Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Libre Service 5/6vwo
› 0 examenbundel signaalwoorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Libre Service 5/6vwo
0 examenbundel signaalwoorden
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
à cause de = vanwege, oorzaak-gevolg à condition que = op voorwaarde dat, voorwaarde à juste titre = terecht met reden, bevestiging à la fois = tegelijkertijd (toch ook), gelijktijdigheid/relativering/beperking à l' aide de = met behulp van, doel-middel à l' inverse = omgekeerd, tegenstelling à moins que = tenzij/mits , voorwaarde à partir de = vanaf, opsomming/chronologie à savoir = dat wil zeggen/ te weten, reden/verklaring afin de = om (te)/ opdat, doel-middel afin que = om(te), opdat , doel-middel ainsi - zo/ op die manier, conclusie ainsi que = evenals, vergelijking alors = dus, conclusie/samenvatting alors que = terwijl (met tegenstelling) tegenstelling après tout = alles welbeschouwd , conclusie; opsomming au contraire = daarentegen/ integendeel, tegenstelling au fond = eigenlijk, relativering/ beperking au lieu de = in plaats van , tegenstelling aussi = ook/ eveneens, opsomming aussi (aan het begin van de zin) = daarom/ dan ook , reden/verklaring aussi ... que = evenals/ evenzeer als, vergelijking autant ... que = evenals/ evenzeer als , vergelijking avant = vooraf/ tevoren, opsomming/chronologie avec raison = terecht/ met reden, bevestiging bien que = hoewel, tegenstelling bien sûr = natuurlijk/ vanzelfsprekend, bevestiging bref = kortom, samenvatting car = want/omdat, reden/verklaring causé par = veroorzaakt door , oorzaak-gevolg c'est-à-dire = dat wil zeggen/ te weten, verklaring/toelichting/reden c'est le cas = dat is het geval, toelichting c'est pour cela que = het is daarom dat, reden/verklaring c'est pourquoi = daarom/dat komt omdat, reden/verklaring c'est que = daarom/ dat komt omdat , reden/verklaring cependant = toch/echter/evenwel, tegenstelling certainement = natuurlijk/vanzelfsprekend , bevestiging certes = zeker, bevestiging comme = zoals, vergelijking comme si = alsof (maar het is niet zo), vergelijking d'abord = ten eerste/ in de eerste plaats, opsomming d'ailleurs = trouwens/ overigens , relativering/ beperking d'autant plus que = te meer omdat , benadrukking/ reden/ verklaring davantage = vooral, benadrukken de cette façon = zo/ op die manier, conclusie de même = zelfs, benadrukking de plus = bovendien/daarenboven, opsomming de sorte que = zo ... dat, conclusie/ oorzaak-gevolg depuis = sinds/al, opsomming/chronologie des que = zodra, chronologie désormais = voortaan, chronologie/conclusie d'un côté..., d'une autre côté = enerzijds ... anderzijds = relativering/beperking/tegenstelling d'une part..., d'une autre part = enerzijds... anderzijds , relativering/beperking/tegenstelling donc = dus, conclusie/samenvatting du reste = trouwens/ overigens, relativering/beperking effectivement = inderdaad, bevestiging également = ook/oveneens, opsomming en clair = kortom, samenvatting en effet = inderdaad, bevestiging en fin de compte = alles welbeschouwd, conclusie/opsomming en outre = bovendien/daarenboven, opsomming en plus = bovendien/ook nog, opsomming, benadrukking en r'esum'e = samenvattend, samenvatting en revanche = daarentegen/ integendeel, tegenstelling en somme = kortom/ samengevat , samenvatting enfin = ten slotte/uiteindelijk, opsomming/samenvatting ensuite = dan/ vervolgens , opsomming et en, opsomming évidemment = natuurlijk/ vanzelfsprekend, bevestiging finalement = ten slotte/ uiteindelijk, opsomming/samenvatting globalement = kortom, samenvatting grâce à = dankzij, oorzaak-gevolg il est vrai que...., mais... = weliswaar..., maar.. , relativering/beperking/tegenstelling il est vrai que..., mais certes... = weliswaar ..., maar ..., relativering/beperking/tegenstelling il se peut = het is mogelijk, mogelijkheid/waarschijnlijkheid loin de = verre van, tegenstelling mais = maar , tegenstelling malgré = ondanks, tegenstelling même = zelfs, benadrukking naturellement = natuurlijk/vanzelfsprekend, bevestiging néanmoins = niettemin, tegenstelling non seulement ..., mais aussi = niet alleen... , maar ook, benadrukking/opsomming/ tegenstelling non seulement..., mais ecore... = niet alleen.. , maar ook.. , benadrukking; opsomming; tegenstelling notamment = in het bijzonder/ vooral, benadrukking on a beau (+ww) = hoe ... ook/ hoewel, tegenstelling or = welnu, conclusie par = door middel van, doel-middel par ailleurs = trouwens/ overigens, relativering/beperking par conséquent = bijgevolg/ daarom, conclusie par contre = daarintegen, integendeel = tegenstelling par exemple = bijvoorbeeld, toelichting parce que = want/ omdat, reden/verklaring particulièrement = in het bijzonder/ vooral, benadrukking peut-être = misschien/ wellicht/ ongetwijfeld , mogelijkheid/ waarschijnlijkheid possible = het is mogelijk, mogelijkheid/ waarschijnlijkheid pour = om te/opdat, doel-middel pour que = om te/ opdat , doel-middel pourtant = toch/echter/evenwel, tegenstelling pourvu que = tenzij/mits, voorwaarde probablement = waarschijnlijk, mogelijkheid/ waarschijnlijkheid proprement dit = eigenlijk, relativering/beperking puis = dan/ vervolgens, opsomming puisque = aangezien/ immers, reden/verklaring quand même = toch/echter/evenwel, tegenstelling quant à = wat betreft, relativering/beperking quoique = hoewel , tegenstelling reste que = blijft het feit dat, conclusie/ samenvatting sans aucun doute = ongetwijfeld, bevestiging sans doute = misschien/wellicht/ongetwijfeld , mogelijkheid/bevestiging si (+ww) = ook al/ hoewel, tegenstelling si (+imparfait, futur du passé) = als/ indien , voorwaarde si bien que = zo ... dat , conclusie sinon = zo niet, tegenselling soit ..., soit = hetzij... hetzij, relativering/beperking suite de = ten gevolge van, oorzaak-gevolg surtout = in het bijzonder/ vooral, benadrukking tandis que = terwijl (met tegenstelling) , tegenstelling tantôt ..., tantôt = nu eens ..., dan weer , relativering/beperking toujours est-il que = zoveel is zeker dat, relativering/beperking tout à coup = plotseling, tegensteliing/chronologie tout compte fait = alles welbeschouwd, opsomming tout de même = toch/echter/evenwel , tegenstelling tout de suite = meteen, chronologie toutefois = toch/echter/evenwel, tegenstelling voire = zelfs, benadrukking
Ingezonden op 28-05-2013 - 1703x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!