Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits woordenlijsten
› 5 wort für wort
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits woordenlijsten
5 wort für wort
Jaar 5 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
het gevoel = das Gefühl zich voelen = sich fühlen het geluk = das Glück gelukkig = glücklich ongelukkig = unglücklich de vreugde = die Freude blij = froh vrolijk, blij = fröhlich zich verheugen, blij zijn = sich freuen het humeur, de stemming = die Laune goed gehumeurd = gut gelaunt slecht gehumeurd = schlecht gelaunt de droefheid, het verdriet = die Trauer treurig, bedroefd (t) = traurig treurig, bedroefd (b) = betrübt het verdriet = der Kummer eenzaam = einsam verzadigt, beu = satt de ontgoocheling = die Enttäuschung ontgoocheld = enttäuscht ontgoochelen = enttäuschen de woede = die Wut woedend = wütend boos, kwaad = böse kwaad, ontstemd = sauer de ergernis, het misgenoegen = der Ärger misnoegd, geërgerd = ärgerlich zich ergeren = sich ärgern het enthousiasme = die Begeisterung enthousiast, geestdriftig = begeistert de verbazing = das Erstaunen verbaasd = erstaunt verbazen = erstaunen de tegenzin, de afkeer = der Ekel walgelijk, afschuwelijk = eklig walgen, een afkeer = (sich) ekeln (vor) de wanhoop = die Verzweiflung vertwijfeld, wanhopig = verzweifelt wanhopen, de moed verliezen = verzweifeln de hoop = die Hoffnung hoopvol, vol goede moede = hoffnungsvoll hopen = hoffen de schaamte = die Scham beschaamd, bedeesd = schamhaft zich schamen = sich schämen de wraak = die Rache wraakzuchtig = rachsüchtig zich wreken = sich rächen de liefde = die Liebe verliefd = verliebt verliefd, verkikkerd = verknallt houden van = lieben verliefd worden op = sich verlieben in (+Akk) vriendelijk, beminnelijk = liebenswürdig de zoen = der Kuss zoenen = küssen kussen, knuffelen = knutschen de bruiloft, de trouwdag = die Hochzeit de relatie, de verhouding = die Beziehung de haat = der Hass hatelijk, gemeen, lelijk = hässlich haten = hassen de vergiffenis = die Verzeihung vergeven = verzeihen zich verzoenen = sich versöhnen de trouw = die Treue trouw = treu de jaloezie, de afgunst = die Eifersucht jaloers = eifersüchtig de vriend, de makker = der Kumpel skiën = Ski fahren , Ski laufen de skiuitrusting = die Skiausrüstung langlaufen = Langlauf machen de ski = der Ski de skilift = der Skilift de skischoen = der Skischuh de skistok = der Skistock de skipas = der Skipass de skipiste = die Skipiste het skipak = der Skianzug de zonnebril = die Sonnenbrille de handschoen = der Handschuh de muts = die Mütze
Ingezonden op 15-06-2013 - 2738x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
18-06-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!