Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spaans en Japans
› 9 2000 Duitse woorden deel 8
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spaans en Japans
9 2000 Duitse woorden deel 8
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Mitbestimmung = de inspraak; de medezeggenschap beschimpfen = uitschelden unentbehrlich = onmisbaar; onontbeerlijk der Zweig = de tak der Traumjob = de droombaan das Kennzeichen = het kenmerk; de karakteristiek großzügig = gul der Anstand = het fatsoen geschickt = handig; behendig gewandt = vlot die Fertigkeit = de vaardigheid unverfänglich = onschuldig; ongevaarlijk unverzichtbar = onmisbaar; essentieel die Fassung = de zelfbeheersing gewissenhaft = nauwgezet; gewetensvol; consciëntieus engagiert = betrokken; geëngageerd grundsätzlich = principieel gierig = gretig; gulzig; inhaling; hebzuchtig sinnlich = sensueel; zinnelijk das Faible = het zwak; de voorliefde erklärt = uitgesproken empfänglich = gevoelig; ontvankelijk nachgiebig = zacht; toegeeflijk unbotmäßig = impertinent; ongehoorzaam nachtragend = haatdragend karg = karig; zuinig ungut = onbehaaglijk gleichgültig = onverschillig quirlig = levendig reizbar = prikkelbaar skurril = vreemd; zonderling töricht = dwaas die Tücke = de boosaardigheid der Angeber = de opschepper der Schweinehund = het beest; de smeerlap scheitern = mislukken der Versager = de loser; de mislukkeling die Marotte = de gril; de kuur die Bequemlichkeit = de gemakzucht verlogen = leugenachtig der Haushalt = het budget; de begroting wirtschaftlich = economisch die Konjunktur = de conjunctuur; de economische situatie boomen = een opleving beleven; in opleving zijn die Flaute = de slappe tijd Konkurs machen = failliet gaan pleite = blut; failliet; bankroet die Planwirtschaft = de geleide economie; de planeconomie die Raubkopie = de illegale kopie die Mogelpackung = de nepverpakking; de namaakverpakking die Nobelmarke = het vooraanstaande merk der Ramsch = de ramsj; de niet lopende handelswaar branchenfremd = niet behorend tot de eigen branche die Mangelware = de schaarse waar der Mondscheintarif = het avond- en nachttarief der Normalverbraucher = de doorsneeconsument; de gemiddelde consument die Verbraucherzentrale = de consumentenvereniging die oberen Zehntausend = de elite; de upper ten die Kaufmännische Lehre = de commerciële scholing; de duale bedrijfsopleiding landläufig = algemeen; gebruikelijk der Steuerberater = de belastingadviseur gebührenfrei = kosteloos der Nachschub = de nieuwe voorraad der Super-GAU = de grootst mogelijke ramp der Interessent = de belangstellende die Kulanzregelung = de goedkope of gratis reparatie na het verstrijken van de garantietermijn der Zuwachs = de groei zuzüglich = exclusief das Guthaben = het tegoed die Rate = de termijn der Zins = de rente feilbieten = te koop aanbieden die Kohle = de poen die Erstattung = de vergoeding kostspielig = duur; kostbaar die Forschung = het onderzoek; het wetenschappelijk onderzoek der Gegenstand = het thema; het onderwerp; het voorwerp die Retorte = de reageerbuis die Schachtel = de doos; het doosje der Zirkel = de passer; de cirkel großangelegt = groot opgezet voranschreiten = opschieten; vooruitgaan die Fortführung = de voortzetting herausfinden = ontdekken vollenden = voltooien die Daten = de gegevens der Beleg = het bewijs der Fund = de vondst; de ontdekking die Fundgrube = de rijke bron; de schatkamer; de schat aan voraussagen = voorspellen sich erweisen = blijken; blijken te zijn überholt = achterhaald besagen = bewijzen; betekenen herhalten = dienen; opdraaien abschalten = uitschakelen der Prüfstand = de proefbank; het controleapparaat der Proband = de proefpersoon die Langzeitwirkung = de langdurige werking die Trefferquote = de score der Urheber = de auteur; de uitvinder der Erfinder = de uitvinder versenken = dalen; laten zinken der Bohrer = de boor das Gefüge = de bouw; de structuur; de constructie die Gentechnik = de gentechniek der Grundsatz = het principe; de grondstelling; het beginsel; het uitgangspunt die Anleitung = de aanwijzing; de handleiding der Begleittext = de begeleidende tekst die Sternstunde = het grootse en beslissende moment die Untertasse = de schotel die Malerei = de schilderkunst der Rahmen = de schilderijlijst; de lijst; het kader die Leinwand = het linnen; het canvas; het witte doek das Plakat = de affiche die Ausstellung = de tentoonstelling die Vernissage = de opening {van een tentoonstelling} die Skulptur = het beeldhouwwerk; de sculptuur das Denkmal = het monument; het gedenkteken die Uraufführung = de première darstellen = afbeelden; uitbeelden; representeren; voorstellen; spelen (rol); behandelen (onderwerp) die Darbietung = de opvoering das Lampenfieber = de plankenkoorts das Fernweh = de drang naar verre landen; de reislustigheid der Reigen = de dans; de rondedans die Anmut = de gratie vertonen = op muziek zetten die Autorin = de schrijfster das Glossar = de verklarende woordenlijst verfassen = schrijven der Protagonist = de hoofdpersoon; de hoofdrolspeler die Belletristik = de fictie; de literatuur die Gestaltung = de vormgeving der Drache = de draak; de vlieger die Zauberei = de magie; de toverij; de tovenarij das Taschenbuch = het pocketboek; de pocket der Tagebuchauszug = het dagboekfragment die Inhaltsangabe = de inhoudsopgave der Klappentext = de flaptekst herausgeben = uitgeven die Erstauflage = de eerste druk die Sammlung = de verzameling sämtlich = totaal; compleet das Gedankengut = de opvattingen; het gedachtegoed der Kulturträger = de cultuurdrager das Kultusministerium = het ministerie van Onderwijs en Cultuur die Beschaffenheit = de gesteldheid; de hoedanigheid der Werdegang = de ontwikkeling; het wordingsproces der Wandel = de verandering; de wijziging der Vorgang = het proces; het voorval die Vorlage = het model; het voorbeeld herkömmlich = traditioneel; gebruikelijk althergebracht = aloud; traditioneel gängig = gangbaar; gebruikelijk geläufig = gangbaar; vertrouwd rückständig = achtergebleven ausgiebig = uitvoerig; uitgebreid eingehend = grondig; intensief einhellig = unaniem sattsam = voldoende; ruimschoots verfügbar = beschikbaar unumgänglich = onvermijdelijk; onontkoombaar beiläufig = terloops die Brisanz = de explosieve kracht pfundig = gezet; reusachtig; fantastisch sagenhaft = geweldig schmackhaft = lekker; smakelijk schnittig = rank; stijlvol schäbig = sjofel; armoedig der Bezug = de band; het verband; de betrekking in Anbetracht = met het oog op; in aanmerking nemend(e) aufschlussreich = duidelijk; verhelderend ausreichen = volstaan; voldoende zijn verwenden = gebruiken unterliegen = onderworpen zijn aan überwinden = te boven komen; overwinnen bevorstehen = te wachten staan behaftet = belast; behept; verbonden angemessen = gepast; passend einwandfrei = onberispelijk verhältnismäßig = relatief das Vorstellungsgespräch = het sollicitatiegesprek; het interview die Beamtenstelle = de overheidsbetrekking; de vaste baan bij de overheid die Beschäftigung = het werk; de bezigheid das Gaststättengewerbe = de horeca schuften = zwoegen; hard werken der Handwerker = de vakman; de werkman der Töpfer = de pottenbakker die Meisterprüfung = het examen voor het vakdiploma der Facharbeiter = de vakman; de geschoolde arbeider das Gerüst = de steiger das Mauerwerk = het metselwerk verputzen = stukadoren; bepleisteren der Immobilienmakler = de onroerend goed makelaar; de makelaar in onroerend goed buchführen = boekhouden der Bergwerkstollen = de mijngang das Tuchgewerbe = de lakenhandel; de stoffenindustrie die Zunft = het gilde das Gesinde = het personeel; de meiden en knechten; de bedienden die Friseurin = de kapster der Stiefel = de laars der Winzer = de wijnboer der Firmenjäger = de bedrijfsopkoper ehrenamtlich = onbezoldigd; vrijwillig nebenamtlich = in een bijbaantje; parttime der Karriereknick = de carrièrebreuk; de loopbaanonderbreking der Ruhestand = het pensioen die Arbeitsbedingungen = de arbeidsvoorwaarden das Vorstandsmitglied = het bestuurslid die Gehaltserhöhung = de salarisverhoging die Tretmühle = de tredmolen; de dagelijkse sleur die Gerechtigkeit = de rechtvaardigheid; de gerechtigheid die Gefährdung = het gevaar; de bedreiging ahnden = wreken; straffen der Henker = de beul ankreiden = kwalijk nemen auffliegen lassen = oprollen die Indizien = de aanwijzingen; de verdenkingen die Fehlanzeige = een valse aangifte meucheln = (verraderlijk) vermoorden mobben = treiteren; intimideren abzocken = afzetten; belazeren schinden = afbeulen unverbindlich = vrijblijvend die Irreführung = de misleiding käuflich = corrupt; omkoopbaar schmieren = omkopen die Unterschlagung = de verduistering die Strafandrohung = de dreiging met straf handgreiflich = handtastelijk straffällig = schuldig aan een strafbaar feit vorsätzlich = opzettelijk fahrlässig = nalatig; door schuld die Vollzugsanstalt = de penitentiaire inrichting berechtigen = rechtvaardigen; het recht geven die Mandantin = de cliënte; de opdrachtgeefster der Einspruch = het protest das Hoheitsrecht = het soevereine recht genehmigen = goedkeuren; vergunning geven voor; vergunning verlenen voor das Gutachten = het advies; het rapport das Ressort = het terrein; het ambtsgebied die Verfassung = de grondwet der Gesetzentwurf = het wetsontwerp die Gewalt = de macht der Bundestagsabgeordnete = het parlementslid bundesweit = landelijk; in de hele Bondsrepubliek der Kreis = het district die Kommune = de gemeente die Verwaltung = het bestuur die Tagesordnung = de agenda; de orde van de dag das Protokoll = de notulen; het verslag die Einhaltung = de naleving amtieren = in functie zijn das Bündnis = het verbond; het bondgenootschap das Sprachrohr = de spreekbuis der Beauftragte = de verantwoordelijke der Asylbewerber = de asielzoeker die Aufenthaltsgenehmigung = de verblijfsvergunning der Einheimische = de autochtoon die SED-Herrschaft = de macht van de Oost-Duitse staatspartij der Stacheldraht = het prikkeldraad die Sperranlage = de afsluiting; de versperring die Staatssicherheit/Stasi = de Binnenlandse Veiligheidsdienst die Spaltung = de splitsing; de verdeeldheid der Spitzel = de spion die Umwälzung = de omwenteling der Sturmangriff = de bestorming der Gottesdienst = de dienst; de gebedsdienst das Mahnmal = het gedenkteken der Wallfahrtsort = de bedevaartplaats das Anwesen = het huis en erf die Emanze = de geëmancipeerde vrouw die Diäten = de (onkosten-) vergoeding voor parlemetariërs die Gipfelkonferenz = de topconferentie der Nahost = het Nabije Oosten; het Midden-Oosten evangelisch = protestant; evangelisch Heiligabend = kerstavond das Kruzifix = het kruisbeeld das Stift = de abdij; het seminarie die Schaltzentrale = de centrale das Alarmsignal = het alarmsignaal der Mikroprozessor = de microprocessor die Hochrechnung = de prognose; de extrapolatie industriell = industrieel erproben = testen die Feindlichkeit = de vijandige houding die Leistungsfähingkeit = de prestatie der Umgang = de omgang die Segnung - de zegening der Entwurf = het ontwerp das Machbare = het realiseerbare fusionieren = fuseren die Physik= de natuurkunde die Chemie = de scheikunde die Annahme = de veronderstelling; de aanname; de hypothese die Ausnahme = de uitzondering forschen = onderzoek verrichten die Schlusfolgerung = de conclusie die Kompromislosigkeit = de onverzettelijkheid ausgereift = tot volle ontwikkeling gekomen; zijn volle wasdom bereiken; rijp; volwassen das Mesergebnis = het meetresultaat ehemalig = voormalig die Produktgestaltung = het ontwerp berechtigt = terecht sich verlegen auf = zich toeleggen op die Herausforderung = de uitdaging der Verbraucher = de consument der Aussteller = de exposant versagen = falen die Erkenntnis = het inzicht ersehnen = hevig verlangen das Untersuchungsverfahren = de onderzoeksprocedure sich verschreiben = zich helemaal wijden aan die Trinkwasseversorgung = de drinkwatervoorziening vermiesen = verpesten ausdehnen = doen uitzetten die Anleitung = de gebruiksaanwijzing auswandern = emigreren der Datenspeicher = het datageheugen allenthalben = overal das Elektronengehirn= de computer
Ingezonden op 04-10-2013 - 2415x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!