Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
accountacy
› 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
accountacy
hoofdstuk 3
Jaar 3 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
allereerst = firstly, first of all ten tweede =secondly ten derde = thirdly ten vierde = in the fourth place daarna = after that / then / next tot slot = in conclusion / finally beginnen met iets uit te leggen = begin by explaining something bezuinigen met = cut down by bijdrage aan = contribution to economisch = economic een antwoord op = an answer to een oplossing voor een probleem = a solution to a problem een vraag behandelen = to deal with a question én … én = both … and ergens over discussiëren = to discuss something het woord geven aan = to hand the floor to het woord is aan Pete = the floor is Pete’s houding tegenover dit probleem = the attitude towards this problem komen bij de tweede vraag = to come to the second question naar mijn mening = in my opinion onderwerpen behandelen = to deal with subjects reactie op = reaction to ten slotte zou ik nog willen zeggen = finally I would like to say that typisch Amerikaans = typically American vergeleken met = compared to/with Ziet iedereen het? = Can everyone see it? een artikel waarin staat = an article which says een te groot aandeel = too big a share er wordt genoemd dat = it is mentioned that het zijn de crediteuren die = it is the creditors who op dit plaatje kun je zien = this picture illustrates in de tekst staat = in the text it says / the text deals with deze grafiek laat zien = this graph shows Wat is uw reactie hierop? = What is your reaction to this? dat geldt niet voor = that does not go for een antwoord op de vraag = an answer to the question mijn presentatie bestaat uit drie onderdelen = my presentation consists of three parts een samenvatting = a summary vragen van jullie kant = questions on your part Ik wil iets vertellen = I want to tell you something We gaan verder met de vragen = We move on to the questions now een presentatie geven = to give a presentation een plan opstellen = to draw up a plan Ik kan me maar beter even voorstellen = I had better introduce myself ik zal beginnen met = I will start by …ing ik ga verder met = I will move on to kort afdwalen = to digress for a moment ik moet benadrukken = I must emphasize tot slot nog eens de belangrijkste punten = to summarize the main points Mag ik hier kort onderbreken? = Can I interrupt here? ik begrijp wat u bedoelt, maar = I take your point, but beknopt = concise / succinct zijn benadering van het probleem = his approach to the problem iets als … beschouwen = o consider/regard st as … beschrijvend = descriptive uitvoerig bespreken = to discuss in detail beknopt bespreken to discuss succinctly bovenaan de bladzijde = at the top of the page onderaan de bladzijde = at the bottom of the page bovengenoemd probleem = the problem mentioned above in de linkerbovenhoek = in the top left-hand corner in de rechteronderhoek = in the bottom right-hand corner citaat = quotation de conclusie trekken to draw the conclusion contrasteren met = to contrast with Goedemiddag dames en heren, welkom bij deze presentatie = Good afternoon ladies and gentlemen, welcome to this presentation. Ik wil graag beginnen met mijzelf voor te stellen = I would like to start by introducing myself. Deze presentatie gaat over = This presentation is about Vervolgens zal ik een stelling formuleren = Next I will formulate a statement. Daarna zal ik de voors en tegens van deze stelling bespreken = After that the pros en cons of this statement are discussed. Na het derde punt neemt mijn college het over = After the third point my colleague will take over. Wilt u eventuele vragen alstublieft bewaren tot het einde van de presentatie? = Would you please keep possible questions until the end of the presentation? In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht = In contrast to what is often thought De mensen reageren hier vaak negatief op = People often act negatively to this. Samenvattend kan men zeggen = In conclusion it can be said Dan wil ik nu het woord geven aan = I would like to hand the floor over to Zijn er vragen? = Are there any questions? Bedankt voor uw aandacht = Thank you for your attention. dieptepunt = trough dalende trend = downward trend grillig = erratic de prijzen schommelen = prices fluctuate top = peak kelderen = to plummet een dieptepunt bereiken = to reach a low (point) instorten = to collapse curve = curve daling = decline / drop gestage stijging = steady rise zich herstellen = to pick up het hoogste punt ooit bereikt = the all time high het laagste punt bereiken = to bottom out onder het gemiddelde = below average ratio, verhouding = ratio scherpe stijging = steep/sharp/dramatic increase zich stabiliseren = to level off stijgen = to increase/rise/go up een val = a fall vijf van de tien = five out of ten X-as = horizontal axis Y-as = vertical axis het gemiddelde aantal = the average number of naar boven afronden = to round up naar beneden afronden = to round down aftrekken van = to subtract from optellen bij = to add to afwijkingen, verschillen = differences, variances een bedrag op hele dollars afronden = to round up an amount to the nearest dollar bijdragen aan = to contribute to cijfers = figures cirkeldiagram = pie chart een gelijkmatige curve = a smooth curve delen door = to divide by dat klopt met de feiten = that tallies with / agrees with the facts overeenstemmen met de feiten = to fit the facts / to agree with the facts het gearceerde gedeelte = the shaded part gelden = to go for geldig = valid gelijk aan, vergelijkbaar met = similar to beneden het gemiddelde blijven = to remain below average boven het gemiddelde blijven = to remain above average groeipercentage = growth rate grootheid = quantity een niet nader te bepalen grootheid = an undefinable amount de optimale hoeveelheid bepalen = to determine the optimal amount of … indexcijfers = ratios, index figures in kaart brengen = to map een onderbroken lijn = a broken line een ononderbroken lijn = a solid line een opgaande lijn vertonen = to show an upward trend een rechte lijn = a straight line gemiddeld neerkomen op = to average out at oplopen tot = to run to / to amount to gemiddeld x procent zijn = to average x percent staafdiagram = bar chart standaardafwijking = standard deviation een stippellijn = a dotted line binnen een straal van 3 mijl = within a radius of 3 miles een tabel met prijswijzigingen = a chart of price changes de verhouding tussen en = the ratio between and er zijn naar verhouding meer dan = there are proportionally more than het verloop van tonen = to show the progress of vermenigvuldigen met = to multiply by een groothandelaar = a wholesaler een winkelier/detailhandelaar = a retailer een etiket = a label een doel = a target / an objective een vertegenwoordiger = a sales representative / a rep een gratis monster = a free sample een zending/vracht = a consignment/shipment verkooppunt = a point of sale een deel van de markt = a slice of the market een prijsstijging = a price increase een plaatselijke fabrikant = a local manufacturer toebehoren = accessories reclamebureau = advertising agency een vestiging = an outlet marktleider = brand leader / market leader een concurrent = a competitor Is het alleen in zwart verkrijgbaar? = Does it only come in black? Het is in vijf verschillende kleuren verkrijgbaar = It comes in five different colours duurzaamheid = durability consument = consumer bestaande merken = existing brands onderhoud = maintenance werving via de media = media advertising werving via PR = non-media advertising verpakking = packaging verpakkingsmateriaal = packing prijsbeleid = pricing policy winstgevend = profitable winstgevendheid = profitability concurrerende producten = rival products bedrijfskosten = running costs verkoop = sales verkoopafdeling = sales department seizoensgebonden schommelingen = seasonal fluctuations de pluspunten van een product = the selling points nieuwste technologie = state-of-the-art technology de markt is verzadigd = de market is saturated de binnenlandse markt = the home market / the domestic market verkoopprijs = the selling price deze machine is zuinig = this machine is economical to run 19% van de markt veroveren = to capture 19% of the market een markt penetreren = to penetrate a market een tweede plaats innemen = to rank just below another company een marktaandeel behouden = to maintain one’s market share voorspellen = to predict een product op de markt brengen = to launch a product de marktleider inhalen = to overtake the market leader benadrukken = to stress 2.000 stuks = 2,000 units Boekhoudkundige rentabiliteit = accounting rate of return Crediteuren = accounts payable Debiteuren = accounts receivable Nog te betalen kosten = accrued expenses Geaccumuleerde afschrijvingen = accumulated depreciation Agio bij aandelen = additional paid-in capital Voorziening = allowance Jaarrappport/jaarstukken = annual report Annuïteit = annuity Activa = assets Omloopsnelheid van de activa = asset turnover Balans = balance sheet Obligatie = bond Disagio van een obligatie = bond discount Agio van een obligatie = bond premium Boekwaarde = book value Investeringsanalyse = capital budgeting Financiële lease = capital lease Investeringsbeslissingen = capital investment decisions Kasstroomoverzicht = cash flow statement Gewoon aandelenkapitaal = common stock Nominale waarde van gewoon aandelenkapitaal = common stock at par Samengestelde interest = compound interest Converteerbare obligaties = convertable bonds Vermogenskosten = cost of capital Kosten verkopen = cost of sales Kosten = costs Couponrente = coupon rate Verkopen op rekening = credit sales Vlottende activa = current assets Vervangingswaarde = current cost Vlottende passiva = current liabilities Schulden = debts Uitgestelde kosten = deferred costs Uitgestelde belastingen = deferred taxes Aandelenkapitaal = equity capital Uitgaven = expenditures Kosten in de resultatenrekening = expenses Ten laste van het resultaat brengen = to expense Uitgaven die tot kosten zijn geworden = expired costs Nominale waarde = face value Reële waarde/marktwaarde = fair value Financiële lease = financial lease Hefboomwerking vermogensstructuur = financial leverage Financieel overzicht = financial statement Ratio-analyse = financial statement analysis Vaste kosten = fixed costs Resultatenrekening = income statement Inkomsten-/vennootschapsbelasting = income tax Immateriële vaste activa = intangible assets Rentedekking = interest coverage ratio Intern rendement/Interne rentevoet = internal rate of return Voorraden = inventories Financiële vaste activa/Deelnemingen = investments Liquiditeit = liquidity Leningen = loans Materiële vaste activa = long-lived assets Verliezen = losses Marktwaardemethode = market-value method Hypotheek = mortgage Nettowinst = net income Netto contante waarde = net present value Productiecyclus = operating cycle Bedrijfs- operationeel resultaat = operating income Operationele lease = operating lease Kosten, tevens uitgaven = outlay costs Indirecte kosten = overhead Eigen vermogen = owner’s equity Terugverdientijd = payback period Nominale waarde = par value Aandelenvermogen = paid-in capital Preferente aandelen = preferred stock Agio bij obligaties = premium Contante waarde = present value Onroerend goed = real estate Rentabiliteit = rate of return Vereiste rentabiliteitseis = required rate of return Ingehouden winsten = retained earning Rentabiliteit vh geïnvesteerd vermogen = return on investment Opbrengsten = revenues Effecten = securities Solvabiliteit = solvency Kasstroomoverzicht = statement of cash flows Staat van herkomst en besteding der middelen = s. of changes in financial position Balans = statement of financial position Dividend in aandelen = stock dividend Belastbaar inkomen / winst = taxable income Werkkapitaal (vlottende activa – v. passiva) = working capital Onderhanden werk = work in progress Rendement = yield
Ingezonden op 12-09-2013 - 15106x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!