Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Maatschappijleer SGN
› 2 Begrippen --SGN--
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Maatschappijleer SGN
2 Begrippen --SGN--
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Beeldvorming = Het proces van beïnvloeding waarin het beeld gevormd wordt dat iemand heeft van (een bepaald onderdeel van) de maatschappelijke werkelijkheid. Criminaliteit = Door de overheid in een bepaald land in een bepaalde tijd strafbaar gesteld gedrag. Daderstrafrecht = Strafrecht warbij de rechter bij zijn vonnis rekening houdt met de omstandigheden en de persoon van de verdachte. Er zijn per delict wel maximumstraffen, maar geen minimumstraffen. Delict = Wettelijk strafbaar gestelde handeling, onderverdeeld in overtredingen en misdrijven. Dwangmiddelen = Wettelijke bevoegdheden van de politie om delicten te onderzoeken. Gedogen = Bewust afzien van strafvervolging van handelingen die wettelijk strafbaar zijn. Gezag = Macht die als redelijk en juist wordt ervaren. Globalisering = Het proces waarbij delen van de wereld op economisch, sociaal, politiek en cultureel terrein steeds meer op elkaar betrokken raken. Grondwet = De belangrijkste wet van een land, met de grondrechten en hoofdlijnen van de staatsinstellingen. Klassenjustitie = Benadeling van mensen uit de lagere sociale klassen over bevoordeling van mensen uit hogere sociale klasssen in het rechtssysteem. Legaliteitsbeginsel = Het beginsel dat iemand alleen gestraft kan worden voor een delict dat wettelijk strafbaar was op het moment van het delict. Legitimiteit = Het geloof of de overtuiging dat de (overheids)macht rechtmatig en juist is. Machtenscheiding (trias politica) = Verdeling van de overheidsmacht over drie machten: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Klassieke mensenrechten = Grondrechten die de (individuele) burgers beschermen tegen willekeurig ingrijpen van de staat, zoals vrijheid van godsdienst. Sociale mensenrechten = Grondrechten als recht op eten, werk en onderwijs, waarvoor de staat zich moet inspannen om die rechten zoveel mogelijk voor iedereen te verwezenlijken. Rechtsstaat = Een staat waar burgers en overheid zich aan de wet houden, waar gelijke rechten, machtenscheiding en legaliteitsbeginsel bestaan en waar de grondrechten zijn gewaarborgd. Liberale rechtsstaat = Een rechtsstaat waarin persoonlijke vrijheid en bescherming tegen willekeurig overheidsoptreden centraal staat. Sociale rechtsstaat = Een rechtsstaat waar de overheid veel taken op sociaal gebied op zich heeft genomen. Seponeren = Afzien van iedere vorm van strafvervolging door de officier van justitie. Terrorisme = Gebruik van geweld tegen willekeurige groepen mensen om hen angst aan te jagen en de samenleving te ontwrichten. Transactie = Schikking bij niet-ernstige delicten tussen de officier van justitie en een verdachte, waarbij de verdachte een geldbedrag betaalt, maar niet wordt veroordeeld.
Ingezonden op 08-03-2013 - 733x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!