Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans idioom Greijdanus VWO6 periode 4
› 2 alle woorden van de kolommen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans idioom Greijdanus VWO6 periode 4
2 alle woorden van de kolommen
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
abandonner =verlaten, in de steek laten apparaitre = verschijnen ajouter=toevoegen avant que= voordat baisser=dalen bousculer=verdringen bouleverser=ondersteboven, keren empêcher=verhinderen eviter=vermijden en colère=woedend le chômage=de werkloosheid la grève=de staking cesser=ophouden louer=huren lutter=worstelen (met) le lien (lier)=de band les loisirs=de vrije tijd le poison=het vergif le poisson=de vis la puissance=de macht le sang=het bloed survivre=overleven la tâche=de taak tant que=zolang bruyant (bruit)=luidruchtig assassiner=vermoorden se contenter de= zich tevreden stellen met malgré=ondanks ne… que=slechts coupable=schuldig occidental=westers obligatoire=verplicht inventer=uitvinden imprévu (prévoir)=onvoorzien indifférent=onverschillig la faveur=de gunst fréquenter=(regelmatig) bezoeken la prospérité=de welvaart la croissance=de groei l’environnement= de omgeving prochain=naaste acquérir=verkrijgen adversaire=tegenstander admettre=toevoegen comparer=vergelijken le goût=de smaak ne…guère=bijna niet heurter=stoten hostile=vijandig ignorer=niet weten réfléchir=nadenken rassurer=verzekeren la valeur=de waarde apprécier=waarderen craindre=vrezen dépenser=uitgeven désavantage=nadeel faible=zwak généreux=gul l’époque=het tijdperk la sécurité=de veiligheid les impôts=de belasting pas mal de=nogal wat l’ouvrier=de arbeider spatial=ruimtelijk vaincre=overwinnen convaincre=overtuigen vide=leeg utiliser=gebruiken une île=een eiland insister=aandringen plier=vouwen ennuyeux=vervelend ; saai le marin=de zeeman, matroos négliger=verwaarlozen nuire à=benadelen la natation= het zwemmen l’ordinateur=de computer rencontrer=ontmoeten epuisé=uitgeput estimer=schatten le commerce=de handel le bénéfice=de winst promettre=beloven se reposer=rusten surestimer=overschatten désapprouver=afkeuren nier=ontkennen ne guère=nauwelijks décevoir=teleurstellen déraciner=ontwortelen fier=trots appuyer=ondersteunen la joie =de vreugde diminuer=verminderen prier=bidden tort= verkeerd, ongelijk la volonté=de wilskracht déménager=verhuizen grâce à=dankzij le célibataire=de vrijgezel avantage=voordeel davantage=meer signifier=betekenen le lieu =plek au lieu de=in plaats van propre=schoon, eigen, juist, netheid illisible=onleesbaar visible =zichtbaar soupçonner=verdenken la méfiance=het wantrouwen la confiance=het (zelf)vertrouwen mettre au point=tot stand komen atteindre=bereiken l’horaire=de werktijd;het rooster la façon=de manier se comporter=zich gedragen l’attitude=de houding sévère=streng voler=(be)stelen, vliegen plutôt=liever hériter de=erven van l’héritage=de erfenis le contenu=de inhoud la chaleur=de warmte citoyen=de burger le but=het doel ailleurs=ergens anders intermédiaire=tussenpersoon contraindre=dwingen les contraintes=de dwang bouger=bewegen protéger=beschermen la poussière =het stof conseiller=raad geven temporaire=tijdelijk tandis que=terwijl réconcilier=verzoenen jaillir= opspringen accueillir=ontvangen tellement=zo le destin=het lot disponible=beschikbaar la voie=de weg la source=de bron fusée=raket l’huile=de olie la lumière=het licht en vain=tevergeefs la beauté=de schoonheid améliorer=verbeteren partager=(ver)delen exception=uitzondering sans inverse = omgekeerde richting contraire=tegenovergestelde souhaiter=wensen distraire=afleiden l’effort=de moeite enterrer=begraven le débouché = de kans op een baan renvoyer=terugsturen autrefois=vroeger la veille=de vorige dag bricoler=knutselen bavarder=kletsen interrompre=onderbreken innocent=onschuldig poursuivre=achtervolgen sembler=lijken ; schijnen surpeuplé=overbevolkt se précipiter=zich haasten posséder=bezitten d’ailleurs= trouwens lorsque=toen bien que=hoewel mécontent=ontevreden centenaire=honderdjarig ressembler à=lijken op renoncer à= afzien van se noyer=zich verdrinken la nourriture =het voedsel aliment=voedingsmiddel gâter=verwennen revendiquer=eisen le rêve=de droom ôter=verwijderen préoccupé=bezorgd indispensable=onmisbaar la pitié=het medelijden détruire=verwoesten sensible=gevoelig sec=droog le syndicat=de vakbond l’esprit=de geest joindre=samenvoegen jusqu’à=tot aan coopérer=samenwerken le drogué=de drugsverslaafde ..nucléaire=nucléair le vol spatial=de ruimtevlucht les coutumes=de gewoontes ; de gebruiken le bilan=de balans la récolte=de oogst menacer=dreigen ; bedreigen exiger =eisen ; vereisen ; verlangen exagérer=overdrijven découvrir=ontdekken compter=tellen ; rekenen la chute=de val l’agriculture=de landbouw avertir =waarschuwen l’avortement=de miskraam ; de abortus la piqûre=de steek ; prik ; beet avouer=bekennen ; toegeven le smic=het minimumloon hlm=goedkope huurflat le bac=het eindexamen respirer=ademen la liaison=verbinding soudain=plotseling les plaintes=de klachten le lieu =de plaats ; plek la déception=de teleurstelling la bataille=de strijd le cas =de zaak ; het delict une bande=de reep ; strook dessinée=komisch quoi que=wat ook (maar) s’adapter à=zich aanpassen aan achever=voltooien ; beëindigen l’accroissement=de groei admirer=bewonderen ecrivain=schrijver meurtrier=moordenaar combattre=bestrijden itinéraire=(reis)route mériter=verdienen artère=slagader impitoyable=meedogenloos ; onverbiddelijk hôte(sse)=gast ; hotelgast immense=immens humide=vochtig ; nat le hasard=het toeval ; de kans abonder=talrijk zijn efficace=doeltreffend ; effectief embarrasser=verspillen cueillir=plukken cacher=verbergen le pouvoir d’achat=de koopkracht précieux=kostbaar ; dierbaar séparer=scheiden séduire=verleiden les frais=de frisse lucht la loi=de wet maladroit=onhandig le progrès=de vooruitgang le récit=het verhaal un traître=een verrader trahir=verraden la violence=het geweld le tiers monde=de derde wereld agir=handelen aveugle=blind le bâtiment=gebouw désespoir=wanhoop emission=uitgifte ; emissie la fièvre=de koorts ; de opwinding l’échec=de mislukking droit=recht allocation=toewijzing hésiter=aarzelen ; weifelen inaccessible=ontoegankelijk moyen=gemiddeld se moquer de=spotten met le flic=de smeris les cadres=de lijsten la solution=de oplossing résoudre=oplossen sauter =springen over ; overslaan ; bespringen le squatter=de kraker
Ingezonden op 04-04-2013 - 1074x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!