Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
vanalleswat
› 34 all right H3+4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
vanalleswat
, deel engels
34 all right H3+4
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
breakthrough = doorbraak journal = tijdschrift catch a glimpse = een glimp opvangen participant = deelnemer runner up = nummer twee nausea = misselijkheid emergency services = noodhulpdiensten seal off = hermetisch afsluiten until further notice = tot nader order senior = hoger in rang member of staff = medewerker on the spot = ter plaatse look into = onderzoeken engineer = technicus locate = opsporen spokesperson = woordvoerder afternoon off = middag vrij medicijn = drug publiceren = publish begeleiden = accompany Oostenrijk = Austria van dichtbij = closely lift = elevator; lift achteruit = backwards van plan zijn = intend geur = smell hoofdpijn = headache evacueren = evacuate onmiddellijk = immediately lek = leak reageren op = respond to ademen = breathe ontploffing = explosion onderzoek = investigation winkelwagen = trolley monitor = in de gaten houden employ = in dienst hebben retrial = nieuwe rechtszaak blackmail = afpersing case = rechtszaak jail = gevangenzetten conviction = veroordeling plead guilty = schuld bekennen endanger = in gevaar brengen appearance = verschijning ghostly = spookachtig exhibition = tentoonstelling purchase = aankoop general = algemeen sunny spells = opklaring scattered showers = hier en daar een bui contain = bevatten bring up = opvoeden genius = geniaal iemand vogelgriep = bird flu landarbeider = farm worker rechter = judge minnaar = lover bewijs = evidence gevangenis = jail dronken = drunk schade = damage noord oosten = north-east vriezen = freeze-froze-frozen zuidwesten = south-west bewolkt = cloudy natte sneeuw = sleet kust = coast opklaren = clear in oostelijke richting = eastwards kolom = column hokje = box begaafd = gifted jongere = youngster fill in = op de hoogte brengen kick off; hit off = beginnen met commit a crime = een misdaad plegen shoot up = omhoog schieten ignore = negeren work out fine = goedkomen orbit = cirkelen om mission = missie harmful = schadelijk sell-by date = uiterste verkoopdatum rubbish dump = vuilnisbelt manufacturer = producent remove = verwijderen distract = afleiden point out = op wijzen tune in to = afstemmen op binge drinking = heel veel alcohol drinken pillar = pilaar sticky = kleverig turn = worden cardigan = vest furry = bondachtig nail varnish; nail pollish = nagellak Let your hair hang down. = De bloemetjes buiten zetten. as a matter of fact = eigenlijk een kwart = a quarter enquête = survey toegeven = admit drinken = drink-drank-drunk minstens = at least erg = quite gebruikelijk = common ergens achter komen = find out chocoladereep = chocolate bar behandelen = treat maag = stomach beloven = promise verschijnen = appear zich bewust zijn van = be aware of een paar = a couple; a couple of influence = invloed fashion designer = modeontwerper encourage = stimuleren, aanmoedigen couch potato = iemand die altijd op de bank voor de tv zit prevent = voorkómen current affairs = actualiteiten portray = afschilderen, beschrijven make generalisations = generaliseren bespreken, discussiëren = discuss onwikkelen = develop belangstelling, interesse = interest geweld = violence wegdoen = get rid of documentaire = documentary absoluut, zeker = definitely Caribbean = Caribisch found = stichten soca = muziekstijl roots = wortels, oorsprong sparkle = fonkelen roughly = grofweg, ongeveer go from strength to strength = steeds beter worden troupe = groep float = praalwagen wide range of = allerlei verschillende flashy = flitsend, opvallend Indian = Indiaas by the roll = per rol basically = in principe, eigenlijk workshop = studio, werkruimte out of = per carnival = carnaval costume = pak; klederdracht lively = levendig colourful = kleurrijk outfit = outfit, kledingcombinatie decorate = versieren studio = atelier feather = veer sewing machine = naaimachine challenge = uitdaging silver = zilver shiny = glimmend glue = lijm count = tellen enter = meedoen aan enthusiastic = enthousiast studies = studie, lesprogramma plural = meervoud ancient = uit de Oudheid image = beeld cave = grot Empire = Keizerrijk surface = oppervlakte increasingly = steeds meer means = middel lavatory = toilet billboard = reclamebord territory = gebied, territorium signature = handtekening boundary = grens party = partij, groepering used to = deden vroeger altijd canvas = (schilders)doek punishable = strafbaar self-portrait = zelfportret relate to = verband houden met brighten up = opvrolijken art = kunst town = (kleinere)stad write - wrote - written = schrijven bridge = brug property = eigendom spray paint = verf spuiten marker = (markeer)stift; teken mark = markeren, aangeven war = oorlog statement = verklaring, bewering fight - fought - fought = vechten oil = olie arrow = pijl lead to = leiden tot grow up - grew up - grown up = opgroeien teach - taught - taught = lesgeven, leren aan express = uiten broad = breed self-confidence = zelfvertrouwen comedy = blijspel, komedie tragedy = tragedie, treurspel visual = visueel, zichtbaar distraction = afleiding deliberate = opzettelijk pregnant = zwanger across = door heel launch = lanceren, uitbrengen raw = onervaren, ongetraind formal = officieel, formeel qualifications = diploma's, papieren whatever = om het even welke/wat passion = passie on stage = op het toneel play = toneelstuk director = regisseur actually, basically = eigenlijk, in feite a bit = een klein beetje actress = actrice TV series = tv-serie perform = optreden, opvoeren worldwide = wereldwijd New Zealand = Nieuw-Zeeland wish = willen, wensen get in touch with = contact opnemen met shine - shone - shone = stralen, schijnen professor = professor, hoogleraar doctor = iemand met een universitaire graad slide = dia, afbeelding acceptable = aanvaardbaar, acceptabel as far as I am concerned = wat mij betreft special effects = speciale effecten carry on = doorgaan interested = geïnteresseerd suppose = aannemen, geloven, denken operate = bedienen interesting = interessant example = voorbeeld personal = persoonlijk, jouw eigen favourite = favoriete original = origineel beginning = begin, aanvang Goedemorgen, dames en heren. = Good morning, ladies and gentlemen. Vandaag ga ik het hebben over = Today I'm going to talk about Ik ozu het graag hebben over = I'd like to talk about Mijn presentatie duurt ongeveer vijftien minuten. = My presentation will take about fifteen minutes. Ik zou u eerst een paar dia's willen laten zien. = I'd like to start by showing you a few slides. Op de eerste dia ziet u = The first slide shows Ik wil nu verdergaan met het tweede deel van mijn presentatie. = I'd like to move on now to the second part of my presentation. En dat is het einde van mijn presentatie. = And that brings me to the end of my presentation. Heeft iemand vragen? = Does anyone have any questions? Wanneer er geen andere vragen zijn, ga ik naar = If there are no further questions, I'll move on to Ik zal het vanaf hier overnemen. = I'll take over from here. Mag ik je een vraag stellen? = Can I ask you a question? Mag ik u even onderbreken? = Can I interrupt you there? Ik ben bang dat ik het niet met je eens ben op dat punt. = I'm afraid I do not agree with you there. Ik zou twee dingen willen touvoegen. = I'd like to add two things. Zou u ons een voorbeeld kunnen geven? = Could you give us an example? Kun je ons iets vertellen over = Can you tell us something about Heb je daar bewijs voor? = Do you have any evidence to support that? Wat vind jij/u daarvan? = What do you think of this? Bent u/Ben jij het met me eens? = Do you agree? Wat zijn jouw/uw opvattingen over geweld op tv? = What are your views on violence on TV? Wat is jouw/uw mening? = What is your opinion? Ik denk dat tv een slechte invloed heeft op kinderen. = I think that TV has a bad influence on children. Ik vind het niet goed. = I believe that's wrong. Volgens mij/Naar mijn mening moeten we meer bewegen. = In my opinion, we should do more exercise. Ik ben het niet eens met Dr Reed. = I don't agree with Dr Reed. Dat accepteer ik niet. = I don't accept that. Ik ben daar niet blij mee. = I'm not happy with that. Weet jij/u waar het postkantoor is? = Do you know where the post office is? Kunt u/Kun jij mij de datum geven? = Can you tell me the date? Zou jij/u haar naam voor mij kunnen uitzoeken? = Could you find out her name for me, please? Weet jij/u toevallig waar de tv-gids is? = Do you happen to know where the TV guide is? Ik vroeg me af of jij/u mij de titel van het liedje zou kunnen geven. = I was wondering if you could tell me the name of the song? Ik zou graag weten of u de nieuwste digitale camera heeft. = I would like to know if you have the latest digital camera. Zou jij/u zo vriendelijk willen zij mij het zo spoedig mogelijk te laten weten? = Would you be so kind as to let me know a.s.a.p.? Zou jij/u me nog wat meer informatie kunnen geven? = Could you give me some more information? Zou jij/u mij nog wat meer bijzonderheden kunnen sturen? = Could you send me further details, please?
Ingezonden op 24-01-2013 - 2015x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!