Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'

Na Klar!, deel 2

0 Onregelmatige werkwoorden blz. 160/161

Jaar 3 (vwo)

afbuigen = abbiegen - bog ab - abgebogen
beginnen = anfangen - fing an - angefangen
beginnen = beginnen - begann - begonnen
bedriegen = betrügen - betrog - betrogen
bewijzen = beweis - bewies - bewiesen
solliciteren = sich bewerben - bewarb sich - sich beworben
bieden = bieten - bot - geboten
verzoeken = bitten - bat - gebeten
blijven = bleiben - blieb - geblieben
breken = brechen - brach- gebrochen
branden = brennen - brannte - gebrannt
brengen = bringen - brachte - gebracht
denken = denken - dachte - gedacht
uitnodigen = einladen - lud ein - eingeladen
aanraden = empfehlen - empfahl - empfohlen
beslissen = entscheiden - entschied - entschieden
doen schrikken = erschrecken - erschreckte - erschreckt
schrikken = erschreck - erschrak - erschrokken
eten = essen - aß - gegessen
rijden/varen = fahren - fuhr - gefahren
vallen = fallen - fiel - gefallen
vinden = finden - fand - gefunden
vliegen = fliegen - flog - geflogen
stromen = fließen - floss - geflossen
geven = geben - gab - gegeben
gaan = gehen - ging - gegangen
lukken = gelingen - gelang - gelungen
gelden = gelten - galt - gegolten
gebeuren = geschehen - geschah - geschehen
winnen = gewinnen - gewann - gewonnen
gieten = gießen - goss - gegossen
houden/stoppen = halten - hielt - gehalten
hangen = hängen - hing - gehangen
ophangen = hängen - hängte - gehängt
(op)tillen = heben - hob - gehoben
heten = heißen - hieß - geheißen
helpen = helfen- half - geholfen
kennen = kennen - kannte - gekannt
komen = kommen - kam - gekommen
laten = lassen - ließ - gelassen
(hard)lopen = laufen - lief- gelaufen
lijden = leiden - litt - gelitten
lenen = leihen - lieh - geliehen
lezen = lesen - las - gelesen
liggen = liegen - lag - gelegen
liegen = lügen - log - gelogen
meten = messen - maß - gemessen
nemen = nehmen - nahm - genommen
noemen = nennen - nannte - genannt
(aan)raden = raten - riet - geraten
ruiken = riechen - roch - gerochen
roepen = rufen - rief - gerufen
scheiden = scheiden - schied - geschieden
schijnen = scheinen - schien -geschienen

Ingezonden door Marsha30 (Krimpenerwaard College) op 18-03-2013 - 3138x bekeken.
Waardering 8 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

Ik hoop dat hij goed is en je er wat aan hebt.
Zeg maar als er een foutje in staat, maar volgens mij is hij helemaal goed

groetjes

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Reacties (4)

leoniee

21-03-2013 16:17

super fijn dat deze er is

bedankt!

rosa

12-11-2013 21:48

echt bedankt pfjeuw heb nog 10 minuten om te leren maar hiermee stamp ik het er toch wel even snel in! THANX!

Jasmijntjeeee

09-02-2014 18:18

een foutje geloof ik, er staat bij bewijzen = beweis - bewies - bewiesen; in mijn boek staat beweisEN - bewies - bewiesen..?

Kip saté

27-01-2015 20:47

Je bent bij beslissen het = teken vergeten. Hierdoor overhoort de computer deze niet!

Vakken

Na Klar!, deel 2

0 Onregelmatige werkwoorden blz. 160/161

Reacties (4)