Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Tolle, lege, deel 1

6 De godenwereld !!!GOED!!!

Jaar 1 (aso)

corona, ae = krans
donum, i = gift
avis, avis = vogel
custos, custodis = bewaker
frux, frugis = veldvrucht
lapis, lapis = steen
munus, muneris = geschenk, ambt; geschenk; ambt
rus, ruris (o.) = platteland, landgoed; platteland; landgoed
vitis, vitis = wijnstok
vos = jullie, u; jullie; u
quicumque, quaecumque, quodcumque = ieder die , al wie/wat, welke ook; ieder die; al wie/wat; welke ook
tener, tenera, tenerum = teer, jong; teer; jong
pinguis, pingue = vet
colere = bebouwen, vereren; bebouwen; vereren
producere = voortbrengen
serere = zaaien
semper = altijd
palma, ae = handpalm, palmtak; handpalm; palmtak
sagitta, ae = pijl
via, ae = weg
natus, i = zoon
ventus, i = wind
bracchium, i = arm
comes, comitis = gezel
mensis, mens = maand
seges, segetis = oogst
semen, seminis = zaad
soror, sororis = zuster
sinus, us = bocht, baai, plooi; bocht; baai; plooi
ater, atra, atrum = zwart, donker, akelig; zwart; donker; akelig
indignus, a, um = onwaardig
inigratus, a, um = ondankbaar, onaangenaam; ondankbaar; onaangenaam
certare = vechten, strijden; vechten; strijden
superare = overtreffen
implere = vullen
nocere (+dat.) = schade toebrengen 
carpere = plukken
quatere, quatio = schudden, stoten, slaan; schudden; stoten; slaan
recipere, recipio = terugnemen 
vehere = (ver)voeren (pass. rijden)
volvere = rollen
recepi = perf. van recipere: terugnemen; terugnemen
iactus, a, um = VPP van iacere: gooien, werpen; gooien, werpen; gooien; werpen
visus, a, um = VPP van videre: zien; zien
paene = bijna
simul = tegelijk
campus, i = veld
malum, i = kwaad, kwaal; kwaad; kwaal
tectum, i = het dak
pecus, pecoris = vee
turriss, is = toren
opertus, a, um = open
tantus, a, um =zo groot
latere = verborgen zijn
resistere = weerstaan
tegere = bedekken
mansi = blijven {pf. van manere}
forma, ae = vorm, schoonheid; vorm; schoonheid
murus, i = muur
praesidium, i = bescherming
civitas, civitatis = burgerschap, stadstaat; burgerschap; stadstaat
maiestas, maiestatis = grootheid
rupes, rupis = steile rotswand, afgrond; steile rotswand; afgrond
vates, vatis = ziener
spiritus, us = adem, geest; adem; geest
exiguus, a, um = gering, klein, eng; gering; klein; eng
frigidus, a, um = koud, kil; koud; kil
sonare = klinken
patere = openstaan
consulere = raadplegen, beraadslagen; raadplegen; beraadslagen
grex, gregis = kudde
hospes, hospitis = gastvriend
merces, mercedis = loon
notus, a, um = bekend(e)
tutus, a, um = veilig
occultare = verborgen houden
prodere = uitbrengen, verraden; uitbrengen; verraden
simulare = veinzen, doen alsof; veinzen; soen alsof
ait = zei hij/zij
risi = pf. van ridere lachen; lachen
reddide = pf. van reddere teruggeven; teruggeven
versus, a, um = VPP van vertere draaien, wenden; draaien, wenden; draaien; wenden
quisquis, quidquid = wie/wat ook, al wie/wat; wie/wat ook; al wie/wat
mox = weldra
prius = eerder
ala, ae = vleugel
anima, ae = adem, ziel; adem; ziel
nubes, nubis = wolk
aureus, a, um = gouden
rapidus, a, um = meesleurend
tristis, triste = droevig, nors; droevig; nors
artus, us = gewricht, ledemaat; gewricht; ledemaat
nympha, ae = nimf, bruid; nimf; bruid
vinculum, i = band, boei; band; boei
auris, auris = oor
vestis, vestis = kleed, kleding;kleed; kleding
cornu, us = hoorn
vultus, us = aangezicht
celer, celeris, celere = snel
fessus, a, um = vermoeid
liquidus, a, um = vloeibaar, helder; vloeibaar; helder
longus, a, um = lang
errare = dwalen
mutare = veranderen
solere = gewoon zijn
fudi = pf. van fundere gieten, uitstrooien; gieten, uitstrooien; gieten; uitstrooien
tradidi = pf. van tradere overhandigen; overhandigen
texi = pf. van tegere bedekken; bedekken
sparsus, a, um = VPP van spargere strooien, besprenkelen; strooien, besprenkelen; strooien; besprenkelen
caelum, i = hemel
factum, i = daad, feit; daad; feit
ambo, ambae, ambo = beide(n)
aptus, a, um = geschikt
tenuis, tenue = dun
monstrare = tonen, wijzen; tonen; wijzen
pendre = hangen
tenere = vasthouden
fallere = bedriegen
efficere = bewerkstellingen, voltooien; bewerkstellingen; voltooien {effici-o}

Ingezonden op 25-06-2013 - 1804x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 02-07-2013.
Waardering 8.4 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

Alle woorden van H6 (De godenwereld)

Bij woorden met verschillende betekenissen heb ik de betekenissen ook nog apart (alleenstaand) ingevoerd, voor degenen die het prettiger vinden om maar één betekenis in te typen.

Als je hulp nodig hebt bij het leren van een bepaald woord, zet het dan bij de reacties, dan bedenk ik een ezelsbruggetje.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Tolle, lege, deel 1

6 De godenwereld !!!GOED!!!