Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Reader Français TV1 + TV2
› 7 TV1 Voor
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Reader Français TV1 + TV2
7 TV1 Voor
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
vóór vieren = avant quatre heures vóór een jaar (een jaar geleden) = il y a un an binnenkort = avant peu; sous peu voor het station stoppen = s'arrêter devant la gare vóór de brug linksaf slaan = avant le pont, tourner à gauche; avant d'arriver au pont, tourner à gauche voor het raam = à la fenêtre wat hebt u voor dat boek betaald? = combien avez-vous payé ce livre? ik heb er 15 euro voor gegeven = je l'ai payé 15 euros ik heb het gekocht voor 100 euro = je l'ai acheté pour 100 euros; je l'ai acheté à raison de 100 euros voor 100 euro kun je er drie kopen = pour 100 euros on peut en acheter trois voor een deel van zijn zakgeld kocht hij = avec une partie de son argent de poche, il achetait voor een vaste prijs = à prix fixe(s) hij is vertrokken voor drie jaar = il est parti pour une période de trois ans nodig voor = nécessaire à nuttig voor = utile à verantwoordelijk, aansprakelijk voor = responsable de representatief voor = représentatif de ik ben niet verantwoordelijk voor zijn stommiteiten = je ne suis pas responsable de ses bêtises bang zijn voor slangen (vrezen) = avoir peur des serpents; craindre les serpents bang zijn voor zijn gezondheid (bezorgd zijn voor) = avoir peur pour sa santé; craindre pour sa santé gevoel voor humor hebben = avoir le sens de l'humor belonen voor = récompenser de straffen voor = punir de instaan voor iemand of iets = répondre de qn ou de qc borg staan voor iets = se porter garant de qc terugdeinzen voor iets = reculer devant qc vluchten voor iets, iemand = fuir devant qc, qn voor problemen komen te staan = se heurter à des problèmes; être confronté à des problèmes belangstelling tonen voor = porter de l'intérêt à qn, s'intéresser à qn, qc bedanken voor = remercier de, pour ik dank u voor uw gastvrijheid = je vous remercie de votre hospitalité; je vous remercie pour votre hospitalité iemand uitmaken voor (al wat lelijk is) = traiter qn de (tous les noms) slagen voor een examen = être reçu à un examen zakken voor een examen = être refusé à un examen plaats maken voor = faire place à zich uitgeven voor (iemand anders) = se faire passer pour (qn d'autre) een voor een = un à un voor de helft = a moitié ik voor mij geloof daar niets van = pour ma part, je n'y crois rien; quant à moi, je n'y crois rien telefoon voor jou! = on te demande au téléphone! woord voor woord = mot à mot voor ééns en voor altijd = une fois pour toutes
Ingezonden op 22-10-2013 - 1657x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
13-03-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!