Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woorden IBL
› 3 Duits alleen 1 en 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woorden IBL
3 Duits alleen 1 en 2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
das Familienfoto, -s = familiefoto das Foto, -s = foto das Bewerbungsgespräch, -e = sollicitatiegesprek die Bewerbung, -en = sollicitatie geschieden = gescheiden die Geschwister (plur) = broers en zussen der Bruder, Brüder = broer die Enkelin, -nen = kleindochter der Enkl, - = kleinzoon, kleinkind die Tochter, Töchter = dochter der Schwiegersohn, -söhne = schoonzoon der Sohn, Söhne = zoon die Eltern (plur) = ouders die Schwiegereltern (plur) = schoonouders der Vater, Väter = vader die Mutter, Mütter = moeder die Schwiegertochter, -töchter = schoondochter die Schwiegermutter, -mütter = schoonmoeder die Schwiegervater, -Väter = schoonvader die Großeltern (plur) = grootouders Wie alt? = hoe oud? groß = groot der Familienstand (sing) = burgerlijke staat die Großmutter, -mütter = grootmoeder die Schwester, -n = zus der Schwager, - = zwager die Schwägerin, -nen = schoonzus die Tante, -n = tante der Onkel, - = oom ziemlich = tamelij der Rock, Röcke = rok die Zeitung, -en = krant das Bier, -e = bier das Hemd, -en = hemd, overhemd schlank = slank die Mitte (sing) = midden, middelpunt telefonieren, telefoniert, hat telefoniert = telefoneren der Anzug, Anzüge = kostuum, pak beschreiben, beschreibt, hat beschrieben = beschrijven klein = klein dick = dik jung = jong alt = oud nett = aardig, leuk, vriendelijk lustig = vrolijk, grappig interessant = interessant langweilig = saai der Pullover, - = trui das Jackett, -s = colbertjasje die Hose, -n = broek die Jacke, -n = (colbert)jasje, (dames)bloes die Bluse, -n = bloes die Brille, -n = bril die Krawatte, -n = stropdas stehen, steht, hat gestanden = staan sitzen, sitzt, hat gesessen = zitten der Saft, Säfte = sap etwas = iets der Weißwein, -e = witte wijn der Wein, -e = wijn grün = groen gelb = geel blau = blauw rot = rood braun = bruin weiß = wit schwarz = zwart grau = grijs kennen, kennt, hat gekannt = kennen finden, findet, hat gefunden = vinden (oordeel) die Lehrerin, -nen = lerares das Buch, Bücher = boek der Trainer, - = trainer der Unterricht (sing) = onderwijs schlecht = slecht unfreundlich = onvriendelijk die Situation, -en = situatie das stimmt! = dat klopt verschieden = verschillend ach so! = ah okee!
Ingezonden op 13-09-2013 - 988x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!