Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

vanalleswat, deel engels

56 All right H5+H6 alles

Jaar 3 (vwo)

the other day = een paar dagen geleden
impressive = indrukwekkend
let down = teleurstellen
upset = van slag brengen
get along = met elkaar opschieten
barely = nauwelijks
couple = stel, paar
After all = immers
persuade = overhalen, overtuigen
No worries = Geen probleem!
casual clothes = vrijetijdskleding
baggy = heel wijd
admission = toegangsprijs
obligatory = verplicht
uitnodigen = invite
iemand leuk vinden = fancy someone
lunchpauze = lunch break
gymdocent = PE teacher
sportief = sporty
vriend, maatje = pal
verliefd zijn op iemand = have a crush on someone
gevoelig = sensitive
iemand bedriegen = cheat on someone
nerveus, bang, benauwd = anxious
vertrouwen = trust
kletsen, praten = chat
liegen = lie
blozen = blush
stay put = blijven staan
joy = plezier, vreugde
stay out late = laat buiten blijven
wisdom = wijsheid
excitement = opwinding
connect = contact maken
approve = goedkeuren
approval = goedkeuring
in ruins = geruïneerd
demanding = veeleisend
argument = ruzie
once in a while = zo nu en dan
checkpoint = controlepost
turn back = terugsturen
distrust = wantrouwen
appreciate = waarderen
continue to = doorgaan met
in spite of = ondanks
resolve conflicts = conflicten oplossen
backyard = achtertuin
life raft = reddingsvlot 
strengthen = versterken
tegen(over)gestelde = opposite
aantrekken = attract
of ... of ... = either ... or ...
vergelijken = compare
resultaat = result
lui = lazy
aardig, lief = sweet
zorgzaam = caring
vrede = peace
roddel = gossip
fout = fault
laten passeren = pass
en ook = as well as
bang zijn voor = fear
jood = Jew
Arabier = Arab
moslim = Muslim
christen = Christian
vijand = enemy
gedrag = behaviour; behavior (AmE)
wakker worden = wake up - woke up - woken up
bidden = pray
irresistible = onweerstaanbaar
loo = toilet
peel off = afpellen, lostrekken
Pull out = verwijderen
snog = zoen, knuffel
shuffle = schuifelen
ache = pijn doen
passionate = hartstochtelijk
tender = lief, teder
peck = vluchtige zoen
prospect = vooruitzicht, kans
stimulate = stimuleren, prikkelen
pupil = pupil
occur = vóórkomen, plaatsvinden
in the space of = binnen
feel drawn to = (zich) aangetrokken voelen tot
impress = indruk maken op
Flash = flitsen, schitteren
current = huidig
stylish = modieus, elegant
smooth = glad, soepel
lip balm = lippenbalsem
protective = beschermend
zoen, kus = kiss
dragen = wear - wore - worn
wang = cheek
plotseling = all of a sudden
aanwakkeren, ophitsen = stir up
emotie = emotion
overwegen, nadenken over
ontkennen = deny
bizar = bizarre
(erop) aandringen, eisen = insist
een definitie geven van = define
universiteit = university
(aan)raken = touch
antwoord, reactie = response
een hele reeks = a whole range of
doorgaan, verdergaan = continue
persoonlijkheid = personality
charme = charm
uiterlijk, verschijning = appearance
eruitzien als = look like
kapsel = haircut
steil, sluik, glad (haar) = straight
branden = burn - burnt - burnt
patient = geduldig
get down = moedeloos van worden
at this rate = op deze manier, in dit tempo
good-looking = er goed uitzien
can't stand = niet uit kunnen staan
achteraf gezien = after all
verlegen = shy
gezelschap = company
leuk (om te zien) = cute
sms'en = text
bedoelen = mean - meant - meant
wanhopig = desperate
raar, maf, dwaas, gek = silly
gevoel = feeling
Ik vind hem leuk. = I think he's cute.
Hij is een heel leuke vent. = He's a really nice guy.
Zij is erg slim/aantrekkelijk/charmant. = She's very clever/attractive/charming.
Ik ben graag in haar gezelschap. = I enjoy being in her company.
Misschien vindt hij me achteraf gezien niet aardig. = Maybe he doesn't like me after all.
Ik voel me een beetje onzeker. = I feel a bit insecure.
Ik wil niet dat zij denkt dat ik wanhopig ben. = I don't want her to think I'm desperate.
Ik word heel gedeprimeerd van dit alles. = The whole thing is going to get me down.
Weet je wat mij echt irriteert? = Do you know what really annoys me?
Ik kan hem echt niet uitstaan. = I can't stand him.
We moeten een keer wat afspreken. = We must get together some time.
Wanneer zie ik je weer. = When will I see you again?
Welke dag komt je het beste uit? = What day would suit you best?
Hoe laat zullen we elkaar ontmoeten? = How late shall we meet?
Zullen we een tijd afspreken? = Shall we fix a time?
Wat denk je van dinsdag om tien uur? = How about Tuesday at ten?
Zullen we zeggen bij mij thuis om half acht? = Let's say at my place at half seven?
Vind je dat goed? = Is that OK with you?
Ja, dat is prima. = Yes, that's fine.
Klinkt goed. Tot dan. = Sounds good. See you then.

put through = doorverbinden
personnel manager = personeelschef
at a strech = achter elkaar
guess = veronderstellen
be employed = een baan hebben
off sick = met ziekteverlof
temporany replacement = tijdelijke vervanger
permanent job = vaste baan
working hours = werktijden
night shift = nachtploeg
school of catering and hospitality = hotelvakschool
application form = sollicitatieformulier
rate of pay = loon
GCSE (General Ceritificate of Secondary Education) = Brits examenniveau vmbo
suit = schikken
classified ad = kleine advertentie
afdeling = department
advertentie = ad
Blijft u aan de lijn! = If you'd like to hold.
solliciteren (naar) = apply (for)
alternatief = alternative
bijvoorbeeld = for instance
kok(kin) = cook
eerder = previous
werkervaring = work experience
kelner = waiter
tevreden = pleased
werkgever = employer
CV = CV
paspoort = passport
diploma's = qualifications
receptie = reception desk
spellen = spell
geboortedatum = date of birth
bankrekening = bank account
A level = Brits examenniveau vwo
graduation = afstuderen
set up = opzetten
cope with = verdragen
have a go = poging wagen
ability = vermogen
child labour = kinderarbeid
cut = snee
warehouse = pakhuis
raid = inval
basement = kelder
badge = politiepenning
labour = werk
supervise = toezicht houden
bid = bod,bieden
sigh = zuchten
terugkeren = return
creëren = create
pers = press
trompet = trumpet
gitaar = guitar
nauwelijks = hardly
(precies) op tijd = on time
dwingen = force
kind = kid
buigen = bend bent bent
fabriek = factory
vloeiend = fluent
ondervragen = question
producent = manufacturer
laag = low
huur = rent
rekening = bill
loon = wages
weide = field
achtervolgen = chase
bedekken = cover
verf = paint
opzetten,starten = set up-set up-set up
toen = at the time
worden = become-became-become
leger = army
reservering = booking
meegaan = come along
veiligheid = safety
materiaal,apparatuur = equipment
procent = per cent
invloed = influence
fysiek = physical
inschrijven = register
fatsoenlijk,correct = correct
durven = dare
ongelooflijk = incredible
lid = member
interactief = interactive
tussen = between
leider = leader
Let op dat = Please note that
aanmeldingsformulier = application form
site = locatie
corporate = bedrijfs
team-building = teamgeest opbouwen
lunatic = gek
be under fire = onder vuur liggen
goggles = (beschermende) bril
qualified = gediplomeerd
invest = investeren
employ = in dienst hebben/nemen
run a company = een bedrijf leiden
leading = toonaangevend
trade = handel
judge = beoordelen
sollicitatiegesprek = job interview
plaatsnemen,ga zitten = take a seat
supermarkt = supermarket
nog steeds = still
schoolcijfer = grade
vacature = vacancy
Ik heb een afspraak met... = I have an appointment with...
Ik heb belangstelling om voor uw bedrijf te komen werken. = I'm interested in working for your company.
Ik zou graag solliciteren naar de baan in uw advertentie. = I'd like to apply for the job you advertised.
Ik heb de vacature op uw website gevonden. = I found the vacancy on your website.
Ik heb het sollicitatieformulier ingevuld. = I have filled in the application form.
Ik heb net mijn eindexamen gehaald. = I have just done my GCSEs.
Nou, eerlijk gezegd heb ik niet zo veel ervaring. = Well, to be honest I don't have much experience.
Ik werk graag met mensen. = I'm interested in working with people.
Ik heb goede communicatieve vaardigheden. = I've got good communication skills.
Mag ik vragen wat het salaris is? = Could I ask what the pay is?
Ik verwacht dat ik naar de universiteit ga. = I expect to go to the university.
Ik hoop biologie te kunnen gaan studeren. = I'm hoping to study biology.
Ik wil graag naar Cambridge. = I'd like to go to Cambridge.
Ik wil talen gaan studeren. = I want to study languages.
Ik ben redelijk positief over mijn kansen. = I'm pretty optimistic about my chances.
Mijn ambitie is om voor een groot bedrijf te werken. = It's my ambition to work for a big company.
Ik droom ervan om in de muziekindustrie te gaan werken. = I dream of going into the music business.
Het is mijn droom om astronaut te worden. = It's my dream to become an astronaut.
Ik heb altijd al architect willen worden. = I've always wanted to be an architect.
Zodra ik mijn school af heb, wil ik... = As soon as I have finished school, I want to...

Ingezonden op 29-03-2013 - 1899x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

woordjes en zinnen van H5 en H6

Vakken

vanalleswat, deel engels

56 All right H5+H6 alles