Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Op Niveau Gert-Jan
› 4 Woordjes NL blz 22-29
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Op Niveau Gert-Jan
, deel 1
4 Woordjes NL blz 22-29
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Formalisme = gehecht zijn aan regels Formeren = vormen Formidabel = geweldig Fragiel = breekbaar Frappant = opvallend Frauduleus = bedrieglijk Frequent = regelmatig Frustratie = mengeling van onmacht en teleurstelling wanneer een doel niet bereikt kan worden Fungeren = dienst doen als Furieus = woedend Futiliteit = kleinigheid Gastronomie = kookkunst Geavanceerd = vooruitstrevend Geëxalteerd = in vervoering brengen Generaliseren = 1 aspect bespreken en denken dat je de hele zaak hebt besproken Genereus = loyaal Genre = een bepaald soort Gerenommeerd = bekend, beroemd Geste = gebaar Gigantisch = geweldig groot Globaal = ongeveer, wereldwijd Gratificatie = toelage Grotesk = lachwekkend Haaks = rechthoekig Hallucinatie = het waarnemen van niet bestaande verschijnselen Hausse = stijging Hedonisme = leer die genot tot het belangrijkste verheft in het leven Heimelijk = in het geheim Herbivoor = planteneter Heroïsch = heldhaftig Hervorming = geleidelijke, geweldloze verandering Heulen met = stiekem samengaan met Hiaat = ontbrekend deel Hiërarchie = rangorde Hiëroglyfen = beeldschrift van oude Egyptische cultuur Hilariteit = algehele vrolijkheid Homogeen = allemaal dezelfde soort Homoniem = woord zelfde geschreven en uitgesproken, maar andere betekenis Honoreren = belonen Humaan = menselijk Hype = rage Hypochonder = zwaarmoedig persoon Hypocriet = schijnheilig Hypothese = stelling die men voorlopig voor waar aanneemt Ideëel = denkbeeldig Identiek = precies hetzelfde Ideologie = een bepaald doel hebben Illegaal = in strijd met de wet Illegitiem = onwettig Illusie = droombeeld Imiteren = nabootsen Immaterieel = onstoffelijk Immoreel = zonder waarden en normen Immuun = onschendbaar Impliciet = tegelijkertijd Imposant = indrukwekkend Impressie = indruk Improvisatie = onvoorbereid Impulsief = onbezonnen Inclusief = erbij inbegrepen Incidenteel = toevallig Incompetent = onbekwaam Incubatietijd = tijd tussen besmet raken en het verspreiden van de ziekte Indicatie = aanwijzing Indoctrineren = hersenspoelen Infantiel = kinderachtig Infrastructuur = vervoer, energie, communicatie in een land Inheems = binnenlands Initieel = eerste Initiëren = beginnen Innovatie = vernieuwing Inscriptie = ingedreven Insinuatie = verdachtmaking Integreren = erin opnemen Integriteit = betrouwbaar, en onkreukbaarheid Intentie = bedoeling Interactie = wisselwerking Intercontinentaal = tussen de vastelanden plaatshebben Interim = tussentijds Intermediair = bemiddeling Intermezzo = pauze, onderbreking Interpretatie = bepaalde uitlegging Interrumperen = in de rede afvallen Interveniëren = tussenbeide komen in een kwestie Intonatie = aangeven van de juiste toon
Ingezonden op 15-05-2013 - 697x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
23-05-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!