Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Paso Adelante, deel 2

1 Alles voor het SO! Hoofdstuk 1

Jaar 2 (havo/vwo)

hoy = vandaag
este ãno = dit jaar
este finde semana = dit weekend { oh may gosh ik hou van weekend :3 }
este verano = deze zomer
esta mañana = deze ochtend
este tarde = deze middag
esta semana = deze week
estas vacaciones = deze vakantie
este siglo = deze eeuw

alguna vez = ooit; wel eens
nunca = nooit
¿Qué has hecho este verano? = Wat heb je deze zomer gedaan?
He estado en Valencia = Ik ben in Valencia geweest.
decir = zeggen
hacer = maken; doen
abrir = openen
volver = teruggaan
escribir = schrijven
ver = zien
poner = plaatsen
romper = breken
{ vul hier NIET de vertaling in, maar het onregelmatig voltooid deelwoord!!! } decir = dicho { vul hier NIET de vertaling in, maar het afkomstige werkwoord }
{ vul hier NIET de vertaling in, maar het onregelmatig voltooid deelwoord!!! } hacer = hecho { vul hier NIET de vertaling in, maar het afkomstige werkwoord }
{ vul hier NIET de vertaling in, maar het onregelmatig voltooid deelwoord!!! } abrir = abierto { vul hier NIET de vertaling in, maar het afkomstige werkwoord }
{ vul hier NIET de vertaling in, maar het onregelmatig voltooid deelwoord!!! } volver = vuelto { vul hier NIET de vertaling in, maar het afkomstige werkwoord }
{ vul hier NIET de vertaling in, maar het onregelmatig voltooid deelwoord!!! } escribir = escrito { vul hier NIET de vertaling in, maar het afkomstige werkwoord }
{ vul hier NIET de vertaling in, maar het onregelmatig voltooid deelwoord!!! } ver = visto { vul hier NIET de vertaling in, maar het afkomstige werkwoord }
{ vul hier NIET de vertaling in, maar het onregelmatig voltooid deelwoord!!! } poner = puesto { vul hier NIET de vertaling in, maar het afkomstige werkwoord }
{ vul hier NIET de vertaling in, maar het onregelmatig voltooid deelwoord!!! } romper = roto { vul hier NIET de vertaling in, maar het afkomstige werkwoord }
¿Has ido de vacaciones este verano? = Ben je deze zomer op vakantie geweest?
¿Lo has pasado bien? = Heb je het leuk gehad?
¿Has ido de camping? = Heb je gekampeerd?
¿Has conocido a gente nueva? = Heb je nieuwe mensen leren kennen?
¿Te gusta la comida italiana? = Vind je het Italiaanse eten lekker?
Oye, ¿has estado en Roma alguna vez? = Zeg, ben je wel eens in Rome geweest?
Sí, hemos estado en Italia = Ja, we zijn in Italië geweest
Sí, ha side fenomenal = Ja, het was heel leuk
No, ha sido aburrido = Nee, het was saai
No, he estado en un hotel con mis padres = Nee, ik ben met mijn ouders in een hotel geweest
Sí, he conocido a un chico francés = Ja, ik heb een Franse jongen ontmoet
Sí, me gusta mucho la pizza = Ja, ik vind pizza erg lekker
No, no me gusta = Nee, ik vind het niet lekker
No, nunca he estado en Roma = Nee, ik ben nog nooit in Rome geweest
las vacaciones = de vakantie
el verano = de zomer
ir de camping = kamperen
hacer surf = surfen
Francia = Frankrijk
la fiesta = het feest
la playa = het strand
el apellido = de achternaam
la ciudad = de stad
el hotel = het hotel
el casco antiguo = het oude stadscentrum
quedarse = blijven
enseñar = laten zien
visitar = bezoeken
impresionante = indrukwekkend
deportivo = sportief
aburrido = saai
fenomenal = geweldig
genial = fantastisch
precioso = prachtig
moderno = modern
las matemáticas = de wiskunde
el recreo = de pauze
aguantar = volhouden
darse prise = zich haasten
salir = uitgaan; weggaan
dar igual = niet uitmaken
gustar = houden van; leuk vinden
poner = zetten; plaatsen
costar = kosten
ganar dinero = geld verdienen
la camiseta = het T-Shirt
el edificio = het gebouw
tener curiosidad = nieuwsgierig zijn
la puesta del sol = de zonsondergang
la tienda = de tent
el pueblo = het dorp
el mar = de zee
el jardín = de tuin
la pared = de muur
la iglesia = de kerk
la revista = het tijdschrift
la estrella = de ster
el lujo = de luxe
el camping = de camping
bienvenido = welkom
verdadero = echte
incómodo = oncomfortabel
nuevo = nieuw
dormir = slapen
pasar = doorbrengen
conocer = leren kennen
comer = eten
encantar = geweldig vinden
jugar = spelen
llover = regenen
reír = lachen
buscar = zoeken
ser = zijn
estar = bevinden
hay = er is; er zijn
Christina es una amiga de Marta = Christina is een vriendin van Marta
La escuela de surf está en el sur = De surfschool is in het zuiden
Hay muchas playas en Cádiz {Gebruik Hay als het voor een ontelbaar 'iets' staat } = Er zijn veel stranden in Cádiz

Ingezonden op 21-09-2013 - 2028x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Even alles op een rijtje gezet voor de Schriftelijke Overhoring van hoofdstuk 1, deel 2 van Pasco Adelante.

Havo/Vwo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 1
Aantekeningen + Gramática + Frases clave + Woordjes

Succes met de toets!
mv. Castillo

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Paso Adelante, deel 2

1 Alles voor het SO! Hoofdstuk 1