Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spaans en Japans
› 2 2000 Duitse woorden deel 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spaans en Japans
2 2000 Duitse woorden deel 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
beugen = buigen bieder = braaf; trouwhartig bilden = vormen; ontwikkelen bitten = vragen; verzoeken büßen = boeten das Bedenken = het bezwaar das Dasein = het bestaan; het leven das Erachten = de mening; het inzicht das Gebahren = het gedrag das Lager = de opslagplaats; het magazijn das Lebensraum = de biotoop das Naturschutzgebiet = het natuurreservaat; het beschermde natuurgebied das Umweltbundesamt = het landelijk bureau voor milieuzaken das Waldsterben = het afsterven van de bossen dauern = medelijden inboezemen; duren der Abbau = de vermindering; de afbraak; de verslechtering der Abfall = het afval der Ausstoß = de uitstoot der Chemielabor = het chemisch laboratorium der Fluß = de rivier der Giftstoff = de giftige stof; de gifstof der Jahresbericht = het jaarverslag der Müllbehälter = de vuilnisbak der Organismus = het organisme der Schadstoff = de schadelijke stof; de mileuvervuilende stof der Schlot = de schoorsteen der Schmutz = het vuil der Umkreis = het gebied; de omgeving; de straal; de radius der Umweltminister = de Minister van Milieu der Umweltschützer = de milieu-activist der Umweltsünder = de milieuvervuiler der Zeitaufwand = de tijdsinvestering derb = stevig; hardhandig die Abwägung = de afweging die Altsoffe = het afval die Andacht = de kerkdienst; het gebed die Angleichung = de aanpassing die Anstalt = de maatregel; de inrichting die Aufprallstelle = de plek van neerstorten; de plaats van neerstorten die Ausdauer = de volharding; het uithoudingsvermogen; de taaiheid; de conditie die Begradigung = het rechtmaken; de normalisering; het rechttrekken die Bildung = de beschaving; de ontwikkeling; de vorming; de formatie; de opleiding die Bodensanierung = de bodemsanering die Bürde = de last die Empörung = de verontwaardiging die Ensorgung = het dumpen die Flüssigkeit = de vloeistof die Gemüter = de gemoederen die Kettenreaktion = de kettingreactie die Krise = de crisis die Landegebühren = de landingsrechten die Luft = de lucht die Luftverunreinigung = de luchtverontreiniging die Müllentorgung = de afvalverwerking die Muttermilch = de moedermelk die Nahrungskette = de voedselketen die Ökologie = de ecologie die Pestizide rückstände = de resten van bestrijdingsmiddelen; de resten van pesticiden die Rechtslage = de juridische positie; de rechtspositie die Regeneration = de regeneratie; het herscheppen; de vernieuwing; het herstel; de wedergeboorte die Säureniederschlag = de zure neerslag; de zure regen die Senkung = de verlaging die Sprüdose = de spuitbus die Substanz = de substantie die Umweltbelastung = de belasting van het milieu die Versenkung = het tot zinken brengen die Weichenstellung = het volgen van een bepaalde koers die Wirkung = de werking; de uitwerking; het effect dingfest machen = arresteren ein Exempel statuieren = een voorbeeld stellen einbüßen = verliezen; erbij inschieten; inboeten einstufen = rangschikken; beschouwen; indelen; classificeren einzigartig = uniek; enig in zijn soort emmissionsträchtig = met veel uitstoot fad = saai; vervelend freilich = weliswaar; echter; natuurlijk; uiteraard; vanzelfsprekend hergebracht = gebruikelijk; traditioneel inbrünstig = vurig; innig infizieren = infecteren nachhaltig = blijvend offenbar = blijkbaar; klaarblijkelijk sauer = zuur schädigen = schade toebrengen schürzen = toenemen; oplaaien schutzwürdig = bescherming verdienend; beschermenswaardig sich etwas verbitten = iets niet verkiezen sich gefaßt machen = zich voorbereiden trivial = alledaags; platvloers überbürden = overladen umweltverträglich = milieuvriendelijk unartig = ondeugend unterbleiben = achterwege blijven veranstalten = organiseren verdenken = kwalijk nemen veröden = onvruchtbaar worden verübeln = kwalijk nemen vorbeugen = voorkomen; verhinderen zerbröseln = verbrokkelen zwielichtig = duister; louche sehnsüchtig = smachtend das Industriegelände = het industrieterrein die Unterlagen = de documenten; de bewijsstukken; de gegevens in Übersee = aan de andere kant van de oceaan; overzees; overzese das Handelshemmnis = de handelsbarrière die Gunst = de gunst die Konsumgesellschaft = de consumptiemaatschappij der Friseur = de kapper marktwirtschaftlich = markteconomisch das Defizit = het tekort das Gefrierhaus = het koelhuis zünden = aanslaan die Genehmigung = de vergunning die Fruchtbarkeitsrate = het vruchtbaarheidspercentage die Wachstumsrate = het groeipercentage die Gestalt = de persoon; de gedaante die Kreatur = het schepsel das Gerippe = het skelet schwindeln = duizelen versiegen = opdrogen; verdrogen zerrinnen = oplossen; wegvloeien die Verwandlung = de verandering; de gedaanteverwisseling der Schädling = het (schadelijke) insect; het schadelijke dier der Wilderer = de stroper das Elfenbein = het ivoor zappeln = spartelen wackeln = wiebelen; wankelen; loszitten pusten = blazen hereinbrechen = invallen; binnendringen; aanbreken erlöschen = doven; uitgaan; aflopen; uitsterven; ophouden te bestaan verscharren = begraven; bedelven verheerend = verwoestend; vernietigend prasseln = kletteren; knetteren urwüchsig = ongerept; oorspronkelijk; ongekunsteld; primitief das Getöse = het geraas; het kabaal die Prägungsphase = de inprentingsfase; de socialisatieperiode gären = gisten harsch = ijzig; hard; ruw lind = mals; zacht die Miene = de gelaatsuitdrukking das Genick = de nek der Zopf = de vlecht schweifen = dwalen; zwerven winseln = janken das Gelände = het terrein das Gehege = het verblijf; het omheinde gebied; het omheinde terrein die freie Wildbahn = de vrije natuur artgerecht = recht doend(e) aan de soort der Veranstalter = de organisator de Bühne = het podium; het toneel; de schouwburg; het theater der Auftritt = het optreden der Faden = het touwtje der Schauspieler = de toneelspeler der Ersatz = de vervanging die Einrittskarte = het toegangskaartje; het entreekaartje; het entreebewijs riesig = enorm; reuzachtig der Wettbewerb = de wedstrijd; de concurrentie der Künstler = de kunstenaar auswählen = uitkiezen der Erfolg = het succes der Darsteller = de vertolker; de speler die Illustrierte = het geïllustreerde tijdschrift die Messe = de (jaar)beurs zart = beurs absolvieren = doorlopen (school); voltooien (studie); kwijtschelden; vrijspreken (van); slagen (voor een examen) sich prügeln = vechten beaufsichtigen = toezicht houden op schüchtern = verlegen der Anspruch = de aanspraak; de eis; het recht; de vordering; de claim sich entscheiden = een besluit nemen; een beslissing nemen; beslissen; besluiten gereizt = geprikkeld weitermachen = doorgaan; doorwerken der Krimi = de misdaadfilm mit Leib und Seele = met hart en ziel nach Feierabend = na werktijd die Pappe = het karton das Werbeplakat = de reclame-affiche; de reclameaffiche begutachten = beoordelen fachlich = van het vak; professioneel; beroeps- die Unterstützung = de ondersteuning (sich) tarnen = (zich) camoufleren der Nachwuchs = het jong talent; de kinderen; het nageslacht; het jongere geslacht; de opvolging die Auswahl = de keuze der Zuschauer = de toeschouwer toben = tekeergaan der Reinfall = de flop die Pleite = het fiasco wirbeln = wervelen der Vorhang = het gordijn flimmern = flikkeren; onrustig stralen ankurbeln = aanzwengelen (van een motor) auf lager haben = voorradig hebben; op voorraad hebben bestätigen = bevestigen das Angebot = het aanbod der Bedarf = de behoefte; de vraag; de benodigdheden; de materialen das Existenzminimum = het bestaansminimum das Geschäft = de winkel; de zaak das Kalkül = de berekening das Konto = de bankrekening das Sonderangebot = de speciale aanbieding das Verhältnis = de verhouding
Ingezonden op 04-10-2013 - 2280x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!