onderkant van muren
Lamellen = Zonwering van verticale stroken kunststof

Ingezonden op 09-01-2013 - 5197x bekeken.
Waardering 8.6 (aantal stemmen: 10)

voting system
1
2
3
4
5

Dit is mijn 1e lijst. Ik hoop dat hij foutloos is, maar ik sta altijd open voor de fouten.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Woord na woord, deel 1

1 Woord na Woord les 23, 25, 26, 27, 29, 30