Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Duits woordenlijsten

1 Abenteuer

Jaar 6 (aso)

het avontuur = das Abenteuer 
avontuurlijk = abenteuerlich
de avonturier = der Abenteurer
het gevaar = die Gefahr
gevaarlijk = gefährlich 
de safari = die Safari
de woestijn = die Wüste 
de ruimte, de kosmos = der Weltraum
verdwalen = sich verirren
de extreme sport = die Extremsportart
de parachute, het valscherm = der Fallschirm
de sprong = der Sprung
duiken = tauchen 
de grot = die Höhle
de rots = der Fels
de kloof, het ravijn = die Schlucht
de waterval = der Wasserfall
de spleet = die Spalte
de kick = der Kick
de charme = der Reiz
het risico = das Risiko
de beslissing = die Entscheidung
de uitdaging = die Herausforderung
de belevenis = das Erlebnis
beleven = erleben
de snelheid = die Geschwindigkeit
botsen = kollidieren
remmen = bremsen
de plank = das Brett
het zwemvest = die Schwimmweste
de gordel = der Gurt
het touw,de kabel = das Seil
het elastiek = das Gummiseil
zich aan een touw neerlaten = abseilen
de bol,de bal = die Kugel
de mountainbike = das Bike
de leider, de gids = der Führur
de vereiste voorwaarde = die Voraussetzung
nodig hebben = brauchen
sportief = sportlich
geen last van duizeligheid, zonder hoogtevrees = schwindelfrei
duizelingwekkend = schwindelerregend
bang voor water = wasserscheu
het uithoudingsvermogen = die Ausdauer
de conditie = die Kondition 
de concentratie = die Konzentration
de moed = der Mut
de kracht = die Kraft
het evenwicht = das Gleichgewicht
de parapente = der Gleitschirm
de parapentevlieger = der Gleitschirmflieger 
de stijgwind, de thermiek = der Aufwind 
de thermiek = die Thermik 
de hoogte = die Höhe
de trekker, de wandelaar = der Wanderer
de (trek)tocht = die Wanderung
het traject = die Strecke
afleggen = zurücklegen 
de uitrusting = die Ausrüstung 
de bagage = das Gepäck
overnachten = übernachten
de plaats waar je naartoe wil = der Zielort
de berg = der Berg
het gebergte = das Gebirge
de top = der Gipfel
het dal = das Tal
de (berg)pas = der Pass
de vlucht = der Flug
de rukwind = die Bö
heel klein = winzig
de open plek in het bos = die Lichtung
de tent = das Zelt
de rugzak = der Rucksack 
de slaapzak = der Schlafsack 
de gsm = das Handy
de tropenhelm = der Tropenhelm 
het mes = das Messer 
het kompas = der Kompass
de eerstehulpkit = die Erste-Hilfe-Ausrüstung
de jas = die Jacke
de wandelschoen = der Wanderschuh
de stok = der Stock
de zaklamp = die Taschenlampe 
de gps-ontvanger = der GPS-Empfänger
de verrekijker = das Fernglas
het vliegtuig = das Flugzeug
de vleugel = die Tragfläche
de passagier (I) = der Insasse 
de passagier (P) = der Passagier
het neerstorten = der Absturz 
neerstorten = abstürzen
zijn gordel vastmaken = sich anschnallen
enig = einzig 
het bloed = das Blut
het lijk = die Leiche
bewusteloos = ohnmächtig 
vreselijk = fürchterlich
ijskoud = eisig 
de kou = die Kälte
het lichaamsdeel = der Körperteil 
pijn doen = schmerzen 
dood = tot 
de wereldreis = die Weltreise
de broek = die Hose
de portefeuille = die Brieftasche 
de zonnebril = die Sonnenbrille
de zonnebrandcrème = die Sonnencreme
beschermen = schützen
de veiligheidsspeld = die Sicherheitsnadel
de kap, de muts = die Kappe
het voordeel = der Vorteil
het nadeel = der Nachteil
de vrijheid = die Freiheit

Ingezonden op 18-09-2013 - 7114x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 07-10-2013.
Waardering 7.8 (aantal stemmen: 9)

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Duits woordenlijsten

1 Abenteuer