Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Na Klar!, deel 1

1 Alle woordjes en zinnen!

Jaar 1 (vwo)

die Klassenlehrerin = de klassenlerares
die Stunde = het lesuur
Mathe = wiskunde
das Lieblingsfach = het lievelingsvak
Französisch = Frans
das Geschäft = de winkel
der Schreibtisch = het bureau
vernünftig = verstandig
unbedingt = hoe dan ook
die Freizeit = de vrije tijd
das Tagesbuch = het dagboek
Sport treiben = aan sport doen
Fußball spielen = voetballen
der Verein = de vereniging
die Geschwister = de broers en/of zussen
zürucklassen = achterlaten
traurig = verdrietig
die Mannschaft = het team
spät = laat
sich ansehen = bekijken
nett = aardig
die Schwester = de zus
der Bruder = de broer
einfach = eenvoudig, simpel
reiten = paardrijden
ansehen = bekijken
zum Beispiel = bijvoorbeeld
das Wörterbuch = het woordenboek
das Tier = het dier
die Schule = de school
die Nachricht = het berichtje
die Ferein = de vakantie
Woon jij in Berlijn = Wohnst du in Berlin?
Mijn vader heeft hier zijn baan. = Mein Vater hat hier seinen Job.
Hij heet Alex. = Er heißt Alex.
Hoe heet jij? = Wie heißt du?
Het is een konijn. = Es ist ein Kaninchen.
Wie is dat? = Wer ist das?
Hij komt uit Bonn. = Er kommt aus Bonn.
Hij is veertien. = Er ist vierzehn.
Hoe oud is hij? = Wie alt ist er?
Waar komt hij vandaan? = Woher kommt er?
Ik heb geen broers en zussen. = Ich habe keine Geschwister.
Ik heb een huisdier. = Ich habe ein Haustier.
Ik heb een zus. = Ich habe eine Schwester.
Ik heb een broer. = Ich habe einen Bruder.
Ja, ik woon hier. = Ja, ich wohne hier.
Jij bent dus Eva's vriend. = Du bist also Evas Freund.
Hallo, ik ben Brit. = Hallo, ich bin Brit.
Aangenaam. = Angenehm.
Aha! Nou, dag! = Ach so! tschüs!
Bent u hier nieuw? = Sind Sie neu hier?
Dag Lisa. -Hallo Stefan. = Tag Lisa. -Hallo Stefan.
Dat is mijn zus. = Das ist meine Schwester.
Goedemorgen. = Guten Morgen.
Hartelijk welkom. = Herzlich willkommen.
Heb je ook e-mail? = hast du auch E-Mail?
Hoe gaat het met je? = Wie geht es dir?
Hoe gaat het met u? = wie geht es Ihnen?
Hoe heet dat meisje? = Wie heißt das mädchen?
Hoe heet je? = Wie heißt du?
Hoe oud is ze? = Wie alt ist sie?
Ik heet Lisa. = Ich heiße Lisa.
Kom je mee? = Kommst du mit?
Leuk je te ontmoetten. = Freut mich.
Maar ik moet gaan. = Aber ich muss gehen.
Met mij gaat het prima. = Mir geht es prima.
Mijn adres is... = Meine Adresse ist...
Mijn naam is Traubach. = Mein Name ist Traubach.
Nee. Helaas niet. = Nein. Leider nicht.
Niet slecht. = Nicht slecht.
Oké. Dat is goed. = Okay. Ist gut.
Tot ziens. = Auf Wiedersehen.
Waar is de ingang? = Wo ist der Eingang?
Wat zeg je? Wat is er? = Wie bitte? Was ist?
Wie is die jongen daar? = Wer ist der Junge da?
Ze is twaalf jaar. = Sie ist zwölf Jahre alt.
Zullen we naar binnen gaan? = Gehen wir hinein?
Ik ben van alle bands een fan. = Ich bin von allen Bands ein Fan
Ik ga vaak winkelen. = Ich gehe oft shoppen.
Ik eet graag lekkere dingen. = Ich esse gern gute Sachen.
Mijn lievelingsvak is geschiedenis. = Mein Lieblingsfach ist Geschichte.
Ik zoek mailvrienden. = Ich suche Mailfreunde.
Ik wil overal over praten. = Ich möchte über alles reden.
Ik zit in de achste klas. = Ich gehe in die achte Klasse.
Ik speel drums. = Ich spiele Slagzeug.
Ik MSN vaak. = Ich chatte oft über MSN.
Ik luister het liefst naar... = Ich höre am liebsten...
Ik verheug me op post. = Ich freue mich auf Post.
Mijn telefoonnummer is... = Meine Telefonnummer ist...
Ik ben ook via mijn mobiel bereikbaar. = Ich bin auch übers Handy erreichbar.

Ingezonden op 02-10-2013 - 1246x bekeken.
Waardering 5.4 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

In deze vragenlijst staan alle woordjes en zinnen (geen grammatica) van hoofdstuk 1. Veel succes!
Als er fouten in staan hoor ik dat graag!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Na Klar!, deel 1

1 Alle woordjes en zinnen!