Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
haben en sein
› 7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'
haben en sein
hoofdstuk 7
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
der Verkäufer =de verkoper ich hätte gerne =ik zou graag der Pullover= de trui soweit =zover die richtige Größe =de juiste maat zu eng= te klein zu weit =te wijd die Socken =de sokken möchten= graag willen im Angebot =in de aanbieding ein bisschen =een beetje sich umschauen= rondkijken kosten= kosten hübsch= mooi der Gürtel= de riem billig =goedkoop teuer= duur der Schal= de sjaal die Handschuhe =de handschoenen die Markenkleidung= de merkkleding fehlen =schelen weh tun= pijn doen die Schmerzen =de pijn manchmal =soms das Fieber =de koorts die Halsentzündung= de keelontsteking husten= hoesten die Apotheke =de apotheek der Hustensaft= de hoestdrank die Grippe= de griep einen Schnupfen haben= verkouden zijn sich erkälten= kou vatten die Zahnschmerzen= de kiespijn der Durchfall =de diarree Gute Besserung= Beterschap! die Nase voll haben= er genoeg van hebben der Laden= de winkel die Läden= de winkels rein= erin raus= eruit da= daar drüben= verderop die Flicken= de opzetstukken geil was= gaaf hè suchen= zoeken danach= daarna sieh mal= kijk eens Lust haben= zin hebben lieber= liever bestimmt= zeker dauern= duren länger= langer die Minute= de minuut bis= tot anprobieren= passen die Größe= de maat Moment mal= Ogenblikje tausend= duizend der Kunde= de klant umsonst= gratis Na so was= Nou ja zeg das Unglück= het ongeluk selten= zelden Das macht dann= Dat wordt dan … anfahren= aanrijden auf einmal= opeens die Fahrbahn= de rijweg bremsen= remmen passieren= gebeuren der Notarzt= de spoed-arts der Notarztwagen= de ambulance das Bein= het been gebrochen= gebroken das Handy= het mobieltje stehen lassen= laten staan raten= raad geven beunruhigen= ongerust maken heranfahren= komen aanrijden zusammenstoßen= botsen
Ingezonden door
ramonkemerink
(
Linde College
) op 19-05-2013 - 1123x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Reacties (1)
floorwijnen
16-11-2016 19:11
kom op wat is dit
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!