Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

~ GEGEVEN WOORDEN

0 Gegeven woorden

Jaar 5 (havo)

der Schauer = de bui
heiter = helder, opgewekt
der Vormittag = de middag
die Wirtschaft = de economie
die Wissenschaft = de wetenschap
die Forschung = het wetenschappelijke onderzoek
der Ertrag = de opbrengst
das Treibhauseffekt = het broeikaseffect
die Nachrichten = het journaal
stattdessen = in plaats van
der Rechner = de computer
preiswert = goedkoop
trennen = uit elkaar, scheiden
der Feierabend = vrijetijd na school/werk
denn = want
die Ergänzung = de aanvulling, de invulling
die Behörde = de overheid
das Gesetz = de wet
die Quelle = de bron
außerdem = bovendien
der Rentner = de gepensioneerde
die Drogen = de drugs
die Rate = het betalingstermijn
der Termin = afspraak/tijdstip
die Frist = termijn (periode)
ständig = steeds weer, altijd, opnieuw
gesetzwidrig = in strijd met de wet
brauchen = nodig hebben
gebrauchen = gebruiken
deswegen = daarom
fördern = stimuleren (financieel)
fordern = eisen
befördern = transporteren
seltsam = vreemd, bijzonder
selten = zeldzaam
das Konto = de bankrekening
die Rechnung = de factuur
der Boom = de groeiperiode (economie)
das Ziel = het doel
die Steuer = de belasting
die Umfrage = de enquête
ersetzen = vervangen
der Kunde = de klant
die Zinsen = de rente
die Umwelt = het milieu
gründen = oprichten
sich bewerben um = solliciteren naar
diesseits = deze kant
jenseits = andere kant
der Vertreter = de vertegenwoordiger
der Konkurs = het faillissement
(an)statt = in plaats van
die Annahme = de stelling
die Gesellschaft = de maatschappij
das Land = de deelstaat
die Landesregierung = de deelstaatregering
die Bundesregierung = de bondsregering
der Müll = het afval
verschwenden = verspillen
der Erfolg = het succes
das Praktikum = de stage
der Praktikant = de stagiair
der Lehrling/der Azubi = het gezel
der Schüler = de leerling
der Grund = de reden
Grund- (schule/kenntnisse) = basis
die Art = de soort
der Nahverkehr = het lokale verkeer
einheimisch = binnenlands, lokaal
der Verfasser = de schrijver
während = terwijl
manchmal = soms, zo nu en dan
der Stau = de file
die Wahl(en) = de verkiezing
die Gewerkschaft = de vakbond
die Beigeisterung = het enthousiasme
die Daten = de gegevens
die Bildung = de ontwikkeling
die Ausbildung = de opleiding
verheerend = verwoestend
der Nachwuchs = de jeugd
wider- (sprechen) = tegen
wieder = opnieuw
endgültig = definitief
Einzelheiten = details
unterlassen = niet doen, nalaten
mangelhaft = gebrekkig
illustrieren = aantonen, voorbeeld geven
die Landwirtschaft = de landbouw
der Albtraum = de nachtmerrie
das Heer/die Bundeswehr = de landmacht
behindert = gehandicapt
das Mittelalter = de middeleeuwen
die Hochrechnung = de prognose, de inschatting
allerdings = maar, echter
bestätigen = bevestigen
das Abkommen = het verdrag
bemängeln = bekritiseren
der Wettbewerb = de concurrentie
die Tarifverhandlungen = de CAO onderhandelingen
vernachlässigen = verwaarlozen
das Regal = de boekenkast/plank
hervorgehen = blijken, naar voren komen
einschränken = beperken
die Beschränkung = de beperking
sogar = zelfs
kaum = nauwelijks
bedauern = spijten, betreuren
die Enttäuschung = de teleurstelling
die Schlußfolgerung = de conclusie
das Ergebnis = het resultaat
betonen = benadrukken
öko(logisch) = milieu/ecovriendelijk
zögern(d) = aarzelen(d)
die Gegenwart = het heden
scheitern = mislukken
die Voraussetzung = de voorwaarde
die Schwelle = de drempel
entsprechen = overeenkomen met
das (Welt)all = de ruimte, het heelal
(zu)künftig = toekomstig
begründen - onderbouwen
die Krawallen = de relletjes
dennoch = toch
versuchen = proberen
übrigens = overigens
die Verfassung = de grondwet
jederzeit = altijd
der Sachschaden = de materiële schade
die Wende = de éénwording van Duitsland
die Ausnahme = de uitzondering
das Denkmal = monument (neutraal)
das Mahnmal = monument (waarschuwend)
herstellen = fabriceren
der Anwalt = de advocaat
der Staatsanwalt = de officier van justitie
die Absicht = de opzet
unmittelbar = direct, nabij
die Krankenkasse = de ziektekostenverzekering
sich anstrengen = zich inspannen
randalieren = rotzooi trappen
ehrenamtlich = vrijwillig
gleichgültig = niets uitmaken
die Praxis = de artsenpraktijk
im Rahmen = in het kader van
durchschnittlich = gemiddeld
bald ... bald = nu ... dan
das Merkmal = het kenmerk
hervorgehen aus = blijken uit
verlagern = verplaatsen
der Alltag = het dagelijks leven
der Körper = het lichaam
sich (ab)rüsten = zich bewapenen
sowie = ook nog
erstaunlich = verbazingwekkend
die Erziehung = de opvoeding
der Zweck = het doel
kurzfristig = op korte termijn
zunächst = eerst volgende
der TÜV = de APK
der Rundfunk = de radio
der Vorgesetzte = degene die boven jou staat, baas
demnach = vervolgens
die Schranke = de barriere
die Erweiterung = de uitbreiding
die Gebüren = kosten die je moet betalen
verständlich = duidelijk
schließlich = uiteindelijk
zuständig = verantwoordelijk zijn
das Dasein = het bestaan
einzigartig = uniek
gegensätzlich = tegengesteld
der Stellvertreter = de plaatsvervanger
relativieren = afzwakken
das Unwetter = het noodweer
sich niederlassen = zich vestigen
die Niederlassung = de nederzetting
nachhaltig = duurzaam
Billiglohnländer = lage lonen landen
felsenfest = rots vast
(die) Ressourcen = natuurlijke bronnen
(die) Schicht = laag, bodem (aarde), ploegendienst
die Schnecke = de slak
herunterziehen/laden = downloaden
hochschicken = uploaden
deshalb/deswegen/darum = daarom
leisten = presteren
Leistungssport = topsport
probeweise= experimenteel
schließen = concluderen
bändigen = in bedwang houden, beteugelen
Kommunalwahlen = gemeenteraadsverkiezingen
Kundgebung = demonstratie
trotzdem = toch, desondanks
das Verhalten = de houding
jedoch = maar, echter
die Ebene = het gebied, niveau
der Berater (beraten) = de adviseur, raadgever
ablehnen = afwijzen
schlicht = eenvoudig
die Herausforderung = de uitdaging
heikel = moeilijk, netelig
weder ... noch = nog ... nog
der Geschäftsführen = de bedrijfsleider
die Weiterführung = voortzetting
die Steigerung = intensivering (toename, stijging)
zwar ... aber = weliswaar ... maar
die Lücke = het gat
es ist halb so wild! = het valt wel mee
ringen (durch-) = worstelen (sport, je ergens doorheen worstelen)
Sonder- (-angebot) = speciaal (aanbieding)
a- (a-sozial) = niet-
erwähnen = noemen, vermelden
das Gedächtnis = het geheugen
anlässlich = naar aanleiding van
das Muster = het patroon
immerhin = toch, in ieder geval
der Bereich = het gebied (figuurlijk)
die Aussage = de uitspraak
je ... desto = hoe ... hoe
die Lösung = de oplossing
zusätzlich = daarna, extra
der Irrtum = de vergissing
das Schicksal = het noodlot
die Währung = de valuta
freilich = natuurlijk, inderdaad
verlässlich = betrouwbaar
der Spitzel = de spion
mehrer = enige, verscheidene
die SED = de communistische partij van de DDR
eine Fete/Party schmeißen = een feestje geven
aufgeschlossen sein = openstaan voor
der Vorstand = het bestuur
betreuen = verzorgen, begeleiden
politisch korrekt = oppervlakkig
einfühlsam = inlevend
der Sozialismus = het communisme
allenfalls = ten hoogste
unfähig = niet in staat zijn tot
der Reiseveranstaller = reis organisator
öffentlich = publiek, openbaar
die Tatsache = het feit dat
die Steuerhinterziehung = belasting ontduiking
die Siedlung = nederzetting
etwas herunterspielen = iets minder erg maken
der Fortschritt = de vooruitgang
überholt = achterhaald, ouderwets
gravierend = ernstig, zwaarwegend
kostspielig = duur
allmählig = langzamerhand
beseitigen = verwijderen, opruimen
die Gegenwart = de tegenwoordige tijd
die Vergangenheit = de verleden tijd

Ingezonden op 06-09-2013 - 832x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 15-03-2014.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

~ GEGEVEN WOORDEN

0 Gegeven woorden