Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Neue Kontakte, deel 1

6 Alles okay? ALLE WOORDEN N-D

Jaar 1 (Gymnasium)

de arm=der Arm
de arts= der Arzt, die Ärztin; der Arzt; die Ärztin
de buik= der Bauch
de dorst= der Durst
de honger= der Hunger
het hoofd= der Kopf
de kam= der Kamm
de mond= der Mund
het ongeval= der Unfall
de rug= der Rücken
de spiegel= der Spiegel
de tand= der Zahn
de tandarts= der Zahnarzt
de verkoudheid= der Schnupfen {mannelijk}
de vinger= der Finger
de voet= der Fuß
de apotheek=die Apotheke
de bril= die Brille
de gezondheid= die Gesundheit
de griep= die Grippe
de hand= die Hand
de neus= die Nase
de rust= die Ruhe
het toilet= die Toilette
de verkoudheid= die Erkältung {vrouwelijk}
de zeep= die Seife
het been= das Bein
het haar= das Haar
het hart= das Herz
de handdoek= das Handtuch
de kamer= das Zimmer
de koorts= das Fieber
het medicijn= das Medikament
het oog= das Auge
de wc= das WC
het ziekenhuis= das Krankenhaus
de pijn= die Schmerzen
baden, zwemmen = baden
bezoeken = besuchen
douchen = duschen
een kind krijgen = ein Kind bekommen; ein Kind kriegen
eruit zien = aussehen
gaan slapen = schlafen gehen
goed gaan = gut gehen
haar knippen = Haare schneiden
haar wassen = Haare waschen
heet zijn = heiß sein
het gaat = es geht
huilen = weinen
koud zijn = kalt sein
lachen = lachen
leven = leben
misselijk zijn = schlecht sein
naar bed gaan = ins Bett gehen
naar de dokter gaan = zum Arzt gehen
naar het ziekenhuis gaan = ins Krankenhaus gehen
op zijn = auf sein
opstaan = aufstehen
pijn doen = wehtun
schreeuwen = schreien
slapen = schlafen
slecht gaan = schlecht gehen
snijden, knippen = schneiden
sterven, sterven aan = sterben; sterben an
tanden poetsen = Zähne putzen
vallen = fallen
voelen = fühlen
warm zijn = warm sein
wassen = waschen
zich scheren = sich rasieren
zich wassen = sich waschen
iets tegen, tegen = etwas gegen; gegen
iets voor, voor = etwas für; für
Beterschap! = Gute Besserung!
dood = tot
dorstig = durstig
erg = schlimm
gemakkelijk = leicht
gezond = gesund
goed = gut
Hoe gaat het met je? = Wie geht es dir?
hongerig = hungrig
kapot = kaputt
Met mij gaat het goed. = Mir geht es gut.
moe = müde
moeilijk = schwer
nerveus, zenuwachtig = nervös
rustig = ruhig
schoon = sauber
slecht = schlecht
sterk = stark
vies = schmutzig
ziek = krank
zwak = schwach
de afweer= die Abwehrkräfte
de tentoonstelling= die Ausstellung
de penvriend= der Brieffreund
het lichaam= der Körper
de hersens= das Gehirn
het gewricht=das Gelenk
het geluk= das Glück
de huid= die Haut
de hoest= der Husten
de lengte= die Länge
het humeur= die Laune
het puistje=der Pickel
de ruimte, kamer= der Raum
de schaar=die Schere
het vuil= der Schmutz
de stap= der Schritt
het zweet= der Schweiß
het verschil= der Unterschied
het onderzoek= die Untersuchung
de teen= der Zeh
beginnen=anfangen
verwijderen= entfernen
wijzen op= hinweisen auf
zweten= schwitzen
kloppen= stimmen
struikelen= stolpern
groeien= wachsen
om het even= egal
walgelijk= eklig
nauw= eng
vochtig= feucht
vies, walgelijk= fies
handig= geschickt
tegelijkertijd= gleichzeitig
gezond, heilzaam= heilsam
op een of andere manier= irgendwie
droog= trocken
absoluut= unbedingt

Ingezonden op 10-06-2013 - 1430x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 11-06-2013.
Waardering 7.6 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

Alle woorden bij Neue Kontakte deel 1 Hoofdstuk 6 van het Nederlands naar het Duits. fouten gerne melden
bitte.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Neue Kontakte, deel 1

6 Alles okay? ALLE WOORDEN N-D