Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Team Deutsch, deel 2

11 !! Lektion 11 ~ Woordjes ~Jvo-Dude~*

Jaar 2 (havo)

die Nordsee = de Noordzee
die Stadt, Städte = de stad
die Kleinstadt, Kleinstädte = de kleine stad
die Großstadt, Großstädte = de grote stad
die Hauptstadt, Hauptstädte = de hoofdstad
die Insel, Inseln = het eiland
das Schiff, Schiffe = het schip
das Gebäude, Gebäude = het gebouw
die Bank, Banken = de bank
die Bücherei,Büchereien = de boekhandel
die Pizzeria, Pizzarias = de pizzeria
das Museum = het museum
der Bahnhof, Bahnhöfe = het station
der Sportplatz, Sportplätze = het sportterrein
die Post = het postkantoor
das Rathaus, Rathäuser = het stadhuis
das Theater, Theater = het theater
der Supermarkt, Supermärkte = de supermarkt
das Schwimmbad, Schwimmbäder = het zwembad
die Fahrkarte, Fahrkarten = het kaartje
heiraten = trouwen
beten = bidden
das Formular, Formulare = het formulier
ausfüllen, füllt aus, hat ausgefüllt = invullen
Geld wechseln = geld wisselen
ansehen, sieht an, hat angesehen = bekijken
die Haltestelle, Haltestellen = de halte
die Brücke, Brücken = de brug
Fahren Sie über die Brücke. = Rij de brug over.
mitten = midden
Das Museum ist mitten im Park. = Het museum is midden in het park.
geradeaus = rechtdoor
durch = door
Gehen Sie durch den Park. = Ga door het park.
nächste = volgend(e)
die Kreuzung, Kreuzungen = de kruising
Die Post ist an der nächsten Kreuzung. = Het postkantoor is bij de volgende kruising.
Wie komme ich zum / zur …? = Hoe kom ik naar …?
gleich = meteen
Die Post ist gleich hier an der Ecke. = Het postkantoor is hier meteen om de hoek.
Entschuldigung! = Pardon!
vorbeigehen an + D = voorbijgaan aan
Gehen Sie an der Post vorbei. = Ga voorbij het postkantoor.
zu Fuß gehen = te voet gaan; lopend
die S-Bahn, S-Bahnen = de sneltram; de sneltrein
einsteigen = instappen
umsteigen = overstappen
aussteigen = uitstappen
der Stadtteil, Stadtteile = het stadsdeel
idyllisch = idyllisch; lieflijk
deshalb = daarom
Meine Stadt ist schön, deshalb lebe ich gern hier. = Mijn stad is mooi, daarom woon ik hier graag.
sich wohlfühlen = zich goed voelen
schmutzig = smerig
der Müll = het afval
hässlich = lelijk
die Zigarette, Zigaretten = de sigaret
der Alkohol = de alcohol
international = internationaal
mögen + A = houden van
dicht = druk
der Verkehr = het verkeer
der Lärm = het lawaai
riechen (nach + D) = ruiken
die Abgase = het uitlaatgas
Es riecht nach Abgasen. = Het stinkt naar uitlaatgassen.
die Luft = de lucht
Luft bekommen = lucht krijgen
lieber = liever
draußen = buiten
der Dom, die Dome = de dom ; de kathedraal
baden = zwemmen ; baden
wegziehen, zieht weg, ist weggezogen = vertrekken
leise = zacht ; rustig
voll = vol
leer = leeg
modern = modern
unmodern = unmodern

Ingezonden op 05-02-2013 - 3303x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Toetstoetstoets.

Laat me het weten als er tóch een foutje is ingeslopen

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Team Deutsch, deel 2

11 !*! Lektion 11 ~ Woordjes *~Jvo-Dude~*

11 !! Lektion 11 ~ Woordjes ~Jvo-Dude~*