Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Salzgitter heute, deel 2

11 alle Sprich dich aus NE - DU +Quasselecke woorden NE - DU +Story woorden NE - DU

Jaar 3 (vwo)

Doe je aan sport? = Treibst du Sport?
Vroeger speelde ik volleybal. = Früher spielte ich Volleyball.
Hoe vaak in de week heb je getraind? = Wie oft in der Woche hast du trainiert?
Ik oefende twee keer per week. = Ich übte zweimal in der Woche.
Waar oefende je dan? = Wo übtest du dann?
In de stadssporthal. = In der Stadtsporthalle
Ik vind takken van sport waar je achter een bal aanloopt stom. = Ich finde Sportarten bei denen man hinter einem Ball her läuft blöd.
Die vind ik leuk. Welke takken van sport vind jij dan leuk? = Ich finde die toll. Welche Sportarten magst du denn?
Schaken en dammen vind ik super. = Schach und Dame finde ich super.
Dus takken van sport waarbij je in slaap valt! = Also Sportarten bei denen man einschläft!

Hallo, Heeft u misschien een stadsplattegrond voor mij? = Guten Tag, haben Sie vielleicht einen Stadtplan für mich?
Zeker hier, alstublieft. = Sicherlich hier, bitte schön.
Kunt u mij zeggen, waar de halve finale van EM plaatsvindt? = Können Sie mir sagen, wo das Halbfinale der EM stattfindet?
Ja, in het Olympisch stadion. = Ja, im Olympiastadion.
Weet u ook, wanneer het begint? = Wissen Sie auch, wann es anfängt?
Om kwart voor negen. = Um viertel vor neun.
Hoe kom ik naar het Olympisch stadion? = Wie komme ich zum Olympiastadion?
De metrolijn 3, eindstation is het Olympisch stadion. = Die U-Bahnlinie 3, Endstation ist das Olympiastadion.
Waar het beste hotel van deze stad? = Wo ist das beste Hotel dieser Stadt?
Ik geef u een hotelgids mee. Dan kunt u het zelf uitzoeken. = Ich gebe Ihnen ein Hotelverzeichnis miet. Dann können Sie es sich selber aussuchen.

aan sport doen = Sport treiben
volleyballen = Volleyball spielen
hoe vaak = wie oft
trainen = trainieren
de stadssporthal = die Stadtsporthalle
de tak van sport, de takken van sport = die Sportart, die Sportarten
er achteraan lopen = hinterher laufen
het schaakspel = das Schach
het damspel = die Dame
in slaap vallen = einschlafen

zeker = sicherlich
de halve finale = das Halbfinale
het EK (het Europees Kampioenschap) = die EM (die Europäische Meisterschaft)
het stadion = das Stadion
de metrolijn = die U-Bahnlinie
het eindstation = die Endstation
de stad = die Stadt
de hotelgids = das Hotelverzeichnis

struikelen = stolpern
jachten, erg gehaast zijn, (jagen) = hetzen
missen = verpassen
de atlete = die Leichtathletin
snuiven, hijgen = schnaufen
de ijsbeer = der Eisbär
de topsporter = der Spitzensportler
vastpakken, vasthouden = anfassen
de ervaring = die erfahrung
wedden = wetten
de eerste = der Erste
een trap oprennen = eine Treppe raufrennen
een trap afrennen = eine Treppe runterrennen
op de grond vallen = hinfallen
van de pijn verrekken = krepieren
de opmerking, de opmerkingen = die Bemerkung, die Bemerkungen
bloeden = bluten
erop plakken = daraufkleben
de pleister = das Pflaster
het lid = das Mitglied
de sportvereniging = der Sportverein
de conditie = die Kondition
de supersporter = die Sportskanone - das Sportass
de wereldkampioene = die Weltmeisterin
nu even serieus = spaß beiseite

raak slaan = zuschlagen
harder = fester
de karatecursus = der Karatekurs
de beginner, de beginners = der Anfänger, die Anfänger
aanmelden, opgeven = anmelden
achter = hinten
de gang = der Gang
aflopen = hinunterlaufen
hetzelfde = das Gleiche
in de lucht = in die Höhe
de moeilijkheid, de moeilijkheden = die Schwierigkeit, die Schwierigkeiten
de vervanging = die Vertretung
de kantine = die Kantine
de ijssalon = die Eisdiele
de sportschool = die Sportschule
verder = weiter
daarom = deshalb
tegenover = gegenüber
vliegen = fliegen
waarom = weshalb
op blote voeten = barfuß
omhoog houden = hoch halten
lesgeven = unterrichten
voorschrijven, verplichten = vorschreiben
de gordel = der Gurt
de schreeuw = der Schrei

Ingezonden op 16-01-2013 - 1650x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Dit is alles wat je moet leren voor hoofdstuk 11, behalve de grammatica natuurlijk en de 'was sag ich es?' zit er ook niet bij, want die hoeft bij ons niet. Hopelijk heb je er wat aan

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Salzgitter heute, deel 2

11 alle Sprich dich aus NE - DU +Quasselecke woorden NE - DU +Story woorden NE - DU