Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

2v1, deel b

5 duits H5 modalverben

Jaar 2

dürfen = mogen, toestemming hebben
ich darf = ik mag
du darfst = jij mag
er/sie/es darf = hij/zij/het mag
wir dürfen = wij mogen
ihr dürft = jullie mogen
sie/Sie dürfen = zij mogen / u mag

können = kunnen, in staat zijn tot
ich kann = ik kan 
du kannst = jij kan
er/sie/es kann = hij/zij/het kan
wir können = wij kunnen
ihr könnt = jullie kunnen
sie/Sie können = zij kunnen / u kunt
mögen = houden van, lusten, leuk vinden
ich mag = ik houd van 
du magst = jij houd van
er/sie/es mag = hij/zij/het houd van 
wir mögen = wij houden van 
ihr mögt = julli houden van 
sie/Sie mögen = zij houden van / u houd van
müssen = moeten, het kan niet anders
ich muss = ik moet
du musst = jij moet
er/sie/es muss = hij/zij/het moet
wir müssen = wij moeten 
ihr müsst = jullie moeten 
sie/Sie müssen = zij moeten / u moet
sollen=moeten, bevel
ich soll = ik moet
du sollst = jij moet
er/sie/es soll = hij/zij/het moet
wir sollen= wij moeten
ihr sollt= jullie moeten
sie/Sie sollen = zij moeten/ u moet
wissen = weten
ich weiß = ik weet
du weißt = jij weet
er/sie/es weiß = hij/zij/het weet
wir wissen = wij weten 
ihr wisst = jullie weten
sie/Sie wissen = zij weten / u weet
wollen = willen 
ich will = ik wil
du willst = jij wilt
er/sie/es will = hij/zij/het wilt
wir wollen = wij willen
ihr wollt = jullie willen
sie/Sie wollen = zij willen / u wilt
mögen= zou (graag) willen
ich möchte= ik zou graag willen
du möchtest= jij zou graag willen
er/sie/es möchte = hij/zij/het zou graag willen
wir möchten = wij zouden gaag willen
ihr möchtet = jullie zouden graag willen
sie/Sie möchten= zij zouden gaag willen/ u zou graag willen

Ingezonden op 17-03-2013 - 2125x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 18-03-2013.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

2v1, deel b

5 duits H5 modalverben