Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
vanalleswat
› 1 all right H1 alle woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
vanalleswat
, deel engels
1 all right H1 alle woordjes
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to abandon = opgeven to acknowledge = erkennen aisle = gang to approve of = goedkeuren blessed = gezegend brand = merk to censor = ongewenste delen schrappen citizenship = staatsburgerschap to clash = botsen to confide in somebody = iemand in vertrouwen nemen to conform to = zich voegen naar cosy = gezellig counselor = decaan critic = criticus to despise = verachten to distract = afleiden to emerge = tevoorschijn komen extension = verlenging faith = geloof to focus on = zich concentreren op foundation = basis fragrance = parfum to glue = lijmen hairdresser's = kapper hostile = vijandig inane = dom initially = aanvankelijk to pace up and down = ijsberen to pick on = vitten op to ponder on = goed nadenken over prior to = voorafgaand aan puzzled = verbaasd realm = gebied to relieve someone from = uit handen nemen to renounce = formeel afstand doen van scary = angstaanjagend simultaneously = tegelijkertijd sniffles = lichte verkoudheid to spark = plotseling doen ontstaan speculation = gissen springboard = springplank to start from scratch = helemaal opnieuw beginnen strap = bandje stubborn = koppig supportive = aanmoedigend to tease = plagen tenant = huurder torment = kwelling venue = plaats vicious = zeer gemeen to announce = aankondigen to assume = aannemen at first = aanvankelijk disapproval = afkeuring to go along with = akkoord gaan though = alhoewel entertainment = amusement to set out = beginnen to treat = behandelen to confess = bekennen particular = bepaald to accomplish =bereiken available = beschikbaar order = bestelling concern = bezorgdheid to pray = bidden to match = bij elkaar passen outfit = bij elkaar passende kleding supernatural = bovennatuurlijk source = bron afterwards = daarna therefore = daarom depressing = deprimerend qualification = diploma to carry on = doorgaan to bother = dwarszitten unit = eenheid owner = eigenaar actually = eigenlijk to become fascinated with = geboeid raken door patience = geduld spiritual = geestelijk luckily = gelukkig to slip = glijden religion = godsdienst to be keen = graag mogen horror = griezel to raise = grootbrengen complaint = klacht to complain = klagen customer = klant form = klas to show up = komen opdagen period = lesuur male = mannelijk secondary school = middelbare school target = mikpunt minor = minder belangrijk failure = mislukking native language = moedertaal to ignore = negeren disadvantages = nadelen at a loss = niet weten wat te doen of wat te zeggen occasionally = nu en dan in order to = om environment = omgeving among other things = onder andere incredible = ongelooflijk; ongelofelijk to slip your mind = ontschieten insecure = onzeker to launch = op te markt brengen currently = op dit moment to attend school = op school zitten to record = opnemen sacrifice = opoffering to detect = opsporen to stand out = opvallen generally = over het algemeen to survive = overleven to convince = overtuigen to conquer = overwinnen to grab = pakken;plotseling grijpen to bully = pesten embarrassing = pijnlijk; genant stage = podium to respond to = reageren op to divorce = scheiden guilty = schuldig to sniff = snotteren tension = spanning soon = spoedig dumb = stom at last = ten slotte unless = tenzij to run into = terecht komen to admit = toegeven until = totdat to track = traceren to comfort = troosten loyal = trouw to release = uitbrengen finally = uiteindelijk appearance = uiterlijk to change my mind = van gedachten veranderen to intend = van plan zijn upset = van streek determination = vastberadenheid responsibility = verantwoordelijk similar = vergelijkbaar to gain = verkrijgen nurse = verpleger to relate = vertellen to bore = vervelen follow-up = vervolg to be due = verwacht worden to refer to = verwijzen naar to nurse = verzorgen to prevent = voorkomen incident = incident to appreciate = waarderen desperately = wanhopig desperate wanhopig warenhuis = department store to settle in = zich installeren to settle = zich vestigen ward = ziekenzaal so that = zodat
Ingezonden op 11-10-2013 - 1615x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!