Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Maatschappijleer SGN
› 4 Begrippen --SGN--
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Maatschappijleer SGN
4 Begrippen --SGN--
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
arbeidsverhoudingen = De relaties tussen werkgevers, werknemers en de overheid op het gebied van arbeid. civil society = Het geheel van autonome instellingen en organisaties op economisch, intellectueel, politiek en soicaal terrein, waarin mensen zich op vrijwillige basis gezamenlijk en zoner winstoogmerk inzetten voor de voorzieningen van een bepaald belang of goed. collectieve arbeidsovereenkomst (cao) = Arbeidsovereenkomst die wordt afgesloten tussen een of meer werknemersorganisaties en een werkgever of werkgeversvereniging, en die geldt voor een geheel bedrijf, bedrijfstak of sector. corporatisme = Van oorsprong rooms-katholieke maatschappijvisie, waarin de onderdelen van de samenleving worden gezien als de organen van een menselijk lichaam. Volgens deze organische maatschappijvisie moeten alle groepen in de samenleving harmonieus samenwerken om het geheel goed te laten functioneren. formele plichten = Wettelijk vastgelegde plichten, waar burgers juridisch aan gebonden zijn. individualisering = Sociaal-culturele ontwikkeling, waardoor de zelfstandigheid en keuzes van het individu een steeds centralere rol in de sociale en politieke verhoudingen spelen. morele verplichtingen = Zaken die burgers onderling van elkaar verwachten, zoals de verzorging van zieke familieleden, vrienden of buren, maar die niet wettelijk verplicht zijn. nachtwakersstaat = Klassiek-liberale opvatting over de staat, volgens welke die slechts een beperkt aantal taken heeft; met name het beschermen van het eigendom en de veiligheid van de burgers, het beschermen van de spelregels van de vrije markt en de totstandkoming van publieke goederen. particulier initiatief = Vrijwillige activiteiten van burgers, gericht op het realiseren van een publiek doel. poldermodel = Algemeen: het oplossen van problemen door overleg met veel betrokkenen en streven naar consensus en compromis. Specifiek: De economische politiek van het uitgavenbeheersing en loonmatiging, mogelijk gemaakt door de concensuscultuur. sociale integratie = Verbondenheid van de individuele burger met de omringende samenleving. sociale partners = Werkgeverorganisaties en werknemersorganisaties die op het terrein van de arbeidsverhoudingen door onderhandelen met elkaar tot afspraken proberen te komen. sociale rechtsstaat = Samenleving waarin de overheid de sociale grondrechten, zoals het recht op sociale zekerheid, onderwijs, geneeskundige hulp en verzorging, van de hele bevolking garandeert. sociale verzekeringen = Het geheel van werknemersverzekeringen en volksverzekeringen, als onderdeel van het stelsel van sociale zekerheid. sociale voorzieningen = Aanvullende regelingen op de verzekeringswetten, bedoeld voor mensen die niet in aanmerking komen voor een uitkering op basis van de sociale verzekeringswetten of die een te lage uitkering ontvangen om van te kunnen leven. soevereiniteit in eigen kring = Protestants-christelijke opvatting dat maatschappelijke groeperingen binnen eigen gelederen voor elkaar dienen te zorgen, zonder bemoeienis van de overheid. subsidiariteitsbeginsel= Rooms-katholieke opvatting dat maatschappelijke groeperingen zelf verantwoordelijkheid dragen voor onderlinge zorg. Waar burgers (nog) geen initiatieven nemen, is bemoeienis en subsidiƫring van de overheid toegestaan. Zodra burgers alsnog initiatieven nemen, dient de overheid zich terug te trekken. vakbeweging = Het geheel van werknemersorganisaties binnen de arbeidsverhoudingen. vakbond = Werknemersorganisaties binnen de arbeidsverhoudingen. verzorgingsstaat = Samenleving waarin de overheid zich ten doel stelt de zorg voor het sociale welzijn van haar burgers op zich te nemen. volksverzekeringen = Regelingen in het kader van de sociale zekerheid voor alle burgers. werkgeversverenigingen = Organisaties die opkomen voor de belangen van werkgevers binnen de arbeidsverhoudingen. werknemersverzekeringen = Wettelijke verzekeringen voor mensen die in loondienst werken; onderdeel van de sociale verzekeringen.
Ingezonden op 13-04-2013 - 667x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!