Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Latijn en Grieks
› 1 1-60 stamtijden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Latijn en Grieks
, deel Latijn
1 1-60 stamtijden
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
in brand steken=accendo accendi accensus ontvangen, vernemen=accipio accepi acceptus drijven, behandelen, gebeuren=ago egi actus voeden=alo alui altus openen=aperio aperui apertus branden=ardeo arsi - aanschouwen=aspicio aspexi aspectus wegdragen, ontnemen=aufero abstuli ablatus vermeerderen=augeo auxi auctus vallen=cado cecidi casus vellen=caedo cecidi caesus nemen=capio cepi captus plukken=carpo carpsi carptus gaan, wijken=cedo cessi cessus schatten, oordelen=censeo censui census scheiden, zien=cerno crevi cretus omgorden=cingo cinxi cinctus sluiten=claudo clausi clausus verzamelen, dwingen=cogo coegi coactus bebouwen, vereren=colo colui cultus samenvatten, begrijpen=comprehendo comprehendi comprehensus raadplegen, zorgen voor=consulo consului consultus geloven, toevertrouwen=credo credidi creditus groeien=cresco crevi cretus verlangen=cupio cupivi cupitus rennen=curro cucurri cursus besluiten=decerno decrevi decretus verdedigen, afweren=defendo defendi defensus in de steek laten=desero deserui desertus zeggen=dico dixi dictus leren=disco didici uiteenzetten, betogen=dissero disserui dissertus verdelen, scheiden=divido divisi divisus geven=do dedi datus onderwijzen=doceo docui doctus leiden=duco duxi ductus kopen=emo emi emptus gaan=eo ii itus blussen=exstinguo exstinxi extinctus maken, doen=facio feci factus bedriegen=fallo fefelli falsus dragen, brengen=fero tuli latus hechten=figo fixi fixus vormen, verzinnen=fingo finxi fictus buigen=flecto flexi flexus vloeien, stromen=fluo fluxi fluxus breken=frango fregi fractus vluchten=fugio fugi gieten=fundo fudi fusus dragen, volbrengen=gero gessi gestus voortbrengen, baren=gigno genui genitus vastzitten, blijven steken=haereo haesi haesus scheppen, putten=haurio hausi haustus liggen=iaceo iacui - werpen=iacio ieci iactus bouwen, voorzien van, opstellen=instruo instruxi instructus begrijpen=intellego intellexi intellectus doden=interficio interfeci interfectus bevelen=iubeo iussi iussus verbinden=iungo iunxi iunctus
Ingezonden op 15-10-2013 - 2103x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
20-02-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!