Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Na Klar!, deel 1

3 Hoofdstuk 3 box 2,3,4,5(niet alle zinnen) en 6 van Star

Jaar 3 (havo/vwo)

die Tagesschau = het journaal
gemütlich = gezellig
die Schallplatte = de langspeelplaat
die Sammlung = de verzameling
das Gerät = het apparaat
klassische Musik = klassieke muziek
einzigartig = uniek
der Fahrplan = de dienstregeling
der Lokführer = de machinist
der Schaffner = de conducteur
der Bahnsteig = het perron
das Gleis = het spoor
das Frühstück = het ontbijt
abfahren = vertrekken
gespannt = nieuwsgierig
demnächst = binnenkort
ähnlich = vergelijkbaar
gründen = oprichten
der Betrieb = het bedrijf
sorgfältig = zorgvuldig
das Handy = het mobieltje
jederzeit = altijd
eine Entscheidung treffen = een beslissing nemen
die Miete = de huur
die Steuer = de belasting
der Fernseher = de televisie
außerhalb = buiten
beliebt = populair
die Aufmerksamkeit = de aandacht
sich verabreden = een afspraak maken
in der Nähe = in de buurt
die Sucht = de verslaving 
herstellen = produceren
sich etwas ausdenken = iets bedenken
mogen = dürfen
ik mag = ich darf
jij mag = du darfst
hij/zij/het mag = er sie es darf
wij mogen = wir dürfen
jullie mogen = ihr dürft
zij mogen = sie/Sie dürfen
weten = wissen
ik weet = ich weiß
jij weet = du weißt
hij/zij/het weet = er sie es weiß
wij weten = wir wissen
jullie weten = ihr wisst
zij weten = sie/Sie wissen
moeten = müssen
ik moet = ich muss
jij moet = du musst
hij/zij/het moet = er sie es muss
wij moeten = wir müssen
jullie moeten = ihr müsst
zij moeten = sie/Sie müssen
kunnen = können 
ik kan = ich kann
jij kan = du kannst
hij/zij/het kan = er sie es kann
wij kunnen = wir können
jullie kunnen = ihr könnt
zij kunnen = sie/Sie können
houden van = mögen
ik houd van = ich mag
jij houd van = du magst
hij/zij/het houdt van = er sie es mag
wij houden van = wir mögen
jullie houden van = ihr mögt
zij houden van = sie/Sie mögen
willen = wollen
ik wil = ich will
jij wil = du willst
hij/zij/het wil = er sie es will
wij willen = wir wollen
jullie willen = ihr wollt
zij willen = sie/Sie wollen
zal/zullen = sollen
zal ik = soll ich
zal jij = sollst du
zal hij/zij/het = soll er sie es
zullen wij = sollen wir
zullen jullie = sollt ihr
zullen zij = sollen sie/Sie
zou = würd
ik zou = ich würde
jij zou = du würdest
hij zij het zou = er sie es würde
wij zouden = wir würden
jullie zouden = ihr würdet 
zij zouden = sie Sie würden
zou hebben = hätt
ik zou hebben = ich hätte
jij zou hebben = du hättest
hij zij het zou hebben = er sie es hätte
wij zouden hebben = wir hätten
julie zouden hebben = ihr hättet
zij zouden hebben = sie Sie hätten
zou zijn = wär
ik zou zijn = ich wäre
jij zou zijn = du wärst
hij zij het zou zijn = er sie es wäre
wij zouden zijn = wir wären
jullie zouden zijn = ihr wäret
zij zouden zijn = sie Sie wären 
zou kunnen = könnt
ik zou kunnen = ich könnte
jij zou kunnen = du könntest
hij zij het zou kunnen = er sie es könnte
wij zouden kunnen = wir könnten 
jullie zouden kunnen = ihr könntet
zij zouden kunnen = sie Sie könnten
zou graag willen = möcht
ik zou graag willen = ich möchte
jij zou graag willen = du möchtest
hij zij het zou graag willen = er sie es möchte
wij zouden graag willen = wir möchten
jullie zouden graag willen = ihr möchtet
zij zouden graag willen = sie Sie möchten
Een aangenaam verblijf! = Einen angenehmen Aufenthalt!
Geen idee. Misschien. = Keine Ahnung. Vielleicht.
Dat geloof ik niet. = Das glaube ich nicht.
Klopt dat? = Stimmt das?
Waar overnachten we? = Wo übernachten wir?
Hoe komen we daar? = Wie kommen wir dorthin?
Hoe is uw naam? = Wie ist Ihr Name?
Vanzelfsprekend. = Selbstverständlich.
Zou u dat kunnen spellen? = Könnten Sie das buchstabieren?
Zijn de treinkaartjes inclusief entree? = Sind die Fahrkarten inklusive Eintritt?
De trein heeft twaalf minuten vertraging. = Der Zug hat zwölf Minuten Verspätung.
Dan kan ik nog wat voor onderweg halen. = Dann kann ich noch etwas für unterwegs holen.
Hoe lang duurt de rit? = Wie lange dauert die Fahrt?
Moeten we nog overstappen? = Müssen wir noch umsteigen?
Ik schrijf voortdurend sms'jes. = Ich schreibe ständig SMS.
Zolang ik het me kan veroorloven, is het oké. = Solange ich mir das leisten kann, ist es okay.
Mijn mobieltje heb ik een halgjaar geleden gekocht. = Mein Handy habe ich vor einem halben Jahr gekauft.
Sindsdien ben ik sms-verslaafd. = Seitdem bin ich SMS-süchtig.
Anders zou ik waarschijnlijk al blut zijn. = Sonst wäre ich wahrscheinlich schone pleite.
Jij bepaalt wat hij moet doen. Du bestimmst, was er tun soll.
Ik zou graag in het Duits willen chatten. =Ich möchte gern auf Deutsch chatten.
Wie heeft zin met mij te kletsen? = Wer hat Lust, mit mir zu plaudern?
Je kiest de kleren uit. = Du suchst die Klamotten aus.
Je kiest een huis voor hem. = Du wählst ein Haus für ihn.
Ik ben blij dat ik een mobieltje heb. = Ich bin froh, dass ich ein Handy habe.
Er is geen doel en geen einde. = Es gibt kein Ziel und kein Ende.

Ingezonden op 16-01-2013 - 1378x bekeken.
Waardering 3.6 (aantal stemmen: 5)

voting system
1
2
3
4
5

Als er eventueel een foutje instaat, laat het me dan even weten!! Dan pas ik hem wel even aan!!
Kus Star

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Na Klar!, deel 1

3 Hoofdstuk 3 box 2,3,4,5(niet alle zinnen) en 6 van Star