Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
mywords
› 0 N
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
mywords
, deel LA
0 N
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
nam = want nanciscor, nancisci, na(n)ctus sum = verkrijgen nascor, nasci, natus sum = geboren worden natio, onis = volk; volksstam {f} natura = natuur; aard natus = zoon; zoon van {van [i]+ abl[/i]} navis, is = schip {f} -ne = vraagzin {leidt een ... in?} -ne ... an = ... of {leidt een vraagzin in} ne = opdat niet; dat {+ coni in BZ; 2. na ww van vrezen} ne ... quidem = zelfs ... niet nec = en niet; ook niet nec ... nec = noch ... noch necessarius = noodzakelijk necesse est = het is noodzakelijk necessitas, atis = nood; noodzaak; behoefte {f} neco, necare = doden nefas = misdaad; vergrijp; schande {indecl, n} neg-lego, legere, lexi, lectum = verwaarlozen narro, narrare = vertellen ne = niet {+ coni in HZ} nego, negare = weigeren; ontkennen; zeggen dat niet negotium = taak nemo, neminis = niemand {m} neque = en niet; ook niet neque ... neque = noch ... noch ne-scio, scire = niet weten ne-scius = onwetend; onwetend van {van [i]+ gen[/i]} neve/neu = en niet; en opdat niet ni = als niet niger, gra, grum = zwart nihil = nil = niets; niet; geenszins nimis/nimium = te; al te {adv} nisi = als niet; tenzij nitor, niti, nisus sum = streven naar; steunen; steunen op {op + abl} nobilis = adellijk; aanzienlijk; de adel; de adellijken {2. plur} nobilitas, atis = adel {f} noceo, nocére, nocui, nocitum = schaden {+ dat} nocturnus = nachtelijk nolo, nolle, nolui = niet willen nomen, inis = naam {n} nomino, nominare = noemen non = niet non modo/solum ... sed etiam = niet alleen ... maar ook nondum = nog niet nonne = toch zeker?; toch wel? nonnulli, orum = sommige; sommigen nos = wij nosco, noscere, novi, (notum) = leren kennen; weten; kennen {2. pf} noster, tra, trum = ons; onze notus = bekend novem = negen {indecl} novus = nieuw nox, noctis = nacht {f} nudus = naakt nullus = geen num = toch niet?; of {2. leidt afhankelijke vraag in} numen, inis = goddelijke wil; wil; macht; godheid {n} numerus = aantal; getal numquam = nooit nunc = nu nunc ... nunc = nu eens ... dan weer nuntio, nuntiare = berichten nuntius = bode; bericht nusquam = nergens nuper = onlangs
Ingezonden op 27-02-2013 - 518x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
20-04-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!