Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Deutsch im Unterricht, deel 4

1 proefwerk

Jaar 4 (mavo)

prettige kerstdagen = frohe Weihnachten
bedankt voor de kaart = vielen Dank für die Karte
De beste wensen! = Ich wünsche dir alles Gute!
Ik wens je beterschap! = Ich wünsche dir gute Besserung!
Gefeliciteerd met je verjaardag = Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag
Doei! = Tschüs!
Voor Duits heb ik namelijk een vijf = In Deutsch habe ich nämlich eine Fünf
Wanneer ben je weer thuis? = Wann bist du wieder zu Hause?
Welk vak heb je het eerste uur? = Welches Fach hast du die erste Stunde?
Hoe ga je naar school? = Wie kommst du in die Schule?
Daar is het rustig = Da ist es ruhig
Ik woon met mijn ouders in Nederland = Ich wohne mit meinen Eltern in den Niederlanden
Wil jij koffie of thee? = Möchtest du Kaffe oder Tee?
Met suiker en melk? = Mit Zucker und Milch?
Mijn broer loopt stage bij een bakker = Mein Bruder macht Praktikum beim Bäcker
Zijn er geen nadelen? = Gibt es keine Nachteile?
De bus rijdt hier niet zo vaak = Der Bus fährt hier nicht so oft
Typisch Nederlands vind ik de vele fietsen = Typisch holländisch finde ich die vielen Fahrräder
Lust jij chocoladetaart? = Magst du Schokoladenkuchen?
Jullie lusten/houden van = Ihr mögt
Ik wat voor een huis woon jij? = In was für einem Haus wohnst du?
Is er een supermarkt in het dorp? = Gibt es einen Supermarkt im Dorf?
Nee, omdat ik allergisch ben = Nein, weil ich allergisch bin
Lust jij pizza? = Magst du Pizza?
Am Samstag habe ich (een) Schrank(m) gekauft (spick-o-thek!) = einen
Frag (jouw) Lehrer doch mal! (spick-o-thek) = deinen
Ich schreibe (jou) (een) Brief (spick-o-thek) = dir einen
Ich fahre mit (de) Bus (spick-o-thek) = dem
Ich danke (jou) (spick-o-thek) = dir
Kann ich mit (hem) reden? (spick-o-thek) = ihm
Hast du (haar) vergessen? (spick-o-thek) = sie
Ich möchte (u) fragen..... (spick-o-thek) = Sie
Ich habe was für (jullie) mitgebracht (spick-o-thek) = euch
(overmorgen) komme ich = übermorgen
Ich schreibe (iedere week) = jede Woche
Ist sie (nog altijd) krank? = noch immer
(volgend jaar) fahre ich nach Frankreich! = nächstes Jahr
op 18 oktober = am 18. Oktober
Veel succes = Viel Erfolg
Beste Erik = Lieber Erik
Ik heb in het ziekenhuis gelegen = Ich habe im Krankenhaus gelegen
Ik heb een blessure gehad = Ich habe eine Verletzung gehabt
geweest = gewesen
gedaan = gemacht
gevraagd = gefragt
gedronken = getrunken
gegeten = gegessen
gefotografeerd = fotografiert

Ingezonden op 14-10-2013 - 2312x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Maak de vragen van de oefentoets door elkaar (vraag - antwoord) en gebruik indien nodig de spick-o-thek (dit staat er bij!)
Kijk evt na in je werkboek hoe de oefeningen ook al weer gingen (grammatica)

Vakken

Deutsch im Unterricht, deel 4

1 proefwerk