Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Lingua Latina

30 Antigone

Jaar 4 (Gymnasium)

vivus = levend, in leven
vita = het leven
vivere, vixi, victum = leven
pf vivere = vixi
ppp vivere = victum
certare = strijden, twisten over
uter, utra, utrum = welk(e)/wie van beide(n) {bijv./zelfst.}
uterque, utraque, utrumque = elk(e) van beide(n)
repetere, repetivi, repetitus = terugeisen, opeisen, herhalen {mk-stam}
pf repetere = repetivi
ppp repetere = repetitus
expetere, expetivi, expetitus = streven/verlangen naar {mk-stam}
petere, petivi, petitus = gaan naar, vragen, verlangen naar, aanvallen {mk-stam}
decipere, decepi, deceptus = bedriegen {mk-stam}
accipere, accepi, acceptus = aannemen, ontvangen, krijgen, vernemen {mk-stam}
recipere, recepi, receptus = terugnemen/-trekken, (bij zich) opnemen, ontvangen {mk-stam}
capere, cepi, captus = nemen, pakken, innemen, gevangen nemen
sepelire = begraven
sepulcrum = het graf
spes, spei = de hoop, de verwachting {vrouwelijk}
sperare = hopen, verwachten
proicere, proieci, proiactus = werpen voor, prijsgeven {mk-stam}
iacere, ieci, iactus = werpen, gooien {mk-stam}
prohibere, prohibui, prohibitus = tegenhouden, verhinderen {ww dat ... = ne + coni.} {e-stam}
pf prohibere = prohibui
ppp prohibere = prohibitus
adhibere, adhibui, adhibitus = aanwenden, gebruiken, erbij halen/betrekken {e-stam}
habere, habui, habitus = hebben, houden (voor) {e-stam}
habere, habui, habitus + 2 acc. = beschouwen als {e-stam}
pf habere = habui
ppp habere = habitus
audere, ausus sum = durven, wagen {e-stam}
humus = de grond, de bodem, de aarde {vrouwelijk}
custodire = bewaken, passen op
deducere, deduxi, deductus = wegvoeren/-leiden, brengen/leiden naar {mk-stam}
abducere, abduxi, abductus = wegvoeren, ontvoeren {mk-stam}
adducere, adduxi, adductus = brengen/leiden naar, ertoe brengen/bewegen {mk-stam}
ducere, duxi, ductus = leiden, (aan)voeren, brengen {mk-stam}
pf ducere = duxi
ppp ducere = ductus
impedire = belemmeren, verhinderen {ww dat ... = ne + coni.}
aperire, aperui, apertus = openen
pf aperire = aperui
ppp aperire = apertus
dolor, doloris = de pijn, het verdriet {mannelijk}
dolere = lijden, pijn hebben, pijn doen {e-stam}
dolere + abl./acc. = berdoefd zijn over, treuren om {e-stam}
doleren + a.c.i. = betreuren {e-stam}
propinquus = naburig, verwant, familielid
apprpoinquare + dat. = naderen, eraan komen

Ingezonden op 02-09-2013 - 1479x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Volgens de woordenlijst van het Stedelijk Gymnasium Arnhem.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Lingua Latina

30 Antigone